In de rubriek ‘Vraag het de jurist’ buigen juristen van de VNG zich over vragen rond toezicht en handhaving die leven bij gemeenten. Kris Hulsen, als jurist verbonden aan het team Naleving Werk & Inkomen, beantwoordt in deze editie de vraag: Wanneer mag een gemeente een gemachtigde buitenspel zetten?

U kunt bijvoorbeeld denken aan iemand die zich ten onrechte als gemachtigde presenteert terwijl er geen formele machtiging is overgelegd. Of aan een situatie waarin ernstige twijfel bestaat over de intenties en betrouwbaarheid van een gemachtigde.
Situatieschets: twijfel over het belang van de gemachtigde
Tijdens een onderzoek naar de verblijfplaats van een vrouw meldt een man zich bij de gemeente als haar gemachtigde. Bij controle blijkt dat deze man op een begeleid wonen locatie verblijft. Ook blijkt de vrouw momenteel intramurale zorg te ontvangen (zorg die een cliënt ontvangt gedurende een onafgebroken verblijf in een instelling). Er is geen direct contact te krijgen met haar.
De man is geen onbekende voor de gemeente. In het verleden zijn er meerdere ordegesprekken met hem gevoerd en er is een pandverbod opgelegd. Vanwege zijn gedrag en achtergrond rijst de vraag of hij daadwerkelijk in het belang van de vrouw handelt. Ook bestaat er twijfel over de vraag of de vrouw zelfstandig een machtiging heeft kunnen verlenen. Zo ontstaat de vraag of deze man buiten spel gezet kan worden in het kader van het onderzoek nu er twijfel bestaat over de wilsbekwaamheid van mevrouw en het zelfstandig kunnen verlenen van een machtiging.
Uitgangspunt: wilsbekwaam tenzij anders vastgesteld
In de Nederlandse wet is het uitgangspunt: iemand wordt geacht wilsbekwaam te zijn, tenzij het tegendeel is bewezen. Uit de gestelde feiten en omstandigheden blijkt nergens dat er sprake is van wilsonbekwaamheid van de man of de vrouw. Bij het ontbreken van een medisch deskundig oordeel moet men ervan uitgaan dat iemand wilsbekwaam is. Zelfs bij diagnoses als dementie of Alzheimer geldt niet automatisch dat iemand wilsonbekwaam is.
Mocht iemand toch wilsonbekwaam blijken, dan betekent dit dat hij of zij niet zelfstandig rechtshandelingen kan verrichten. Dit sluit echter niet per definitie uit dat diegene als gevolmachtigde kan optreden. Als een machtiging is verleend door een wilsonbekwame persoon, kunnen handelingen op basis van die machtiging wel nietig of vernietigbaar zijn.
De status van een machtiging
Het is ook van belang vast te stellen of iemand daadwerkelijk gemachtigd is en, zo ja, waarvoor. Een machtiging kan bijvoorbeeld betrekking hebben op vertegenwoordiging in juridische procedures, medische beslissingen of digitale zaken. Een machtiging mag dan ook worden gecontroleerd op grond van art. 2:1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Zonder geldige machtiging is een iemand slechts een aanspreekpunt of vertegenwoordiger buiten rechte.
Machtigingen alleen in uitzonderijke gevallen weigeren
Een gemachtigde kan alleen in uitzonderlijke gevallen worden geweigerd. Artikel 2:2 van de Algemene wet bestuursrecht biedt hiervoor ruimte via het begrip 'ernstig bezwaar'. Denk aan situaties waarin iemand als onbetrouwbaar of onbekwaam wordt beschouwd. De bewijslast hiervoor ligt bij het bestuursorgaan. Volledige juridische bewijsvoering is niet vereist; aannemelijkheid volstaat. Voorbeelden van ernstige bezwaren zijn:
- Het opzettelijk geven van onjuiste informatie;
- Het herhaaldelijk verstoren van het contact (bijvoorbeeld door bedreigend taalgebruik);
- Vermoedens van strafbare feiten of herhaalde leugens.
Als een gemachtigde wordt geweigerd, moet dit schriftelijk worden medegedeeld aan zowel de betrokkene als de gemachtigde. Tegen dit besluit kan bezwaar en beroep worden ingesteld; daarom moet het besluit een rechtsmiddelenclausule bevatten.
Let op: een advocaat hoeft geen machtiging te overleggen en kan niet worden geweigerd als gemachtigde.
Mag de man in de situatieschets als gemachtigde optreden?
De situatie wordt complexer gemaakt door de manier waarop de man zichzelf presenteert en hoe daarop wordt gereageerd door de gemeente. Er wordt onnodig gefocust op wilsbekwaamheid en ernstige bezwaren en dat lijkt niet nodig te zijn. De juiste volgorde is als volgt:
- Begin bij de kern: is iemand daadwerkelijk gemachtigd?
- Handel met zorgvuldigheid, zeker waar het de belangen van de vrouw betreft;
- Start de toets bij het begin en wees kritisch. Het gaat om zwaarwegende belangen van de vrouw in kwestie waarbij zorgvuldigheid belangrijk is.
Geen gemachtigde en geen formele aanwijzing
In de situatieschets is de man geen gemachtigde en heeft geen formele aanwijzing. De man kan door de vrouw worden aangewezen als aanspreekpunt of medegeadresseerde van de post en berichtgeving, maar dat is op dit moment nog niet gedaan. Omdat de inlichtingenplicht (de plicht om alle informatie te geven over het belang van de uitkering) op de vrouw rust, en niet de man kan deze zich niet in de plaats van de vrouw of tussenbeide stellen.
Zonder een rechtsgeldige machtiging is hij niet bevoegd om namens mevrouw op te treden. Leg in de onderzoeksrapportage vast dat hij zich ten onrechte als gemachtigde heeft gepositioneerd. Wijs hem aan als belangenbehartiger en licht gemotiveerd toe dat hij geen formele aanwijzing heeft, in afwachting van nadere onderbouwing. Twijfels over zijn intenties en bekwaamheid kunnen daarbij worden meegewogen, in samenhang met de vraag of zijn betrokkenheid daadwerkelijk in het belang van mevrouw is.