Wegwijzers bij minimale acties Omgevingswet

Bij deze wegwijzer hoort minimale actie 23. Er is gekozen deze minimale actie op te nemen in een overkoepelende wegwijzer: wegwijzer 28, onder het kopje ‘Grondeigendom’.

Zaken die in ieder geval voor IWT geregeld dienen te zijn

  • De juridische procedures en rechtsgang voor het vestigen van een voorkeursrecht en onteigening wijzigen, zorg dat u op de hoogte bent van de veranderingen en het overgangsrecht. Pas uw interne procedure/werkwijze aan waar nodig.
  • Kijk naar het voorkeursrecht op grond van het (tijdelijk) omgevingsplan, want de geldingsduur is gewijzigd (Wro: 10 jaar; Omgevingswet: 5 jaar met mogelijkheid tot eenmalige verlenging van 5 jaar).
  • Kostenverhaal voor werken, werkzaamheden en maatregelen op initiatiefnemers die daarvan profiteren is verplicht. Als dit niet lukt via een overeenkomst (bij voorkeur dus anterieur) dan is de publiekrechtelijke weg verplicht. U dient hiervoor kostenverhaalregels in het omgevingsplan of de vergunning voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit op te nemen. Stel deze regels op de juiste wijze en tijdig op.
  • De grondslagen voor het vestigen van een voorkeursrecht en een onteigening wijzigen, let op dat u dit tijdig verankert in de nieuwe kerninstrumenten van de Omgevingswet; de omgevingsvisie, het programma en omgevingsplan.
  • Na datum inwerkingtreding schrijft u een gevestigd voorkeursrecht in de Basisregistratie Kadaster publiekrechtelijke beperkingen.
  • Afdwingbaar kostenverhaal kent een methode voor integrale gebiedsontwikkeling (kostenverhaal met tijdvak) en een methode voor organische gebiedsontwikkeling (kostenverhaal zonder tijdvak). Deze methoden bieden andere mogelijkheden en er gelden andere vereisten.
  • In een anterieure overeenkomst over het kostenverhaal kunnen niet alleen bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen worden afgesproken op basis van een omgevingsvisie, maar vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet ook op basis van een programma.
  • Nieuw instrument is de afdwingbare financiële bijdrage ter verbetering van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Dit instrument mag alleen worden toegepast voor het verhalen van de kosten van een aantal ontwikkelingen dat wordt genoemd in het Omgevingsbesluit. Daarnaast geldt dat er sprake moet zijn van een functionele samenhang tussen de bouwactiviteit van de initiatiefnemer en de ontwikkeling waarvoor een financiële bijdrage verhaald wordt. Verdere vereisten zijn dat de financiële bijdragen een grondslag moeten hebben in het omgevingsplan, dat het bevoegd gezag periodiek verslag moet doen van de besteding van de financiële bijdragen en dat een eindafrekening moet worden opgemaakt.
  • Nieuw is ook het instrument voor stedelijke kavelruil. Dit instrument biedt uitkomst als de grondeigenaren in een gebied hun bouwplannen alleen kunnen verwezenlijken door grond en gebouwen te ruilen. In gebieden waar stedelijke vernieuwing nodig is, kan de gemeente stedelijke kavelruil stimuleren door eigenaren bij elkaar te brengen en het proces van kavelruil te faciliteren.