Deze wegwijzer hoort bij actie 28 uit lijst met minimale acties.
Gemeenten kunnen op de inwerkingtredingsdatum werken met de Omgevingswet. Onderdeel van deze nieuwe wet zijn vier aanvullingssporen. Het aanvullingsspoor Bodem, Natuur, Grondeigendom en Geluid. De aanvullingssporen hebben invloed op (nagenoeg) alle kerninstrumenten en de interbestuurlijke samenwerking. Hierdoor zijn ze van toepassing op alle minimumeisen van elk betrokken bevoegd gezag.
De vier aanvullingssporen vragen ook voor datum inwerkingtreding om actie van het Bevoegd Gezag. Om welke acties het ten minste gaat voor gemeenten wordt in deze wegwijzer benoemd.
Urgentie
- Als een gemeente de acties vanuit de aanvullingssporen niet heeft uitgevoerd, kunnen gemeenten niet voldoen aan de wettelijke vereisten/instructie(regel)s voor de kerninstrumenten, het behandelen van initiatieven, monitoring en toezicht houden of handhaven.
- Het voldoen aan de eisen van de aanvullingssporen brengt de samenhangende benadering, die centraal staat in de Omgevingswet, in het geding. Daarmee komt bijvoorbeeld ook geplande gebiedsontwikkeling in gevaar.
Zaken die in ieder geval voor IWT geregeld dienen te zijn:
Bevoegdheden van bevoegd gezag Wet bodembescherming gaan naar gemeente
- Door de systematiek van de Ow vindt een bevoegdheidsverschuiving plaats. Taken m.b.t. bodemsanering gaan van het huidig bevoegd gezag Wet bodembescherming naar gemeenten. Zorg voor een tijdige overdracht van beschikbare bodeminformatie m.b.t. historische bodemverontreinigingen. Let op; als het gaat om grondwaterkwaliteit is er ook sprake van bodeminformatie-overdracht tussen bevoegd gezag Wet bodembescherming (rechtstreekse gemeenten) en de provincie.
- Wees op de hoogte van huidig provinciaal saneringsbeleid en maak hier als gemeente eigen beleid van of pas het desgewenst aan.
Basistakenpakket
- Weet voor welke milieubelastende activiteiten uw organisatie bevoegd gezag is en welke taken tot het basistakenpakket horen, die worden uitgevoerd door omgevingsdiensten.
- Gemeenten worden bevoegd gezag voor de mba’s graven en saneren (rijksregels - nieuw). Maak afspraken met omgevingsdiensten over de basistaken (kwaliteitseisen en handhavingsstrategie), over eventuele plustaken (bijv. kleinschalig graven) en samenloop bij locaties die onder het overgangsrecht van de Aanvullingswet bodem vallen.
- Zorg dat uw bodeminformatiebeheer op orde is.
Nota Bodembeheer
- Zet uw Nota bodembeheer om naar de Omgevingswet-systematiek.
- Zorg ervoor dat het onderwerp bodem een plaats heeft in de handhavingsstrategie.
Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)
- Zorg ervoor dat de VTH-systemen en werkprocessen zijn aangepast aan de Omgevingswet om de (nieuwe) bodemtaken te kunnen uitvoeren. Wees voorbereid op het (tijdig) kunnen nemen van een besluit over (een verzoek om) een maatwerkvoorschrift.
- Stel de juiste behandeldiensten in voor bodem-aanvragen en meldingen in het DSO.
Kadaster
- U bent op de hoogte van en kunt uw beperkingenbesluiten registreren met de verplichte beperkingenregistratie Basisregistratie Kadaster voor: gedoogplichtbeschikking nazorg (art. 10.13b Ow), gedoogplichtbeschikking verontreiniging bodem zorgplicht/ongewoon voorval (art. 10.21a) en de toevalsvondstbeschikking tijdelijke beveiligingsmaatregelen (art. 19.9c Ow).
- U heeft inzicht in de beperkingenbesluiten Wbb die door de komst van de Omgevingswet zullen vervallen en doorgehaald moeten worden.
Omgevingsplan en buitenplanse omgevingsplanactiviteit
- U bent op de hoogte van en kunt invulling geven aan de instructieregels uit het Bkl (bruidsschat voorziet hier voorlopig in) en indien relevant uit de provinciale omgevingsverordening m.b.t. bodem. In de provinciale omgevingsverordening kunnen (instructie)regels staan t.a.v. het beheer van de grondwaterkwaliteit.
