Deze wegwijzer hoort bij minimale actie 19 uit de lijst met minimale acties. Als minimale actie geldt dat de gemeente wezenlijke stappen heeft gezet in het formuleren van een integrale omgevingsvisie zoals bedoeld in de Omgevingswet. Daarbij heeft ze besloten of zij gebruikmaakt van de gelijkstellingsbepaling, welke regelt dat een eerder vastgestelde omgevingsvisie ook na inwerkingtreding blijft gelden als omgevingsvisie (advies).
De verplichting om een gebiedsdekkende omgevingsvisie te hebben geldt 3 jaar na inwerkingtreding. De doorlooptijd voor het opstellen van een omgevingsvisie en de besluitvorming is echter vaak lang. Daarom is het zinvol om hiermee voor inwerkingtreding te beginnen. Bovendien heeft een omgevingsvisie ook los van inwerkingtreding waarde, omdat het richting geeft aan concreet te maken keuzes. Een richtinggevende omgevingsvisie helpt programma’s vorm te geven en vormt een goede basis voor het omgevingsplan.
Indien een gemeente reeds beschikt over een omgevingsvisie kan ze gebruikmaken van de zogenaamde 'gelijkstellingsbepaling'. In dat geval geldt een omgevingsvisie die is vastgesteld voor inwerkingtreding ook daarna als een omgevingsvisie. Indien een gemeente na inwerkingtreding een omgevingsvisie vaststelt, dient deze bekendgemaakt en beschikbaar gesteld te worden via de LVBB.
- De omgevingsvisie wordt in het kader van de Omgevingswet het belangrijkste instrument om keuzes vast te leggen over de fysieke leefomgeving.
- Het helpt de gemeenteraad om op hoofdlijnen te sturen en het geeft het college focus en een basis voor het eigen handelen.
Een plan van aanpak of een startdocument, waarin in ieder geval wordt beschreven:
- wat uw ambities zijn: wilt u nieuw beleid formuleren of neemt u bestaand beleid als basis, waarbij u tegenstrijdigheden of conflicterende ruimteclaims oplost?
- hoe ander beleid zich zal verhouden tot de omgevingsvisie: moet bestaand beleid worden ingetrokken?
- of een milieueffectrapportage gelijktijdig wordt opgesteld
- volgens welk tijdspad u een omgevingsvisie wilt opstellen, welke mijlpalen er zijn
- hoe u dit organiseert, wie u betrekt intern en extern (denk aan benodigde tekststructuren en annotaties voor digitale ontsluiting)
- hoe en op welke momenten u voorziet de omgevingsvisie te evalueren en te herzien
- of en hoe er samenhang is met de manier waarop uw gemeentelijke organisatie is georganiseerd (denk ook aan financiën)
- De gemeente is verplicht om uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet een omgevingsvisie vast te stellen voor de hele gemeente.
- De omgevingsvisie is bindend voor de raad en het college van B&W, alleen met een inhoudelijke onderbouwing kan het gemeentebestuur ervan afwijken.
- De omgevingsvisie is richtinggevend voor verdere uitwerking in programma’s, het omgevingsplan, de relevante verordeningen van de gemeente en de afwijkvergunningen. Positioneer het stuk binnen de beleidscyclus en binnen bedrijfsprocessen van uw organisatie.
- De gemeente moet omschrijven wie bij het maken van de omgevingsvisie zijn betrokken, wat er is opgehaald en hoe dat verder een plek heeft gekregen.
- Uit ervaring blijkt dat behandeling en vaststelling van een omgevingsvisie door de gemeenteraad al gauw een half jaar in beslag kan nemen, afhankelijk van politieke verhoudingen.
- Denk bij het beschrijven van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving in uw gemeente ook aan een beschrijving van wat uw gemeente onderscheidt (wat het DNA is).
- Onderzoek welke tekststructuur en annotaties nodig zijn voor digitale ontsluiting.
- Omgevingsvisie gemeente (iplo.nl)
- Raadgever De raad stuurt met de omgevingsvisie
- Webinars over de omgevingsvisie en maatschappelijke opgaven en de mer (aandeslagmetdeomgevingswet.nl)
- Pilots Omgevingsvisie 2017-2018 (aandeslagmetdeomgevingswet.nl)
- Wegwijzer ontwikkelen omgevingsvisie (iplo.nl)
- Heeft u naar aanleiding van deze wegwijzer een inhoudelijke vraag? Stel uw vraag via het Informatiepunt Omgevingswet
- Voor ondersteuning bij dit onderwerp kunt u ook terecht bij uw Regionale Implementatiecoach Omgevingswet (RIO)