In de rubriek ‘Vraag het de jurist’ beantwoordt Paul Norp van Stimulansz elke maand een (veelgestelde) vraag door gemeenten over toezicht en handhaving Wmo 2015 en Jeugdwet.

Vraag het de jurist

Team Zorg van VNG Naleving krijgt regelmatig vragen van gemeenten met betrekking tot toezicht en handhaving. Paul Norp is als jurist verbonden aan dit team. Elke maand buigt hij zich in deze rubriek over een vraag die leeft bij of interessant is voor meerdere gemeenten. Deze maand is dat: Artikel 2.1.3. lid 4 Wmo 2015 regelt – kort gezegd – dat gemeenten zelf regels moeten stellen rond Wmo-handhaving. Artikel 2.9, onder d. Jeugdwet, heeft een vergelijkbare regeling. Kunnen gemeenten op basis daarvan ook via de verordening regelen dat ze bestuursrechtelijke boetes kunnen opleggen aan frauderende cliënten en/of zorgaanbieders? 

Algemene wet bestuursrecht 

Het antwoord is nee. Het is niet mogelijk om op basis van deze artikelen een bestuursrechtelijke boete (een bestraffende sanctie) op te leggen. Zie daarvoor artikel 5:4 lid 1 Algemene wet bestuursrecht. Hierin is geregeld dat de bevoegdheid tot het opleggen van bestuurlijke sancties alleen bestaat als de wet (dus in dit geval de Wmo en Jeugdwet zelf) dat regelt voor de gemeente. Zo’n regel kennen deze wetten niet. 

Veilig Thuis-organisaties

Artikel 4.3.4 Wmo 2015 geeft wel een specifieke wettelijke grondslag voor de ministers van VWS en Justitie en Veiligheid. Zij kunnen bestuursrechtelijke boetes op leggen aan Veilig Thuis-organisaties. Maar deze grondslag is er dus niet voor gemeenten in het kader van hun Wmo-handhavingstaken.

Bestuursdwang

Overigens bestaan de bestuurlijke sancties, zoals bedoeld in artikel 5:4 lid 1 Algemene wet bestuursrecht uit zowel bestraffende maatregelen (boetes) als herstelmaatregelen (bestuursdwang). Bestraffende sancties hebben het karakter van ‘vergelding’; herstelsancties zijn gericht op het herstellen van de rechtmatige situatie. 

Voor de toepassing van bestuursdwang is er voor gemeenten wel een algemeen formeel-wettelijke grondslag in artikel 125 Gemeentewet en artikel 5:32 Algemene wet bestuursrecht.

Meer informatie