Gemeenten aan het woord over de invoering Omgevingswet

Door Hilde de Groot en Joram Grünfeld

Een whatsappje met een lolletje in de marge van een lange saaie schermsessie. Een belangstellende vraag over je moeizame verbouwing of je lastige puberkind. Duizend dingen bepalen of je elkaars fijne collega bent. De belangrijkste is: van elkaar willen snappen waar je mee bezig bent.

Als financial en programmamanager Omgevingswet van de gemeente Hilversum kunnen wij het goed met elkaar vinden. De financial een kind uit een ondernemersgezin dat al jong leerde dat iets geld mag kosten, mits er een goede opbrengst tegenover staat. De programmamanager opgeleid als planoloog met een drive om bij te dragen aan een goede leefomgeving.

hildedegrootenjoramgrunsfeld

Finance & control is bij ons vanaf het prille begin aangesloten op de invoering van de Omgevingswet. Met de toenmalige programmamanager werden de activiteiten, de betrokken teams en de kosten in beeld gebracht. Eerst grofmazig, na verloop van tijd steeds nauwkeuriger. Vaste mensen die we uit de organisatie losweekten om te werken aan de Omgevingswet, werden gecompenseerd met externe inhuur. Zo omarmden ook de teammanagers de Omgevingswet.

In de volgende fase werkten we met het financieel dialoogmodel van de VNG. In feite was dit een checklist aan de hand waarvan je met de sleutelspelers in je organisatie in gesprek kon: over de inhoud, het anders werken, de maatschappelijke opbrengst en de kosten. Dit kost tijd, maar het leverde twee belangrijke dingen op: meer betrokkenheid in de organisatie en een onderbouwde kostenraming voor de begroting.

De winst van goede samenwerking is dat je werkt aan een gezamenlijk beeld. Dat opbrengst en kosten met elkaar samenhangen, en dat je beargumenteerde keuzes maakt. Wat mag een bepaald niveau van dienstverlening kosten? Wat levert het op? Sinds de zomer van dit jaar zijn we aan de slag met de werkwijze structurele effecten van de VNG. Dit gaat over kosten en opbrengsten nadat de wet is ingevoerd, waarbij je werkt met 7 variabele keuzen. Wil je meer of minder participatie? Hanteer je strikt de 8-weken-termijn voor vergunningen of ga je standaard naar 14 weken verlenen? Gaat de bezem door bestaand beleid of blijf je alles naast elkaar doen? De referentiebedragen in het model geven een beetje houvast.

Samen hebben wij – de financial en de programmamanager – meegedaan aan een aantal workshops. Dat leverde meer inzicht op in de verhouding tussen publieke waarden, risico’s en kosten. Vanuit dit denkkader werkten we samen drie scenario’s uit. Eén scenario dat financieel optimaal is, één scenario met optimale dienstverlening en één scenario op basis van onze intuïtieve keuzes. Dit laatste lijkt sterk op het invoeren van de minimale actielijst van de VNG. Het zijn geen goede of slechte scenario’s, maar met z’n drieën zijn ze een ideaal vertrekpunt voor het gesprek met de organisatie. Wat voor gemeente willen we zijn? We noemen maar even een dwarsstraat: Wil je in de hele gemeente werken met een beschermde bomenlijst? (Kost veel!) Of kun je in wijken met minder monumentaal groen werken met een norm? Het werken met de Omgevingswet leidt niet vanzelf tot  besparen, je moet kiezen hoe je kwaliteit en kosten met elkaar in evenwicht brengt. Dat vraagt veel praten met de ambtelijke teams en straks ook met het college en de raad. De scenario’s helpen ons daarbij. Maar, dat we vanuit de inhoud en de financiën samen optrekken, is pas echt goud waard.

Hilde de Groot is financieel adviseur van de gemeente Hilversum
Joram Grünfeld is programmamanager Omgevingswet van de gemeente Hilversum