- Wees voorbereid: de bruidsschat voor bouwen op verontreinigde bodem regelt niet de mogelijkheid om voorschriften te verbinden aan de binnenplanse bouwactiviteit in geval de bodemkwaliteit < IW of > IW maar onder de 25 m3 is (uit de bouwverordening art 2.4.2). Deze bevoegdheid verhuist niet automatisch mee naar het tijdelijke omgevingsplan.
Aandachtspunten
- De aanleg en het gebruik van open bodemenergiesystemen (WKO) vallen onder de Omgevingswet onder de milieubelastende activiteit in plaats van wateractiviteiten. Let op de gewijzigde grondslagen.
- Gebiedsgerichte grondwaterbeheerplannen worden 4 jaar na inwerkingtreding Omgevingswet van rechtswege een onverplicht programma.
- Vastgestelde gebiedsspecifieke regels (Nota Bodembeheer) onder het huidige Besluit bodemkwaliteit (vastgesteld voor inwerkingtreding van de Omgevingswet) komt van rechtswege (via overgangsrecht) in het tijdelijk deel van het omgevingsplan. Let op; dit is alleen zo voor zover dit een directe relatie heeft met de bevoegdheid tot het stellen van gebiedsspecifiek beleid (artikel 44 en 45 Bbk, het vaststellen van LMW en een % bodemvreemd materiaal).
- Andere regels zoals bijvoorbeeld m.b.t. bodemonderzoek bij de aanvraag voor een bouwvergunning, omgaan met asbest bij gevoelig bodemgebruik, regels over opslaan van grond en bouwstoffen zullen overheden zelf moeten omzetten naar maatwerkregels of decentrale regels in het omgevingsplan.
- Ken het verschil tussen beleid en beleidsregels en regels in het omgevingsplan. Niet alles wordt zomaar een beleidsregel.
- Geef aan in het omgevingsplan voor welk gebied de regels gelden; via Regels op de kaart in het Omgevingsloket kan de gemeente dit inzichtelijk maken.
- Andere delen uit de Nota Bodembeheer zoals ambities specifiek voor een gemeente (bijvoorbeeld voor grondwaterkwaliteit, voorwaarden van het gebruik van de bodemkwaliteitskaart als bewijsmiddel, communicatie, handhaving) kunnen in een Omgevingswet-programma, ander beleidsdocument of op de website van de gemeente worden opgenomen.
Handige producten en diensten
- Er is een apart spoor: warme overdracht binnen Uitvoeringsprogramma Convenant Bodem en Ondergrond. Raadpleeg uw accountmanager van Bodemplus.
- Webinar bodem onder de Omgevingswet (graven, saneren en toepassen)
- Webinar bodembescherming in de Omgevingswet
- Instructieregels van het rijk voor bodem in het omgevingsplan (iplo.nl)
- Introductie toepasbare regels (iplo.nl)
- Voorbeeldregels omgevingsplan - staalkaart bodembeheer (samendedieptein.nl)
- Overzicht bruidsschatregels voor bodem (iplo.nl)
- Informatieblad Nota bodembeheer: Transitie nota bodembeheer en bodemkwaliteits- en bodemfunctiekaarten naar het stelsel van de Omgevingswet (pdf, samendedieptein.nl)
- Uitgebreide wegwijzer Bodem
Zaken die in ieder geval voor IWT geregeld dienen te zijn:
- Werkprocessen Vergunningen aanpassen aan de Omgevingswet.
- U moet doorgaans een passende beoordeling opstellen voor het vaststellen van een omgevingsplan met mogelijke significant negatieve gevolgen voor een Natura 2000-gebied. Vaak is het maken van een milieueffectrapportage ook verplicht.
Aandachtspunten
- Er geldt bij omgevingsvergunningen voor natuuractiviteiten geen aanhaakplicht. Een omgevingsvergunning voor een natuuractiviteit hoeft dus niet samen met een andere activiteit te worden aangevraagd. Zo kan bijvoorbeeld een omgevingsvergunning voor een Natura-2000-activiteit apart worden aangevraagd van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit.
- Een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit of valkeniersactiviteit moet altijd apart worden aangevraagd. De jachtgeweeractiviteit of de valkeniersactiviteit kan ook niet in 1 aanvraag samen met een andere activiteit (zoals omgevingsplanactiviteit) worden aangevraagd. Dat is omdat de omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit of valkeniersactiviteit een heel specifiek karakter heeft. Die activiteiten hebben geen directe relatie met andere activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning wordt aangevraagd en staan in feite los van ingrepen in de fysieke leefomgeving.
