In de rubriek ‘Vraag het de jurist’ buigen juristen van de VNG zich over vragen rond toezicht en handhaving die leven bij gemeenten. Janneke van Iersel, als jurist verbonden aan het team Naleving Multidisciplinaire Samenwerking Naleving, beantwoordt in deze editie de vraag: Wat betekent het ‘recht op rechtsbijstand’ in de gemeentelijke praktijk?

In september 2024 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan over het recht op rechtsbijstand bij bestuurlijke boetes (ECLI:NL:HR:2024:1135). In december 2024 heeft de Raad van State de uitgangspunten van de Hoge Raad bevestigd. De kern: ook bij bestuurlijke boetes moet een betrokkene worden gewezen op het recht op bijstand van een raadsman – net zoals in het strafrecht. Dit geldt ook bij informele gesprekken als daaruit informatie kan voortkomen die voor een boete wordt gebruikt.
Het recht op rechtsbijstand volgens de Hoge Raad
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), waarin het recht op een eerlijk proces is vastgelegd, ook geldt voor bestuurlijke boetes. Dat betekent dat personen die worden gehoord in een, zaak die kan leiden tot een boete, recht hebben op bijstand van een raadsman én daar actief op moeten worden gewezen.
Het uitgangspunt is dat dit in ieder geval moet gebeuren voordat een verhoor plaatsvindt zoals bedoeld in artikel 5:10a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hiermee is het recht op rechtsbijstand feitelijk gelijkgesteld aan het geven van de cautie en de daaraan verbonden gevolgen.
Toepassing van het recht op rechtsbijstand
Wanneer een betrokkene wordt gehoord in een situatie waarin een bestuurlijke boete mogelijk is, dan moet u:
- De cautie geven: informeren dat iemand niet verplicht is om te antwoorden.
- Wijzen op het recht op rechtsbijstand: vertellen dat de betrokkene zich mag laten bijstaan door een raadsman, en dat dit recht geldt vanaf het eerste moment van verhoor.
Personen die rechtsbijstand mogen verlenen
Volgens de Awb hoeft een raadsman niet per se een advocaat te zijn. Iedere gemachtigde – dus bijvoorbeeld ook een juridisch adviseur – mag als bijstand optreden, zolang hij of zij door de betrokkene is aangewezen.
Het belang van tijdige en juiste informatie over rechtsbijstand
Als er niet (tijdig) wordt gewezen op het recht op rechtsbijstand, kan dat gevolgen hebben voor het gebruik van de verklaring van de betrokkene. In het uiterste geval kan het zelfs leiden tot vernietiging van de boete wegens schending van het recht op een behoorlijk proces. De rechter kan verklaringen die zonder de juiste waarborgen zijn afgelegd, buiten beschouwing laten.
De Hoge Raad heeft in het arrest geoordeeld dat een schending van het wijzen op rechtsbijstand niet automatisch leidt tot uitsluiting van bewijs. Om dit te beoordelen moet gekeken worden naar of de betrokkene een behoorlijk proces heeft gekregen. Dit hangt af van de beoordeling of de procedure als geheel behoorlijk is geweest, met inachtneming van de specifieke omstandigheden van het geval, zoals of de betrokkene gedurende het proces alsnog rechtsbijstand heeft gekregen
Advies voor de praktijk
- Bestuursorganen moeten voortaan, naast het geven van de cautie, de betrokkene vóór het verhoor informeren over het recht op rechtsbijstand. Het is verstandig om dit op te nemen in het boeterapport in verband met eventuele bezwaar- of beroepsprocedures, waarin de juistheid van de procedure ter discussie wordt gesteld.
- Bij een kwetsbare verdachte mogen gemeenten niet te snel aannemen dat deze afstand doet van het recht op rechtsbijstand. Bestuursorganen moeten zorgvuldig onderzoeken of de betrokkene daadwerkelijk de gevolgen van beslissing begrijpt en of deze weloverwogen en ondubbelzinnig is gegeven.
- Hoewel de Hoge Raad zich er niet over uitlaat, is het raadzaam dat bestuursorganen ook in latere fasen blijven wijzen op het recht op rechtsbijstand. Dit geldt bijvoorbeeld bij een tweede verhoor of een verhoor in de bezwaarfase.
- Het is van belang dat bestuursorganen duidelijk communiceren dat naast advocaten ook andere gekwalificeerde juridische adviseurs rechtsbijstand kunnen verlenen. De Hoge Raad stelt expliciet dat iedereen bijstand mag verlenen in bestuurlijke boetezaken, mits deze persoon effectieve juridische ondersteuning kan bieden.
- Hoewel niet expliciet genoemd in de uitspraak, is het aannemelijk dat bestuursorganen een redelijke tijd in acht moeten nemen voor de komst van een raadsman. We raden aan om interne richtlijnen op te stellen waarin wordt vastgelegd wat als een redelijke wachttijd wordt beschouwd. Dit geeft betrokkenen voldoende gelegenheid om rechtsbijstand te regelen en waarborgt een consistente handelwijze binnen de organisatie.
- Informeer ook uw andere collega’s binnen toezicht en handhaving over deze ontwikkeling.