In deze Q&A's behandelen we basisvragen over TAM-IMRO en vragen over de bijsluiter, het gebruik van de TAM, de gevolgen van het gebruik en nog enkele overige vragen.

Basisvragen

1. Wat is TAM-IMRO?

Kort gezegd houdt TAM-IMRO in dat de techniek voor planvorming zoals gebruikt onder de Wro tijdelijk kan worden gebruikt onder de Omgevingswet. Deze techniek betreft de uitwisselingsstandaard IMRO (Informatiemodel Ruimtelijke Ordening) en de voorziening Ruimtelijkeplannen.nl.

2. Tot wanneer kunnen we TAM-IMRO benutten?

Het gebruik van TAM-IMRO is toegestaan tot een jaar na inwerkingtreding van de wet, dus maximaal tot en met 31 december 2024. Als het ontwerp van een TAM-IMRO omgevingsplan uiterlijk 31 december 2024 ter inzage is gelegd, mag het ook na 1 januari 2025 worden afgemaakt met TAM-IMRO. Het ministerie van BZK geeft aan dat TAM-IMRO omgevingsplannen uiterlijk vóór 2032 moeten worden omgezet naar STOP/TPOD. Zie ook Planning uitfaseren tijdelijke alternatieve maatregelen (TAM) (aandeslagmetdeomgevingswet.nl).

3. Waarvoor is TAM-IMRO bedoeld?

TAM-IMRO is bedoeld voor gemeenten die nog geen gebruik kunnen maken van het planvormingsdeel van het DSO. Bijvoorbeeld indien publiceren via het DSO nog problemen geeft, of indien de plansoftware nog niet alle daarvoor benodigde functies biedt of indien te weinig tijd rest voor de gemeente om het planproces goed te beproeven. Met TAM-IMRO kunnen gemeenten toch hun omgevingsplannen wijzigen.

4. Voor welke (typen van) wijzigingen is TAM-IMRO het meest geschikt?

We onderscheiden globaal gezien 4 aanleidingen om het omgevingsplan te wijzigen

  1. Gebiedsontwikkeling (de meest voorkomende aanleiding om een omgevingsplan te wijzigen)
  2. Nieuw beleid
  3. Beheer van het omgevingsplan. Denk aan het verwerken van nieuwe instructieregels of rectificaties.
  4. Opbouw integraal omgevingsplan (overbrengen van de inhoud uit bestaande bestemmingsplannen etc. naar het nieuwe omgevingsplan)

TAM-IMRO is primair bedoeld voor gebiedsontwikkeling. Dat is vaak tijdkritisch en moet al direct na inwerkingtreding van de wet kunnen. Hierbij gaat het overigens niet alleen om ‘grote’ ontwikkelingen, maar ook om kleinere waarbij een plan nog niet 100% is uitgewerkt of waarbij een ‘bestemming’ gewijzigd moet worden. 

Voor nieuw beleid en beheer van het omgevingsplan kan TAM-IMRO worden gebruikt, maar dit zal meestal minder urgent en minder tijdkritisch zijn. Het gebruik van STOP of het temporiseren van het werk ligt hier meer voor de hand. In urgente gevallen kan het gebruik van TAM-IMRO worden overwogen. 

Voor de opbouw van het omgevingsplan is het gebruik van TAM-IMRO niet efficiënt. Het advies is om dit pas te doen zodra de gemeente het omgevingsplan in STOP kan opstellen (techniek, juridische kennis, duidelijke keuzen over structuur en opbouw).

Zie hierover ook de Keuzehulp instrumentarium wijzigen omgevingsplan.

5. Overbrengen van de TAM-IMRO plannen naar het omgevingsplan in STOP betekent dubbel werk? Waarom willen we dit?

Het klopt dat gebruik maken van TAM-IMRO extra werk betekent als het plan (later) moet worden ondergebracht in het omgevingsplan in STOP. Toch denken we dat de voordelen van het kunnen gebruiken van TAM-IMRO opwegen tegen de nadelen. Gebiedsontwikkeling kan doorgaan, zonder hinder van mogelijke aanloopproblemen in het gaan gebruiken van STOP-omgevingsplannen. Op de pagina Dienstverlening en bedrijfsvoering gaan we verder in op de voor- en nadelen zodat elke gemeente voor zichzelf een gewogen beslissing kan nemen over de toepassing van TAM-IMRO.