- Er is beoogd om de vergunningplicht voor natuuractiviteiten beleidsneutraal over te zetten naar de Omgevingswet. Wel kan het zijn dat de provincie in haar omgevingsverordening meer of minder gevallen vrijstelt van de vergunningplicht. Daardoor kan toch een verschuiving in vergunningplichtige gevallen optreden.
Handige producten en diensten
- Meer informatie over het aanvullingsspoor Natuur
- Webinar Introductie aanvullingsspoor Natuur
- Webinar Verdieping aanvullingsspoor natuur
- Webinar De natuurinclusieve stad
- Webinar Participatie rond natuur, landschap en milieu binnen de Omgevingswet
Zaken die in ieder geval voor IWT geregeld dienen te zijn:
- De juridische procedures en rechtsgang voor het vestigen van een voorkeursrecht en onteigening wijzigen, zorg dat u op de hoogte bent van de veranderingen en het overgangsrecht. Pas uw interne procedure/werkwijze aan waar nodig.
- Kijk naar het voorkeursrecht op grond van het (tijdelijk) omgevingsplan, want de geldingsduur is gewijzigd (Wro: 10 jaar; Omgevingswet: 5 jaar met mogelijkheid tot eenmalige verlenging van 5 jaar).
- Kostenverhaal voor werken, werkzaamheden en maatregelen op initiatiefnemers die daarvan profiteren is verplicht. Als dit niet lukt via een overeenkomst (bij voorkeur dus anterieur) dan is de publiekrechtelijke weg verplicht. U dient hiervoor kostenverhaalregels in het omgevingsplan of de vergunning voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit op te nemen. Stel deze regels op de juiste wijze en tijdig op.
- De grondslagen voor het vestigen van een voorkeursrecht en een onteigening wijzigen, let op dat u dit tijdig verankert in de nieuwe kerninstrumenten van de Omgevingswet; de omgevingsvisie, het programma en omgevingsplan.
- Na datum inwerkingtreding schrijft u een gevestigd voorkeursrecht in in de Basisregistratie Kadaster publiekrechtelijke beperkingen.
- Afdwingbaar kostenverhaal kent een methode voor integrale gebiedsontwikkeling (kostenverhaal met tijdvak) en een methode voor organische gebiedsontwikkeling (kostenverhaal zonder tijdvak). Deze methoden bieden andere mogelijkheden en er gelden andere vereisten.
- In een anterieure overeenkomst over het kostenverhaal kunnen niet alleen bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen worden afgesproken op basis van een omgevingsvisie, maar vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet ook op basis van een programma.
- Nieuw instrument is de afdwingbare financiële bijdrage ter verbetering van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Dit instrument mag alleen worden toegepast voor het verhalen van de kosten van een aantal ontwikkelingen dat wordt genoemd in het Omgevingsbesluit. Daarnaast geldt dat er sprake moet zijn van een functionele samenhang tussen de bouwactiviteit van de initiatiefnemer en de ontwikkeling waarvoor een financiële bijdrage verhaald wordt. Verdere vereisten zijn dat de financiële bijdragen een grondslag moeten hebben in het omgevingsplan, dat het bevoegd gezag periodiek verslag moet doen van de besteding van de financiële bijdragen en dat een eindafrekening moet worden opgemaakt.
- Nieuw is ook het instrument voor stedelijke kavelruil. Dit instrument biedt uitkomst als de grondeigenaren in een gebied hun bouwplannen alleen kunnen verwezenlijken door grond en gebouwen te ruilen. In gebieden waar stedelijke vernieuwing nodig is, kan de gemeente stedelijke kavelruil stimuleren door eigenaren bij elkaar te brengen en het proces van kavelruil te faciliteren.
Handige producten en diensten
- Tweedelig webinar Grondbeleidsinstrumentarium - Aan de slag met de Omgevingswet (feb 2022)
- Aanvullingsspoor grondeigendom: Webinar Inspiratiedag Implementatie Omgevingswet (9 september 2021). Dit webinar gaat in op de vraag wat programmamanagers/projectleiders te doen hebben om goed voorbereid te zijn op komst Omgevingswet.
- Webinar De Aanvullingswet grondeigendom (AWG) (uit 2020, maar nog steeds actueel)
- Handreiking kostenverhaal en financiële bijdragen Omgevingswet beschikbaar
- Handreiking grondeigendom Omgevingswet voorkeursrecht, onteigening en stedelijke kavelruil (mei 2022)
Zaken die in ieder geval voor IWT geregeld dienen te zijn:
- Als een gemeente een woning, een gemeenteweg, een lokaal spoor of een industrieterrein met GPP’s wil toestaan, dan moet zij de instructiegels uit het Bkl kunnen toepassen. Dat kan dus ook al op 1 januari 2024 zijn of zelfs eerder bij de voorbereiding van een wijzigingsbesluit omgevingsplan.
