Laatst bijgewerkt: 5 juni 2025

VNG Magazine nummer 9, 6 juni 2025

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Wessel Spoelder

Tot en met 2027 krijgen gemeenten er 3 miljard euro bij. Daar ging een stevige lobby van de VNG aan vooraf. VNG-voorzitter Sharon Dijksma is ‘voorzichtig optimistisch’, maar wijst in aanloop naar de Algemene Leden­vergadering ook op ‘unfinished business’.

Sharon Dijksma

Er is ongelooflijk hard gewerkt, blikt Sharon Dijksma terug op de afgelopen maanden. Voor gemeenten was het erop of eronder: zou het rijk in de Voorjaarsnota niet bewegen richting de lokale overheid, dan zouden zware bezuinigingen volgend jaar niet meer af te wenden zijn. Het kabinet bewoog wel: de komende drie jaar krijgen gemeenten er dus 3 miljard euro bij, om de tekorten in de jeugdzorg te dekken en de terugval in het gemeente­fonds deels op te vangen.
Meer zat er nu niet in, zegt de voorzitter van de VNG nu vanuit haar vaste werkkamer in de Willemshof, zoals het onderkomen van de vereniging heet. ‘Daar ben ik van overtuigd. Dit is wat we maximaal konden bereiken.’

Stappen vooruit
Vanuit de VNG is er de afgelopen maanden hard gewerkt aan het overtuigen van het kabinet dat extra geld voor de gemeenten echt noodzakelijk is om de ambities van het rijk waar te maken. Dijksma: ‘Er is ongelooflijk veel werk en energie in gaan zitten, zowel bij onze medeonderhandelaars op het gebied van jeugdzorg en financiën als bij onze algemeen directeur Leonard Geluk en bij mij. We zijn er letterlijk dag en nacht mee bezig geweest. Het waren intensieve maanden. Soms hadden we het idee dat we twee stappen achteruit zetten om er weer een vooruit te kunnen zetten.’

Extraparlementair
De politieke dynamiek in Den Haag, met een extraparlementair kabinet waar de vier fractievoorzitters het feitelijk voor het zeggen hebben, maakte het voor de VNG-onderhandelaars niet eenvoudiger, constateert Dijksma. Zeker niet omdat die vier allemaal hun eigen wensenlijst hadden voor de Voorjaarsnota, van meer geld voor Defensie tot een boodschappen­bonus voor de lagere inkomens; geen van de vier had de gemeenten in eerste instantie hoog op het lijstje staan. Formeel is het kabinet, met de ministers van BZK en Financiën als beheerders van het gemeentefonds, het aanspreekpunt voor gemeenten. Daardoor, zegt Dijksma, was het schaken aan twee tafels tegelijk. ‘Want natuurlijk hebben we ons ook gemeld bij alle fractievoorzitters. En we hebben ook zo ongeveer de hele Eerste Kamer afgebeld om te zorgen dat zij in actie kwamen.’

Tussenresultaat
Het resultaat mag er zijn, zegt de VNG-voorzitter, die herhaalt dat ze ‘voorzichtig optimistisch’ is. Maar het is wel een tussenresultaat, zegt ze. Want voor de jaren na 2027 is er nog geen oplossing, en ook zijn twee grote punten voor de korte termijn nog niet geadresseerd. 
Ten eerste is er nog een discussie over de jeugdzorgtekorten over 2023 en 2024. Volgens de VNG moeten die met terugwerkende kracht nog gefinancierd worden door het rijk, maar overeenstemming daarover is er nog niet. De VNG dreigde eerder om over deze tekorten naar de rechter te gaan, maar het kabinet heeft respijt gevraagd tot Prinsjesdag om met een oplossing te komen. Die ingebrekestelling is daarom nog niet van de baan, verzekert Dijksma, maar blijft als een zwaard van Damocles boven de onderhandelingen hangen.

