Om te bepalen of een cliënt recht heeft op een uitkering moet u o.a. de feitelijke woon- en verblijfsituatie van de cliënt vaststellen. Heeft u twijfel over deze woon- en verblijfsituatie dan kunt u een huisbezoek afleggen. U dient hierbij wel goed af te wegen of het afleggen van het huisbezoek het juiste middel is. Kunt u het beoogde doel – vaststellen woon- en verblijfsituatie - bereiken met een ander, minder ingrijpend middel, dan dient u voor dat middel te kiezen.
Stappenplan
- Verifieer de opgegeven woon- en verblijfsituatie van de cliënt in uw gemeentelijke bronbestanden.
- Stel de noodzaak voor het afleggen van het huisbezoek vast
- Toets de inzet van het huisbezoek op de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit
- Beoordeel of er een minder ingrijpend middel beschikbaar is om de feitelijke woon- en verblijfsituatie te bepalen
- Als dit niet mogelijk is dan motiveert u zorgvuldig de reden en het doel van het huisbezoek
- Leg het huisbezoek af volgens de Richtlijnen huisbezoek (zie Handreiking huisbezoek) of volgens de eigen gedragscode
- Leg het huisbezoek vast in een rapport, inclusief de originele aantekeningen
- Nodig de cliënt uit om het rapport te bespreken
- Informeer de cliënt over het vervolg van het proces.
Informatie & instrumenten
- Handreiking Huisbezoek
- Protocol huisbezoeken sociale zekerheid 2024 | Gemeente Groningen