Aandachtspunten
- Vrijwel alle gemeenten hebben te maken met wegverkeer en (gezoneerde) industrieterreinen als bron van geluid. Voor wegverkeer moeten gemeenten de basis geluidsemissie (BGE) vastleggen. Rond wegen ontstaan dan geluidsaandachtsgebieden, die een indicatie zijn van geluidsbelasting op gebouwen. De startdatum voor de verplichting van de BGE wordt bepaald in een Koninklijk Besluit.
- Gemeenten moeten onder de Omgevingswet voor alle gezoneerde industrieterreinen – waar zij bevoegd gezag voor zijn – de huidige geluidzones omzetten naar de geluidproductieplafonds (GPP). Deze systematiek geldt al voor Rijksinfrastructuur. De GPP’s voor industrieterreinen moeten uiterlijk in 2029 zijn vastgesteld. Deze GPP’s moeten worden aangeleverd aan de Centrale voorziening geluidsgegevens (CVGG).
- Als de GPP (de omgevingswaarde) wordt overschreden, dan is een programma verplicht.
- Lokaal spoor valt onder de basisgeluidsemissie (BGE). Gemeenten kunnen er voor kiezen om lokale spoorwegen bij gemeentewegen als één geluidsbron beoordelen.
- Bij het toelaten van een activiteit in het omgevingsplan gelden twee belangrijke eisen: houd rekening met geluid van verschillende activiteiten samen en voorzie in aanvaardbaar geluid per activiteit. De regels kunnen waarden, maatregelen of andere verplichtingen bevatten.
- Gegevens over bronnen van geluid, de berekende geluidsproductie daarvan en de normering daarop moeten worden aangeleverd aan de Centrale voorziening geluidsgegevens (Cvgg).
- Gemeenten binnen een agglomeratie (stedelijk gebied) moeten een actieplan geluid maken o.b.v. Europese regelgeving (END). Deze gemeentelijke (actie)plannen voor geluid worden van rechtswege een programma onder de Omgevingswet. Voor datum van inwerkingtreding moeten de Europese geluidskaarten worden aangeleverd aan Centrale voorziening geluidsgegevens (Cvgg). Het actieplan kan gaan over de volgende geluidsbronnen: wegen, spoorwegen, luchthavens en activiteiten. Het actieplan wordt opgesteld aan de hand van de geluidbelastingkaarten. Het beleidsmatig deel van het actieplan beschrijft het te voeren beleid om de geluidbelasting Lden en Lnight te beperken. Voor die geluidbelasting bevat het actieplan een plandrempel op geluidgevoelige gebouwen. Het concrete deel van het actieplan bestaat uit de voorgenomen maatregelen met hun effecten. Zie hiervoor ook wegwijzer 17.
- De gemeente moet uiterlijk 2029 een gpp als omgevingswaarden vaststellen voor de geluidproductie van een industrieterrein (Omgevingswet, artikel 2.11a)
- De beheersing van geluid afkomstig van gemeentewegen, lokale spoorwegen en (gemeentelijke) industrieterreinen komt bij de taken van de gemeente. Doel is het beschermen van de gezondheid.
Handige producten en diensten
- Dossier Aanvullingswet geluid Omgevingswet, Tweede Kamer
- Geluid in de Bruidsschat
- Themapagina geluid (Informatiepunt Leefomgeving - iplo.nl)
- Instructieregels voor beheersen van geluid door wegen, spoorwegen en industrieterreinen
- Instructieregels toelaten weg of spoorweg met een basisgeluidemissie
- Instructieregels toelaten industrieterrein met geluidproductieplafond
- Instructieregels toelaten geluidgevoelig gebouw
- Geluidproductieplafond als omgevingswaarde
- Basisgeluidemissie
- Instructieregels actieplan geluid
- Overgangsrecht geluid
- Stappenplan voor eerste vaststelling geluidproductieplafonds industrieterrein
Vindt u niet wat u zoekt in deze wegwijzer? Voor meer producten en diensten kunt u de Catalogus Omgevingswet voor gemeenten raadplegen.
- Heeft u naar aanleiding van deze wegwijzer een inhoudelijke vraag? Stel uw vraag via het Informatiepunt Omgevingswet.
- Voor ondersteuning bij dit onderwerp kunt u ook terecht bij jouw Regionale Implementatiecoach Omgevingswet (RIO).