In de rubriek ‘Vraag het de jurist’ beantwoordt Paul Norp van Stimulansz elke maand een veelgestelde vraag door gemeenten over toezicht en handhaving Wmo 2015 en Jeugdwet.

Vraag het de jurist

Team Zorg van VNG Naleving krijgt regelmatig vragen van gemeenten met betrekking tot toezicht en handhaving binnen de Wmo en Jeugdwet. Paul Norp is als jurist verbonden aan dit team. Elke maand buigt hij zich in deze rubriek over een vraag die leeft bij meerdere gemeenten. Deze maand is dat: ‘Mag de toezichthouder rechtstreeks – dus niet via de cliënt – onderzoek verrichten naar een pgb-aanbieder?’

Wat zegt de jurisprudentie?

Ja, dat mag in principe. Zie bijvoorbeeld onderdeel 4.5 van de uitspraak CRvB van 24-02-2021, ECLI:NL:CRVB:2021:448. Zie ook onderdeel 7.2 van de uitspraak Vzr. Rechtbank Rotterdam van 20-07-2020, ECLI:NL:RBROT:2020:13079. 

Regels gelden ook voor pgb’s

De Wmo-toezichthouder is aangewezen om toezicht te houden op naleving van via de Wmo gestelde regels. Zie artikel 6.1 lid 1 Wmo 2015. Die regels zijn er ook voor de besteding van pgb’s. Zie artikel 2.3.6 Wmo 2015 en Hoofdstuk 2 Uitvoeringsregeling Wmo 2015. Daarnaast kunnen gemeenten zelf nog regels stellen rond het pgb. Uiteraard moeten er dan wel één of meerdere pgb’s van cliënten van de gemeente waarvoor de toezichthouder werkt, worden of zijn besteed bij de te onderzoeken pgb-zorgaanbieder. Anders is er door die gemeente ook niets te handhaven. 

Medewerkingsplicht

Voor wat betreft de toezichtsbevoegdheden zelf – zie Titel 5:2 Algemene wet bestuursrecht – geldt bovendien nog dat in beginsel iedereen moet meewerken aan het uitoefenen van toezicht. Zie artikel 5:20 lid 1 Algemene wet bestuursrecht. 

Niet-meewerken is strafbaar gesteld. Zie hiervoor artikel 184 lid 1 Wetboek van Strafrecht. Bovendien is medewerking aan toezichtshandelen sinds 1 juli 2021 afdwingbaar via bestuursdwang. Zie artikel 5:20 lid 3 Algemene wet bestuursrecht. 

Meer informatie