6. Betekent TAM-IMRO dat we de ambities van de Omgevingswet loslaten?

Nee, integendeel. We staan nog steeds achter de ambities van de Omgevingswet, op alle vlakken (juridisch, dienstverlening, digitaal etc). We zien de inzet van TAM-IMRO als een (mogelijke) tussenstap om toe te werken naar deze ambities. Het is aan gemeenten om de keuze te maken of (en in hoeverre) men gebruik wil maken van deze mogelijkheid. De bijsluiter (waar deze Q&A onderdeel van is) geeft handreikingen hoe de TAM op een praktische manier toegepast kan worden.

7. Maken de TAM-IMRO plannen deel uit van het tijdelijk deel of van het nieuwe deel van het omgevingsplan?

De TAM-IMRO plannen maken deel uit van het nieuwe deel van het omgevingsplan. Het is immers een wijziging van het omgevingsplan van rechtswege, alleen wordt die opgesteld, bekendgemaakt en beschikbaar gesteld met de IMRO-techniek. TAM-IMRO plannen hebben weliswaar de technische vorm van de bestemmingsplannen die deel zijn van het tijdelijk deel, maar juridisch gezien vallen ze onder het nieuwe deel. Ze moeten dus ook voldoen aan de instructieregels uit het Bkl en van de provincie.

TAM-IMRO gebruiken

1. Staat het gebruik van TAM-IMRO voor iedereen open, of moet hiervoor toestemming worden aangevraagd? Of is een Chw status noodzakelijk?

Het gebruik van TAM-IMRO staat open voor alle gemeenten. De juridische borging voor TAM IMRO is artikel 11.1 eerste lid van het Besluit Elektronische Publicaties. Hier is geen toestemming voor nodig. Ook is hier geen Chw status voor nodig. 

2. Moet ik voor TAM-IMRO nieuwe software aanschaffen?

Nee. TAM-IMRO werkt geheel met bestaande software, zonder wijzigingen in de digitale keten. Mogelijk moet u wel de instellingen van uw software aanpassen.

3. Moet ik als gemeente extra werk doen om een TAM-IMRO plan zichtbaar te maken in het DSO (Omgevingsloket)?

Nee. De gemeente verstrekt de TAM-IMRO plannen aan Ruimtelijkeplannen.nl, op dezelfde wijze als het geval met bestemmingsplannen. Ze worden van daaruit doorgeleid (binnen enkele uren) naar het Omgevingsloket (DSO), zoals dit met alle bestaande ruimtelijke plannen gebeurt op het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet. Gemeenten hoeven daarvoor niets extra’s te doen.

4. Is de keuze voor TAM-IMRO voor een gemeente een ‘alles of niets keuze’, of kan de gemeente kiezen om voor bepaalde trajecten TAM-IMRO te gebruiken en tegelijk het omgevingsplan in STOP op te bouwen?

De keuze voor TAM-IMRO is géén alles-of-niets keuze voor een gemeente. Een gemeente kan (urgente) gebiedsontwikkeling mogelijk maken met een TAM-IMRO plan, en tegelijkertijd werken aan de opbouw van het omgevingsplan in STOP. Deze situatie is vanzelfsprekend niet ideaal, maar mogelijk wel hanteerbaar (zo schatten we in). In de transitiefase waarin het nieuwe omgevingsplan wordt opgebouwd is immers sowieso sprake van een voorraad aan ‘oude’ bestemmingsplannen naast het nieuwe omgevingsplan.

We raden gemeenten aan om in hun transitieplan voor het omgevingsplan hiervoor een strategie uit te werken voor het (al dan niet parallel) inzetten van TAM-IMRO en STOP (en de BOPA, zie ook hieronder). Wanneer zet u welk instrument in, gelet op het doel en de fase van de transitie?

5. Kan ik ook de BOPA inzetten voor gebiedsontwikkelingen in plaats van TAM-IMRO?

Ja, in veel gevallen kan dat. Indien sprake is van een concreet en voldoende afgebakend bouwplan is de buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) een geschikt middel om in te zetten voor gebiedsontwikkelingen. TAM-IMRO is geschikt voor globale gebiedsontwikkelingen waarvoor de kaders worden vastgelegd in het TAM-IMRO omgevingsplan. Net zoals we dat nu kennen onder het huidige recht. 

