Wegwijzers bij minimale acties Omgevingswet

In een programma onder de Omgevingswet werkt een overheid haar beleid uit voor de ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming of het behoud van de fysieke leefomgeving (artikel 3.5, onder a, Omgevingswet) of maatregelen om aan omgevingswaarden te voldoen of maatregelen om 1 of meer andere doelstellingen voor de fysieke leefomgeving te bereiken (artikel 3.5, onder b, Omgevingswet). Soms is het vaststellen en uitvoeren van een programma verplicht.

Als gemeente of provincie een omgevingswaarde vaststelt, kan zij worden aangesproken op het behalen van de omgevingswaarde. Hieruit kan ook een programma- met monitoringsplicht ontstaan.

Urgentie

Luchtkwaliteit

  • Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) stopt. Daarvoor in de plaats is er een programma nodig bij een dreigende overschrijding van een omgevingswaarde. Deze programmaplicht ligt meestal bij de gemeente, en soms bij het rijk of de provincie. Dit hangt af van de omgevingswaarde.
  • Het opstellen van een programma luchtkwaliteit is alleen verplicht voor gemeenten waar ook nu sprake is van een overschrijding van de waarden voor luchtkwaliteit. Deze gemeenten hebben in de regel al actieplannen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit, al dan niet opgesteld in het kader van het huidig Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit.

Geluid

  • Het actieplan geluid is een verplicht programma voor het rijk (artikel 3.9 Ow), de provincies (artikel 3.8 Ow) en een aantal aangewezen gemeenten (artikel 3.6 Ow en artikel 2.40 Or). Deze verplichting volgt uit de Europese richtlijn omgevingslawaai. In Afdeling 4.3 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) staan instructieregels voor de gemeente, de provincie en het rijk.
  • De digitale standaarden en de bekendmaking van wijzigings- of vaststellingsbesluiten omtrent verplichte programma’s in het digitaal stelsel Omgevingswet gelden vanaf datum inwerkingtreding. In Afdeling 4.3 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) staan instructieregels voor de gemeente, de provincie en het rijk.