Gemeenten aan het woord over de invoering Omgevingswet

Jeroen Kwint, regisseur omgevingsvergunningen, gemeente Lelystad

‘Ken je dat? Dingen die vlak voor de vakantie ineens ‘nog even’ gedaan, afgerond of ingepland moeten worden. Dat is niet perse vervelend. Zo had ik pas geleden op één dag én een workshop én een zomerborrel met ons team. Eerst over de workshop. Na het lezen van de uitnodiging voor een sessie over de omgevingstafel bij VNG, stond ik meteen aan. Als regisseur omgevingsvergunningen, raakt dit onderwerp mij direct. In Lelystad werken wij nu 5 jaar met het loket Nieuwe initiatieven. Als er een nieuw verzoek binnenkomt betrekt het loket alle relevante beleidsterreinen erbij. Die maken een quick scan waarin ze heel laagdrempelig hun advies geven. Die adviezen verwerken wij binnen 2 à 3 weken tot een integraal advies. Werkt perfect. Graag zou ik ook andere partijen in de keten erbij betrekken: de provincie, waterschap, ontwikkelaars, RWS, belanghebbenden, brandweer, gezondheidszorg, etc.  Maar meestal lukt het hen niet om op zo’n korte termijn een reactie of advies te geven. Waarom dat zo belangrijk is? We willen een goed product leveren aan onze klant. Dan gaat het niet alleen om de ruimtelijke aspecten, maar ook om de kosten, aanpassingen in de openbare ruimte, noem maar op. Je kunt pas echt ontzorgen met een goed voortraject waarin je álle benodigde informatie samenbrengt. Hoe eerder, hoe beter.’

‘Wat mij vooral trok in het workshopprogramma: hoe neem je alle betrokkenen in de voorfase op sleeptouw? En zo ging ik samen met twee collega’s naar Amersfoort om de principes van de omgevingstafel eigen te maken, maar ook om bekenden en onbekenden te ontmoeten. Samen met ongeveer 60 professionals hoorden we eerst wat de omgevingstafel inhoudt. Gemeente Zaanstad bedacht het concept, VNG werkte het verder uit. Het idee: zet alle betrokkenen vanaf het begin bij elkaar aan tafel en ga de dialoog aan. Dat sprak mij echt enorm aan. Geen verkokerde adviezen maar interactie, elkaar beïnvloeden, verder informeren en standpunten en bezwaren uitwisselen. Maar het allermooiste: de initiatiefnemer doet ook mee. Nu is het voor de klant toch een soort blackbox: “ik dien een verzoek in, en hoe daarover inhoudelijk gesproken wordt? Geen idee…“ Dat is heel onzichtbaar. Met de omgevingstafel los je dat op.’

‘Daarna: tijd voor de praktijk! In groepjes schoven we aan de omgevingstafel aan, iedereen had een rol: beslisser, bezwaarmaker, gespreksleider, adviseur, architect, etc. Ik koos voor gespreksleider. Je moet neutraal zijn, iedereen aan het woord laten, en het gesprek sturen van probleem naar oplossing. Best lastig want je zit met mensen aan tafel die je niet kent en die ook nog eens een rol spelen. Zo van: wie is wie? Tegelijkertijd moet je iedereen aan bod laten komen en de inhoud bewaken, luisteren. Het voelde heel levensecht en werkte echt goed. Je krijgt direct inzicht in de haalbaarheid van een initiatief. Zeker gezien de doorlooptijd van 8 weken – geen ontkomen aan! - zou die omgevingstafel wel eens een heel nuttig kunnen zijn. ‘

‘Tijdens de terugrit bedenk ik dat de omgevingstafel zich perfect leent voor het opstarten van complexe initiatieven. Maar: die dienen zich niet wekelijks aan. Hoe bouw je routine op in deze aanpak? Hoe ontwikkel je jezelf in de rol van gespreksleider of beslisser? Misschien zou je deomgevingstafels onder kunnen brengen bij de Omgevingsdienst. Als meerdere gemeentes hun initiatieven daar neerleggen ontstaat vanzelf ervaring met het begeleiden van omgevingstafels. Maar laat ik dicht bij huis beginnen; hoe kunnen we in Lelystad de omgevingstafel introduceren? Ik zie veel aanknopingspunten met ons loket Nieuwe initiatieven. Ben benieuwd! Maar nu eerst: de zomerborrel!’

Zie ook

  • Klik bovenaan de pagina op Bekijk de andere artikelen in dit boek voor meer blogs en interviews.