Meer informatie:

6. Kun je met een TAM-IMRO plan de bruidsschat wijzigen?

Bij de beantwoording van deze vraag moeten we onderscheid maken tussen de juridische en technische aspecten van deze vraag.

  • In juridische zin geldt dat iedere gemeente vanaf inwerkingtreding van de wet één omgevingsplan heeft voor het gehele ambtsgebied. Ieder TAM-IMRO plan is een wijziging van dat ene omgevingsplan (waarvan de bruidsschat deel uitmaakt) voor een specifiek gebied.
  • In technische zin geldt dat dit ene omgevingsplan in de eerste periode na invoering van de wet nog bestaat uit afzonderlijke delen die in technische zin ‘los’ staan: aanvankelijk is dit alleen de bruidsschat (in STOP-formaat) en bestaande ruimtelijke plannen (in IMRO-formaat). Daaraan worden vervolgens nieuwe regels toegevoegd, in STOP-formaat en (als gevolg van TAM-IMRO) dus ook als ‘losse’ IMRO-documenten. 

Als het noodzakelijk is om bij een gebiedsontwikkeling in juridische zin af te wijken van de bruidsschat, dan kan de gemeente gebruikmaken van een voorrangsbepaling in het TAM-IMRO plan. Dit werkt vrijwel hetzelfde als wanneer u werkt met STOP en voorlopig de bruidsschat intact wilt houden. In deze voorrangsbepaling staat dat de (te benoemen) regels in het (TAM-IMRO) plan voor een (te benoemen) gebied vóórgaan op de regels uit de bruidsschat. In de gebieden daarbuiten blijven de bruidsschat-regels dan ongewijzigd geldig, evenals de regels waarover in het (TAM-IMRO) plan niets wordt bepaald. Voor meer informatie over het opnemen van voorrangsbepalingen in het TAM-IMRO plan, zie de juridische werkinstructie, kernvereiste 2.

Met een TAM-IMRO plan is het niet mogelijk om de concrete regels van de bruidsschat (in het omgevingsplan) te muteren (technisch perspectief). De bruidsschat-regels, immers, zijn vastgelegd in STOP-formaat (hoofdstuk 22) en voor het muteren van deze regels zal de gemeente dus gebruik moeten maken van een wijzigingsbesluit in STOP-formaat.

7. De begrippen in de Omgevingswet zijn anders dan de begrippen in de Wro. Denk aan ‘functies’ en ‘activiteiten’ in plaats van ‘bestemmingen’, etc. Hoe moeten we daarmee omgaan?

In 2022 heeft de VNG met enkele gemeenten het TAM-IMRO omgevingsplan beproefd. We hebben bekeken op welke juridische manieren de bestemmingen omgezet kunnen worden naar functies en activiteiten. Zie hiervoor de transponeertabel in de technische werkinstructie, onder de kop ‘Instructies voor het omzetten van regels’. Uiteraard geldt dat de termen uit de Omgevingswet leidend zijn. TAM-IMRO plannen moeten inhoudelijk voldoen aan de Omgevingswet.

8. De onderzoeksverplichtingen voor de gemeente zijn onder de Omgevingswet anders dan onder de Wro. Wat betekent dit voor de inzet van TAM-IMRO?

De uitvoerbaarheidseis uit het Besluit ruimtelijke ordening vervalt met de Omgevingswet. De gemeente hoeft niet meer aannemelijk te maken dat een toegedeelde functie er ook zal komen. Dit geldt ook bij de inzet van TAM-IMRO. Zowel in een STOP omgevingsplan als een TAM-IMRO omgevingsplan geeft de gemeente aan dat een functie op een locatie ‘kan’ komen onder bepaalde voorwaarden bijvoorbeeld, waaronder bepaalde onderzoeken. De gemeente moet wel onderzoeken of ontwikkeling op de betrokken locatie in beginsel mogelijk is. Een ontwikkeling mag in beginsel niet onuitvoerbaar zijn.

