In de rubriek 'Vraag het de jurist' beantwoordt Paul Norp van Stimulansz elke maand een (veelgestelde) vraag door gemeenten over toezicht en handhaving Wmo 2015 en Jeugdwet.

Vraag het de jurist

Team Zorg van VNG Naleving krijgt regelmatig vragen van gemeenten met betrekking tot toezicht en handhaving. Paul Norp is als jurist verbonden aan dit team. Elke maand buigt hij zich in deze rubriek over een vraag die leeft bij of interessant is voor meerdere gemeenten. Deze maand is dat: Zijn er bij VNG Naleving al praktijkvoorbeelden bekend over de toepassing van artikel 5:20 lid 3 Algemene wet bestuursrecht (Awb) in relatie tot het niet-meewerken aan toezichtshandelen rond Wmo en Jeugdwet? Én, zijn er al gemeenten die in dit verband hun dwangsombevoegdheid hebben ingezet om medewerking aan toezicht af te dwingen?

Concrete voorbeelden zijn bij ons nog niet bekend. De regeling geldt pas sinds 1 juli 2021 en is daarmee relatief nieuw. Natuurlijk is ook VNG Naleving geïnteresseerd in praktijkervaringen van gemeenten op dit gebied. Heeft u dergelijke ervaringen? Meld die dan bij de adviseur van Team Zorg in uw regio (zie contactgegevens onder het kopje ‘Meer informatie’). Wij delen uw ervaringen dan via onze open en/of gesloten kanalen met andere gemeenten. Los van het bovenstaande zijn er wel wat zaken over dit onderwerp te melden.

Mandaat besluit dwangsom

Allereerst is het opleggen van een dwangsom geen bevoegdheid van de toezichthouder, maar besluitvorming in de zin van de Awb. Net als bijvoorbeeld het toekennen van Wmo- of Jeugdwetvoorzieningen. Dat is in beginsel een collegebevoegdheid. Daarom raden we toezichthouders aan om rond dit thema contact op te nemen met de afdeling Algemeen-juridische zaken van hun gemeente. Daar is hoogstwaarschijnlijk ervaring met de materie en weet men wie binnen de organisatie mandaat heeft om dergelijke besluiten te nemen. 

Het hoe en wat van bestuursdwang

De VNG heeft over toezicht en handhaving ook een algemene handreiking gepubliceerd: Handhaving door en voor gemeenten - een juridische handleiding voor de gemeentelijke praktijk. Hoofdstuk 5 van die handleiding is geheel gewijd aan bestuursdwang en de daarbij te nemen stappen (met aandachtspunten). Zie ook Hoofdstuk 7 van deze handleiding. Dat gaat over kostenverhaal na het toepassen van bestuursdwang. 

Besluiten versus houden van toezicht

De dwangsombevoegdheid is op zichzelf niet nieuw voor gemeenten. Ze bestaat al geruime tijd en is inzetbaar voor de handhaving van verschillende wetten die gemeenten uitvoeren (zie artikel 125 Gemeentewet). In deze gevallen gaat het echter om het afdwingen van medewerking aan het uitvoeren van wetgeving, handhavingsbesluiten. Dat moet juridisch goed worden onderscheiden van meewerken aan toezicht. Het houden van toezicht is feitelijk handelen, geen besluitvorming!

Hoe zit dat dan precies?

Een voorbeeld: een gemeente heeft in het kader van de Wmo een traplift toegekend aan de bewoner van een appartementencomplex. De eigenaar wil daaraan niet meewerken, maar is daartoe volgens de wet wel verplicht. In zo’n geval bestaat er al langer een dwangsommogelijkheid. In de Wmo-jurisprudentie zijn daarvan wel enkele voorbeelden te vinden. Zoals Rb. Haarlem 27-11-2007, ECLI:NL:RBHAA:2007:BC5046 (gem. Bloemendaal). Maar ook de met elkaar samenhangende uitspraken ABRVS 16-03-2011 ECLI:NL:RVS:2011:BP7783 (gem. Den Haag) en CRVB 04-12-2013, ECLI:NL:CRVB:2013:2716 (gem. Den Haag). 

Daarnaast bestonden er vóór 1 juli 2021 ook al bijzondere wettelijke regelingen om medewerking aan toezicht via bestuursdwang af te dwingen. Een voorbeeld is het in de Wmo 2015 geregelde toezicht op Veilig Thuis (het vroegere Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (zie Hoofdstuk 4 Wmo 2015). Dit toezicht wordt uitgevoerd door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Medewerking aan dat IGJ-toezicht kan al sinds 2015 worden afgedwongen via een dwangsom. Zie artikel 4.3.1 Wmo 2015 en artikel 4.3.3 lid 3 Wmo 2015. De Jeugdwet kent overigens een vergelijkbare regeling voor het IGJ-kwaliteitstoezicht. Zie artikel 9.2 Jeugdwet en artikel 9.5 lid 3 Jeugdwet. 

Nieuw is dat sinds 1 juli 2021 de dwangsombevoegdheid nu ‘standaard’ is geregeld in de Awb voor het afdwingen van medewerking aan het toezicht op de naleving en geldt voor al het toezicht in de zin van Titel 5:2 Awb. 

Meer informatie

•    Handhaving door en voor gemeenten - een juridische handleiding voor de gemeentelijke praktijk
•    Artikel 5:20 lid 3 Algemene wet bestuursrecht (wetten.overheid.nl)
•    Artikel 125 Gemeentewet (wetten.overheid.nl)
•    Hoofdstuk 4 Wmo 2015 (wetten.overheid.nl)
•    Artikel 4.3.1 Wmo 2015 (wetten.overheid.nl)
•    Artikel 4.3.3 lid 3 Wmo 2015 (wetten.overheid.nl)
•    Artikel 9.2 Jeugdwet (wetten.overheid.nl)
•    Artikel 9.5 lid 3 Jeugdwet (wetten.overheid.nl)
•    Titel 5:2 Algemene wet bestuursrecht (wetten.overheid.nl)
•    Rb. Haarlem 27-11-2007, ECLI:NL:RBHAA:2007:BC5046 (gem. Bloemendaal) (uitspraken.rechtspraak.nl)
•    ABRVS 16-03-2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP7783 (gem. Den Haag) (uitspraken.rechtspraak.nl)
•    CRVB 04-12-2013, ECLI:NL:CRVB:2013:2716 (gem. Den Haag) (uitspraken.rechtspraak.nl)
•    Contactgegevens adviseurs Team Zorg VNG Naleving