VNG Magazine nummer 9, 6 juni 2025
Tekst: Marten Muskee
Janneke van Kessel is een van de twee stadsgezanten van Eindhoven. Een unieke functie als onderdeel van de Eindhovense bestuurlijke vernieuwing en innovatie. Ze zet zich in voor de sociaal-maatschappelijke agenda van de regio.

‘Het past erg bij Eindhoven om iets anders te proberen, ook op bestuurlijk gebied’, vertelt stadsgezant Janneke van Kessel die als opdracht heeft een doorbraak te forceren op het gebied van inwonersparticipatie en de sociaal-maatschappelijke opgaven van Brainport (brede welvaart). Haar collega Angelique Bellemakers is stadsgezant ‘Doorbraak wijkgericht werken’.
Van Kessel: ‘De stadsgezant is politiek benoemd, tegelijk met het college, als een soort staatssecretarisfunctie. We hebben de specifieke bestuursopdracht om binnen de collegeperiode een doorbraak te realiseren op een complex maatschappelijk vraagstuk.’
Welvarende regio
De hoofdopdracht waarmee Van Kessel (D66) begon was Brainport als breed welvaartsvraagstuk aan te vliegen. Naast de economisch zo succesvolle agenda van de Brainportregio, moest er een sociaal-maatschappelijke agenda komen. ‘Dit is een welvarende regio en wij zijn van mening dat welvaart en welzijn bij elkaar horen. Het kan niet zo zijn dat inwoners niet mee kunnen komen. Daar hebben we een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor. De kracht van de regio ligt in de unieke samenwerking. Zo worden we de meest sociale regio van het land.’
Multi-helix
De inzet van Van Kessel leidde vorig jaar tot de formele oprichting van de vereniging Brainport voor Elkaar, een regionale multi-helix organisatie van overheid, onderwijs, ondernemers en maatschappelijke organisaties, met inmiddels een vastgestelde regionale Sociale Brainport Agenda. Ook is er een krachtige uitvoeringsorganisatie gebouwd. ‘Economisch zijn we groot geworden via de triple-helix van ondernemers, onderwijs en overheid. Dat is nu uitgebreid met maatschappelijke organisaties, omdat die bij uitstek kennis hebben van het sociaal-maatschappelijk veld.’
Zo worden we de meest sociale regio van het land
De kracht van organisaties als sociaal werkgever inzetten, dat is de kern van Brainport voor Elkaar. Daarmee bereiken ze veel werknemers met hun gezinnen, die veelal ook inwoner van de Brainportregio zijn. In de regio is bij allerlei organisaties, gemeenten en ook bij inwoners zelf breed opgehaald welke hoofdthema’s bij hen leven. ‘Dan kom je uit op kansengelijkheid en wat daarvoor nodig is als bestaanszekerheid, sociale cohesie, zelfredzaamheid en fitheid. Met dat laatste bedoelen we financiële en digitale fitheid, maar ook of iemand taalvaardig is. Taalvaardigheid helpt je niet alleen in je werk, het komt ook de sociale cohesie ten goede. Kan iemand zich redden in de maatschappij? Dat is de agenda van Brainport voor Elkaar.’
Slim en innovatief
De Brainportregio is slim en innovatief. De vereniging zet al die denkkracht ook op sociale innovatie in. Daar zijn al voldoende succesvolle voorbeelden van. ‘We matchen bedrijven met maatschappelijke organisaties.’ Bijvoorbeeld werknemers van chipfabrikant ASML die als vrijwilligers de ICT-systemen van Stichting Springplank, een organisatie voor dak- en thuislozen, onder de loep namen. ‘Zij wisten de systemen zo te optimaliseren dat er veel meer cliënttijd beschikbaar kwam,’ zegt Van Kessel. Een aanjager van sociale innovatie, door hightech kennis en slimme technologie aan een maatschappelijke taak te koppelen. ‘Datzelfde deden ASML-medewerkers voor de kraamzorg. Zij speelden administratieve tijd vrij waardoor zorgverleners nu meer tijd hebben voor hun daadwerkelijke werk.’
Financieel Fit is een programma voor HR-afdelingen om financiële schulden vroegtijdig bespreekbaar te maken. Op de werkvloer wordt dat namelijk als eerste herkend, aldus de stadsgezant. ‘Dat zijn die collega’s die nooit brood meenemen, feestjes ontlopen of zich vaker ziek melden bij sociale gelegenheden. Achter die medewerker zit een heel gezin.’
