Jan Kaat, Kwartiermaker Omgevingswet in de gemeente Oldebroek
In Oldebroek hebben ook de bestuurders flexibele werkplekken. Voor een bespreking met de wethouder ga je naar een glazen vergaderkamertje. Het tekent onze geen-flauwekul-cultuur. Ik heb vanmorgen een afspraak met Ben Engberts, sinds juni wethouder Ruimte, organisatie en financiën en verantwoordelijk voor de omgevingsvisie. Het gaat over de begroting van 2019 en de kosten van de Omgevingswet.
Ik ben een beetje zenuwachtig; met de sleutelfiguren uit de organisatie ben ik onlangs door het Financieel Dialoogmodel Omgevingswet gelopen. Dit is een tool waarbij je aan de hand van 26 vragen in kaart brengt wat de invoering van de Omgevingswet ongeveer gaat kosten in je gemeente. De vragen stemmen tot nadenken en discussie over alle relevante kostenaspecten. Hoeveel werkprocessen moet je aanpassen? Hoever ben je al met de digitalisering? Wat kost het om een omgevingsvisie te maken? Een toverformule is het niet, maar het dialoogmodel geeft wel een mooi beeld. De invoering van de Omgevingswet is een grote, complexe klus, de reikwijdte is nog ongewis en de wet zelf is ook nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Dat maakt het lastig om de Omgevingswet onder de aandacht van het bestuur en het management te brengen. Het Dialoogmodel kwam daarom als een geschenk. Maar toen ik de uitkomst zag, kreeg ik haast een wegraking: wat een hoge bedragen!
Energiek en opgeruimd stapt wethouder Engberts de vergaderkamer in. Hij zet z’n koffiebeker op tafel en glimlacht. Enthousiast vertelt hij dat het allemaal is geregeld. Voor de komende jaren staat er 30.000 euro op de begroting voor de invoering van de Omgevingswet. Ik ben verbouwereerd en zoek naar woorden. Hoe vertel ik de wethouder dat de invoering van de Omgevingswet in de miljoenen loopt op grond van de uitkomsten van het Dialoogmodel?
Tijdens de terugkomdag van het Dialoogmodel bleek dat Oldebroek niet de enige gemeente is waar de bedragen de proporties van een kleine gemeente te boven gaan. Vanzelfsprekend ga je dan sleutelen; het model komt uit op een bedrag x, wij denken het voor de helft te kunnen. Maar dat voelt niet goed. Je wilt tegen het bestuur en het management beargumenteerd kunnen zeggen: dit is het bedrag waar we rekening mee moeten houden. Maar dat gevoel heb ik nu nog niet. In Oldebroek is het denken van de Omgevingswet niet nieuw. We bouwen verder op een cultuurverandering die we al eerder hadden ingezet; Oldebroek voor Mekaar noemen we dat. Team-overstijgend werken – samenwerking tussen specialisten op verschillende terreinen – is bij ons al gemeengoed. Dat geldt ook voor de dialoog met de samenleving. De zes kernen in onze gemeente hebben elk een eigen dorpsagenda en het dereguleren gaat de komende periode gestaag verder. We zijn volop aan de slag met de omgevingsvisie. Met de kosten daarvan blijven we aanzienlijk onder het bedrag waarmee het Dialoogmodel rekent.. Dat zorgt voor een dubbel gevoel: tevreden en tegelijk ontevreden.
Waar schort het dan aan? Het beeld is onvolledig. Het zou serieus helpen als meer gemeenten met het Dialoogmodel aan de slag gaan en de resultaten terugsturen aan de VNG. Zo krijgen we een beeld dat daadwerkelijk gewicht in de schaal legt. Van de groep kleine gemeenten zijn er nu nog maar vijf anderen die hebben meegedaan, dat zegt nog zo weinig. Bovendien bleek bij de terugkomdag hoe waardevol het is om je eigen resultaten te bespreken met die van vergelijkbare gemeenten. De een worstelt met personeelskosten die je al dan niet meeneemt, de ander met het participatieproces. Je kunt elkaar verder brengen en hoeft het wiel niet zelf uit te vinden. Daarnaast helpt het als je landelijk weet wat de invoering van de wet nu feitelijk gaat kosten, ook met het oog op de bestuursafspraken die zijn gemaakt over de kostenverdeling: het Rijk zorgt voor het instrumentarium, gemeenten bekostigen de invoering. Is dat bij nader inzien wel realistisch, kijkend naar de enorme bedragen die ermee gemoeid zijn?
Wethouder Engberts verblikt en verbloost gelukkig maar een beetje als ik hem vertel dat er een verschil is van twee nullen tussen de orde van grootte van het in de begroting geraamde bedrag en de uitkomst van het Dialoogmodel. Hij trekt een wenkbrauw op en vraagt of ik dit in een memo voor het college van B&W kan zetten? In het college-overleg vinden de bestuurders dat we het landelijk bij de VNG moeten aankaarten. Als de kosten voor de invoering van de Omgevingswet zo hoog zijn, dan moeten we dit gezamenlijk agenderen en het Rijk vragen om ons te helpen.
Daarom, beste lezer, schrijf ik dit blog. Ben je bezig met de invoering van de Omgevingswet in je gemeente? Vul het Financieel Dialoogmodel Omgevingswet in en stuur de resultaten naar de VNG. Het helpt jezelf, het helpt je collega-gemeenten en het geeft de VNG materiaal om, indien nodig, met het Rijk in gesprek te gaan over de kostenverdeling. Als dat geen win-winsituatie is, weet ik het niet meer!
Meer informatie
Zie ook
- Klik bovenaan de pagina op Bekijk de andere artikelen in dit boek voor meer blogs en interviews.