In de rubriek ‘Vraag het de jurist’ beantwoordt Paul Norp van Stimulansz elke maand een veelgestelde vraag door gemeenten over toezicht en handhaving Wmo 2015 en Jeugdwet.

Vraag het de jurist

Team Zorg van VNG Naleving krijgt regelmatig vragen van gemeenten met betrekking tot toezicht en handhaving binnen de Wmo en Jeugdwet. Paul Norp is als jurist verbonden aan dit team. Elke maand buigt hij zich in deze rubriek over een vraag die leeft bij meerdere gemeenten. Deze maand is dat: ‘Mag een gemeente regels opnemen in haar verordening/beleid over een pgb in het kader van de Jeugdwet waarbij ouders zowel vertegenwoordiger als zorgverlener zijn?'

Hoe zit dat in de Wmo?

In het kader van de Wmo 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) al eens uitgesproken dat een pgb geweigerd kan worden in situaties waar de zorgverlener die via het pgb wordt betaald, ook pgb-vertegenwoordiger is. De gedachte hierachter is dat de zorgaanbieder de beheertaken die bij een pgb horen niet met voldoende afstand en kritisch zal kunnen vervullen. Dat gaat met name om de kwaliteitstoetsing, omdat er belangenverstrengeling kan zijn.

Vertaling naar de Jeugdwet

Hoe geldt dit als het gaat om de Jeugdwet en het pgb waarbij ouders zowel wettelijk vertegenwoordiger zijn, én pgb-vertegenwoordiger, én één of beide ouders zorgverlener zijn die vanuit het pgb worden betaald? Nog los van de vraag of dit überhaupt wenselijk is, is het de vraag hoe dit juridisch zit. Mag een gemeente hier ook regels over opnemen in verordening/ beleid?

De genoemde CRvB-uitspraak in het kader van de Wmo is die van 22-08-2019, ECLI:NL:CRVB:2019:2803. Een vergelijkbare Jeugdwetuitspraak is er nog niet. Toch zijn er wel redenen om aan te nemen dat de rechter onder de Jeugdwet niet anders zal oordelen op dit punt, omdat de wettelijke regels in de Wmo 2015 en in de Jeugdwet vrijwel hetzelfde zijn. Zie respectievelijk artikel 2.3.6 Wmo 2015 en artikel 8.1.1 Jeugdwet.

Beleidsregels omgaan met pgb-voorwaarden

Gemeenten kunnen beleidsregels (zie over beleidsregels artikel 1:3 lid 4 Algemene wet bestuursrecht en Titel 4:3 Algemene wet bestuursrecht) maken over het omgaan met de pgb-voorwaarden. Zie voor in dit geval artikel 2.3.6 lid 2, onder a. Wmo 2015 en artikel 8.1.1 lid 2, onder a. Jeugdwet. Zie voor een voorbeeld de uitspraak Rechtbank Gelderland, 10-09-2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:3911.

Commercieel belang

Waar het hier om gaat is dat het pgb wordt beheerd door iemand die het belang van de cliënt/jeugdige behartigt, en niet (ook) een ander belang heeft, bijvoorbeeld een commercieel belang. Dat is in de situatie waar ouders een pgb beheren anders, want die hebben in de regel geen commercieel belang.

Emotionele band

Toch kan er een andere reden zijn om toch geen pgb te verstrekken, of om voor een deel van de jeugdhulp extern ingehuurde hulp in te zetten. Al dan niet gefinancierd via het pgb. Juist omdat er iemand moet worden ingezet die geen emotionele band heeft met de jeugdigen of ouders en de problematiek waarvoor jeugdhulp wordt ingezet met wat meer ‘afstand’ kan benaderen. Weigeren van een pgb is ook om die reden mogelijk. Dan hebben we het over het voldoen aan de kwaliteitsvoorwaarden uit respectievelijk artikel 2.3.6 lid 2, onder c. Wmo 2015 en artikel 8.1.1 lid 2, onder c. Jeugdwet en niet om het beheer van het pgb.

Uit beide wetten zijn uitspraken bekend waarbij een pgb (deels) werd geweigerd omdat inzet van professionele buitenstaanders vereist was. Zie onderdeel 4.2 van de Wmo-uitspraak CRvB 25-03-2020, ECLI:NL:CRVB:2020:771 en onderdeel 2 van de Jeugdwetuitspraak CRvB 21-04-2021, ECLI:NL:CRVB:2021:891. 

Meer informatie