Brainport voor Elkaar heeft een kant-en-klaar programma ontwikkeld voor HR-afdelingen om hiermee aan de slag te gaan. De schulden hoeven daardoor niet hoog op te lopen en mensen hoeven dan ook niet bij de gemeente aan te kloppen voor schuldhulpverlening. Werkgevers hebben een belangrijke preventieve rol met deze vroegsignalering. Van Kessel: ‘Op die manier proberen we veel gezinnen in en ook buiten de regio te bereiken. De grote werkgevers zijn hier al ver mee. Het programma is effectief, het aantal loonbeslagen loopt terug.’
Taalfit
Iets vergelijkbaars gebeurt met het programma Taalfit. Werknemers die de Nederlandse taal niet goed machtig zijn, krijgen de ruimte van werkgevers zich daarin bij te scholen. Dat gebeurt ook met ondersteuning van Brainport voor Elkaar.
Samen aan de lat
Alle organisaties betalen lidmaatschap voor Brainport voor Elkaar. Als vereniging staan ze samen aan de lat. Grote bedrijven leveren een substantieel hogere bijdrage dan kleinere partijen. Buiten de vereniging is er binnen de Brainportregio ook nog het overkoepelende partnerfonds. Daarin dragen bedrijven vrijwillig financieel bij aan zaken als de woningbouwopgave, de regionale infrastructuur en bijvoorbeeld aan de pijler Talent. ‘Dat is ongekend en echt uniek aan onze regio. De ambities zijn torenhoog. Brainport voor Elkaar gaat van een start-up naar een scale-up. Nu maken we de professionaliseringsslag.’
Achter die medewerker zit een heel gezin
Intussen werkt Brainport voor Elkaar in opdracht van Eindhoven ook aan de ontwikkeling van een regionale strategie voor bedrijfsvrijwilligers. Veel organisaties geven medewerkers de mogelijkheid om per jaar een dag vrijwilligerswerk te doen. ‘Als het lukt al die bedrijfsvrijwilligers met een strategie erachter in te zetten, dan hebben we in één keer heel veel arbeidskracht beschikbaar om echt het verschil te maken.’
Participatie
Op het gebied van participatie, de andere opdracht in de portefeuille van Van Kessel, zijn ook de nodige successen geboekt. De stadsgezant zette via de nieuwe methode Participatieve Waarde Evaluatie (PWE) in op een stadsbrede raadpleging rond vluchtelingen en asielopvang.
Het is een gepolariseerd onderwerp, Van Kessel probeerde de stem van ‘het stille midden’, de gematigde inwoners, te vinden. PWE wordt ingezet om beleidsopties te evalueren en de participatie van grote groepen inwoners te bevorderen. Inwoners geven daarbij op een laagdrempelige manier een advies over een keuzevraagstuk van de gemeente. Zij worden als het ware op de stoel van de bestuurder gezet. Het leverde een eensgezind beeld op van hoe Eindhovenaren en vluchtelingen horen samen te leven.
Daarnaast zet Van Kessel zich in voor het bereiken van nieuwe doelgroepen om te participeren. Een onderwerp dat daarbij echt in haar hart zit, is participatie door inwoners met een licht verstandelijke beperking. Ze kent die wereld goed en weet waar deze mensen tegenaan lopen. ‘Er is veel geregeld voor mensen met een fysieke beperking, maar voor deze groep valt nog een wereld te winnen. Een beperking zegt niet dat deze mensen geen mening hebben of dat de dingen die de overheid doet hen niet aangaan.’
Droom
In opdracht van de gemeente Eindhoven werd daarom een methode ontwikkeld en getest om hen te betrekken bij beleidsvorming. Deze inwoners zijn bevraagd en betrokken bij de ontwikkeling van de stadsvisie. ‘Dat leerde ons ook dat zij met een heel andere blik naar onze opgaven kijken,’ vertelt Van Kessel. ‘De opbrengst van dit traject is een participatiehandleiding die we breed gaan inzetten bij andere beleidstrajecten als mobiliteit. Dat thema leeft erg bij de doelgroep. Ze zijn vaak afhankelijk van het openbaar vervoer of speciaal taxivervoer. Mijn droom is dat het normaal wordt om mensen met een licht verstandelijke beperking structureel te betrekken. Ze verdienen dat. Als overheid moeten we zorgen dat iedereen wordt gezien en gehoord. Daar wordt iedereen beter van.’
Doe-kracht
Gevraagd naar het geheim van al dit succes, spreekt de stadsgezant van de doe-kracht van de regio die met zijn sterke netwerken voelt als een groot dorp. Het is ook nog eens een regio met een sociaal karakter. De lijntjes zijn kort: ‘De pakweg 25 meest invloedrijke partijen weten elkaar goed te vinden en ook op allerlei niveaus daaronder vinden mensen elkaar. Zij spreken zaken met elkaar af en gaan aan de slag. Dat levert grootse dingen op.’