Pas wanneer zich een concreet initiatief aandient, dat past binnen de toegedeelde functie, wordt onderzocht ‘hoe’ dat op een aanvaardbare wijze gerealiseerd kan worden. Zowel bij een STOP omgevingsplan als bij een TAM-IMRO omgevingsplan moeten de onderzoeken voldoen aan de eisen van de Omgevingswet. In een aantal gevallen zijn deze eisen anders dan onder de Wro, in het bijzonder voor geluid en externe veiligheid. Zie hierover ook de pagina Vertrekpunten, onder de kop ‘Voldoe aan instructieregels van rijk en provincie’. 

9. Kun je met TAM omgevingsplan ook een voorbereidingsbesluit maken?

Nee, dit kan niet. Hiervoor kunt u gebruikmaken van de TAM voorbereidingsbesluit. Deze TAM is ook gebaseerd op het gebruik van IMRO, maar verschilt in andere opzichten van TAM omgevingsplan. Voor meer informatie zie de Bijsluiter TAM voorbereidingsbesluit.

Gevolgen van het gebruik van TAM-IMRO

1. Gaan in we in TAM-IMRO ook het omgevingsplan consolideren, oftewel de planwijzigingen samenvoegen in één document?

Nee. IMRO voorziet niet in mogelijkheden om een plan te consolideren. We krijgen dus voor enige tijd een situatie waarin diverse afzonderlijke documenten bestaan die in juridische zin één omgevingsplan vormen. Dit heeft gevolgen voor het raadplegen van het plan. Het gebruik van TAM-IMRO betekent dat het streven om alle regels in het omgevingsplan in één document onder te brengen minder snel gerealiseerd zal worden. De gebruiker zal - zolang het TAM-IMRO plan bestaat - een extra document te zien krijgen bij een ‘prik op de kaart’ en zich (zoals nu deels ook het geval is) een beeld moet vormen wat de relevantie van de daarin opgenomen regelgeving is voor het initiatief van zijn/haar interesse.

2. Moeten de TAM-IMRO plannen ooit ondergebracht worden in het omgevingsplan in STOP?

Ja, het ministerie van BZK geeft aan dat de inhoud van de TAM-IMRO plannen vóór 2032 moet worden ‘ondergebracht’ in het integrale omgevingsplan, dat wordt opgesteld in de STOP standaard. Zie ook Planning uitfaseren tijdelijke alternatieve maatregelen (TAM) (aandeslagmetdeomgevingswet.nl)

3. Worden TAM-IMRO plannen opnieuw appellabel als we de inhoud overbrengen naar het omgevingsplan in STOP?

Het ministerie van BZK heeft de intentie uitgesproken om in de wet- en regelgeving vast te leggen dat regels in het STOP omgevingsplan die inhoudelijk gelijk zijn aan het TAM-IMRO plan niet opnieuw appellabel worden bij het overbrengen. De wijze waarop en de voorwaarden waaronder dit mogelijk is worden momenteel uitgewerkt.

4. Aan een IMRO plan kun je geen toepasbare regels hangen. Hoe moeten we hiermee omgaan? Wat betekent dit voor onze dienstverlening?

Het klopt dat aan een TAM-IMRO plan geen toepasbare regels gehangen kunnen worden. Er kunnen dus geen nieuwe vergunningchecks of aanvraagformulieren gemaakt worden. We voorzien de inzet van TAM-IMRO vooral voor gebiedsontwikkelingen. Daarbij worden meestal geen geheel nieuwe (typen) vergunningplichten geïntroduceerd. We kunnen daarom grotendeels gebruik maken van de aanvraagformulieren die gemeenten hebben gekregen met de bruidsschat. 

Overige vragen

1. Hoe verhoudt het gebruik van TAM-IMRO zich tot de DSO systematiek met tijdreizen?

Het gebruik van TAM-IMRO is, naar we nu inschatten, goed verenigbaar met tijdreizen. Iedere TAM-IMRO plan heeft eigen datumstempels voor vaststelling en inwerkingtreding. Als de gebruiker wil tijdreizen moet hij een datum invullen die het DSO gebruikt bij het zoeken en tonen van plannen. Bij dit zoeken wordt rekening gehouden met de datumstempels van het TAM-IMRO plan. 

2. Zijn er nog andere TAMs?

Ja, voor inzicht in de overige TAMs zie de webpagina over TAMs van Aan de slag met de Omgevingswet.