In deze casus staat het identificeren van de cliënt bij onderzoeken in het kader van de Participatiewet (Pw) centraal. Hoe kunt u hier met het oog op de regels mee omgaan? 

De casus

De sociale recherche van een gemeente ontvangt een melding over een cliënt die vermoedelijk zwart werkt in een bedrijf met meerdere personeelsleden. De handhaver die met deze zaak aan de slag gaat, wil gaan posten bij het bedrijf. Daarvoor moet zij natuurlijk wel weten hoe de betreffende cliënt eruitziet. Het probleem is dat er in het klantdossier geen foto zit van de cliënt. Op zich is dat ook logisch. Bij het aanvragen van een uitkering en het vaststellen van het recht hierop, is het voldoende dat de aanvrager zich legitimeert.   

Om toch aan de slag te kunnen vraagt ze een foto op bij de afdeling Burgerzaken van haar gemeente. Die wijst haar verzoek af. Haar vraag wordt gezien als ‘een verzoek ter verkrijging van een kopie van een pasfoto uit de reisdocumentenadministratie’, zoals bedoeld in artikel 72 van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 (PUN). Het verzoek wordt daarom afgewezen onder verwijzing naar artikel 73 van deze PUN: de handhaver behoort niet tot de beperkte groep aan wie uitsluitend verstrekking uit de reisdocumentenadministratie kan plaatsvinden.

Welke mogelijkheden heeft de handhaver om toch achter de identiteit van de cliënt te komen?

Onderstaande afbeelding geeft de mogelijkheden schematisch weer. De uitwerking van de mogelijkheden vindt u onder de afbeelding.

Schematische weergave mogelijkheden voor identificatie cliënt bij onderzoek Participatiewet

 

(Klik op de afbeelding voor een groter formaat)

Profielfoto sociale media opzoeken

Een van de praktische oplossingen is om te kijken of er foto’s van de cliënt te vinden zijn binnen de beschikbare open bronnen. Sociale media liggen daarbij het meest voor de hand. Heeft de cliënt een profiel op Facebook, Instagram, Twitter of een ander sociaal platform, dan kan de handhaver de profielfoto gebruiken ter identificatie. Dat kan ter plekke of voorafgaand aan het posten. In beginsel hoeft zij deze foto niet op te slaan. Maar, met het oog op zorgvuldigheid, kan het toch wenselijk zijn om de gebruikte foto toe te voegen aan het onderzoeksrapport. Zo kan de handhaver verantwoorden op welke wijze ze de cliënt heeft geïdentificeerd. 

Inschakelen consulent 

Heeft de cliënt geen profiel op sociale media of bevat het profiel geen (herkenbare) foto? Dan kan de handhaver met het posten altijd een consulent meenemen die de cliënt kent.

Cliënt uitnodigen voor gesprek

De handhaver kan de cliënt ook, eventueel samen met de consulent, uitnodigen voor een ‘niet-gerelateerd’ gesprek, bijvoorbeeld over arbeidsinschakeling. Zo weet de handhaver wie de cliënt is.

Boa bij strafrechtelijk onderzoek

De afdeling Burgerzaken kan de opgevraagde foto wél verstrekken aan een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) maar alleen in geval van een strafrechtelijk onderzoek. Die behoort namelijk tot de eerder genoemde beperkte groep aan wie verstrekking uit de reisdocumentenadministratie is toegestaan. Het limitatieve stelsel van de PUN gaat voor op de algemene bepalingen uit de Participatiewet. 

Inzetten bevoegdheden toezichthouder

Een laatste optie is meteen de meest belastende. De handhaver beseft dat ze dit alleen kan doen als de voorgaande opties niet mogelijk zijn. Deze optie betreft de situatie waarin de handhaver is aangewezen als toezichthouder op de naleving van de Pw (artikel 76a). Bij een vermoeden dat de cliënt aanwezig is bij het bedrijf, is de handhaver in haar hoedanigheid als toezichthouder bevoegd om het bedrijf zonder toestemming te betreden. Dat staat in artikel 5:15 van de Awb. Ook mag ze inlichtingen vorderen van de aanwezigen en inzage vorderen in de identiteitsbewijzen van de mensen die ze hier aantreft. De grond hiervoor vindt ze in artikel 5:16a Awb. 

Conclusie: verschillende mogelijkheden

Binnen de bestaande onderzoeksmiddelen is er dus veel mogelijk om een cliënt te identificeren. Veel van deze opties zijn meer praktisch van aard en zullen in de regel volstaan, maar in sommige uitdagende gevallen moet je als handhaver een beroep doen op de aanvullende bevoegdheden zoals die van een toezichthouder of boa.