Hervormingsagenda 
Voor de jaren vanaf 2028 stelt het rijk geen extra geld beschikbaar. Het kabinet verwacht dat de Hervormingsagenda Jeugdzorg dan leidt tot de gewenste besparingen. ‘Maar wij denken dat dat te snel is’, zegt Dijksma. ‘Zelfs als de staatssecretaris nu een pakket wetgeving naar de Kamers stuurt, is het de vraag of dat al binnen twee jaar effect kan hebben, en of dat meteen in het tempo gaat waarin de rekenmeesters van Financiën dat hebben bedacht. Als het kabinet zich rijk rekent, dan mag dat – maar niet op onze kosten. Ik wil niet dat gemeenten ervoor opdraaien als het straks tegenvalt.’
Natuurlijk moet het stelsel financieel beheersbaar blijven, zegt Dijksma. ‘Maar we moeten ook zorgen dat juist de meest kwetsbare jongeren de zorg krijgen die ze nodig hebben. Die twee zaken zijn nog niet in evenwicht. Rijk en gemeenten moeten beide hun best doen om de doordenderende groei van de jeugdzorg een halt toe te roepen. Dan moeten we de omslag maken naar preventie. Dat kost tijd.’ 
Het zijn discussies die de komende maanden gevoerd blijven worden, zegt Dijksma. Daarom staan de gemeentefinanciën en de jeugdzorg ook op de agenda van de komende ledenvergadering, in Brainport Eindhoven. Maar met hopelijk wat rust op het financiële vlak kan de blik ook weer richting de inhoud, hoopt Dijksma. ‘We zijn natuurlijk geen van allen bestuurders geworden om de hele dag alleen maar over de pegels te praten. We willen het hebben over het verwezenlijken van goede idealen en ideeën die het land mooier maken. Het is belangrijk dat we het ook daar met elkaar over kunnen hebben, zodat we de stap naar voren kunnen zetten. En soms moet je niet wachten op Den Haag, maar het gewoon zelf doen. Maar dan helpt het wel als Den Haag ons daarvoor de ruimte geeft.’

Honderdste congres
Dit jaarcongres is het honderdste van de VNG, en de VNG zal er niet zomaar aan voorbijgaan, al wil Dijksma nog niet zeggen hoe het jubileum gevierd gaat worden. Wel is ze zeer vereerd dat koning Willem-Alexander het congres komt openen. 
Maar dat het congres al ruim een eeuw meegaat, geeft aan dat de jaarlijkse bijeenkomst van invloed is voor het lokaal bestuur. ‘Het is natuurlijk het belangrijkste evenement voor alle lokaal bestuurders. En dat het congres al zolang wordt gehouden, zegt ook veel over de kracht van onze bestuurslaag en hoe we georganiseerd zijn. Gemeenten zijn al zo lang zo sterk met elkaar verbonden en eisen ook binnen het Huis van Thorbecke hun rol op. Op het congres kunnen we die successen laten zien en met elkaar delen. Dat element van verbinding en samenwerking speelt een grote rol.’

‘We kunnen heel veel leren van Brainport en hoe ze dit al jaren aanpakken’ 

Sterke regio’s
Dijksma kijkt uit naar het congres in Brainport. ‘Het is een sterke regio die zich ontzettend goed manifesteert. De gemeenten laten zien dat het lokaal bestuur op allerlei onderwerpen elke dag het verschil kan maken. Met het oog houden op de maakindustrie en het aantrekken van geweldige bedrijvigheid weten ze perspectief te bieden voor hun inwoners. Dat willen we toch ook weer naar voren brengen.’
Dijksma duidt op het Project Beethoven, waarin het rijk en de regio samen 2,5 miljard euro vrijmaakten om te zorgen dat de Brainportregio een aantrekkelijke vestigingsplaats blijft voor bedrijven als ASML. ‘Het is mooi om te zien dat overheden, het bedrijfsleven en kennisinstellingen samen zo’n agenda runnen. Dat is een goed perspectief voor Nederland. We kunnen heel veel leren van Brainport en hoe ze dit al jaren aanpakken. Ik kan daar alleen maar met bewondering naar kijken.’ 
De VNG-voorzitter maakt zich al enige tijd hard voor het versterken van ‘de regio’. Ze ziet Brainport als een blauwdruk, vooral omdat alle 21 gemeenten in het zuidoosten van Brabant volwaardig meedoen en betrokken worden, en omdat de samenwerking van onderop is ontstaan. ‘Het is heel knap om al die kikkers in de kruiwagen te houden. Ook de kleine gemeenten helpen om de gemeenschappelijke agenda verder te brengen. Daardoor profiteert iedereen van de groei die dat oplevert. Het is mooi dat dat zo ontstaan is, en niet van bovenaf wordt opgelegd. Door die manier van denken en werken, zorgen ze ervoor dat Nederland interessant blijft voor het bedrijfsleven.’

Eigenaarschap
Dijksma wijst ook naar haar eigen regio Utrecht, waar ze burgemeester is. Waar Brainport zich richt op de maakindustrie, doet Utrecht dat met het samen­werkingsverband Heart of Health op life sciences en de gezondheidszorg. ‘In navolging van Brainport proberen we ook hetzelfde type verbindingen te leggen.’ 
Om de sterke regio’s te laten groeien, is het noodzakelijk dat het rijk ze daar de ruimte voor geeft, en niet gaat voorschrijven wat ze moeten doen en hoe ze dat moeten aanpakken, zegt Dijksma. ‘Geef ze de ruimte om zelf een focus te kiezen. Dat eigenaarschap moet worden gevoeld. Zo worden ze ook een serieuze gesprekspartner voor het rijk.’

 

Dit interview vond plaats voor de val van het kabinet.