Onder dit kernvereiste vindt u enkele onderwerpen die relevant zijn voor zowel wijzigingen van het omgevingsplan met TAM-IMRO als wijzigingen met STOP. We hebben ze hier opgenomen, omdat u ze juist bij het gebruik van de oude standaard wellicht makkelijk over het hoofd ziet.
Voor het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met de bestemmingen uit een bestemmingsplan was in de Wabo (artikel 2.1, eerste lid, onder c) een algemene vergunningplicht opgenomen. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is deze vergunningplicht vervallen. Plannen bevatten vanaf dat moment niet langer regels met het oog op een bepaalde bestemming (artikel 3.1, eerste lid, Wro). In het omgevingsplan geldt dat als er geen regels voor een activiteit zijn opgenomen deze activiteit zonder meer mag worden uitgevoerd. Alleen het opnemen van locaties met functies (voorheen bestemmingen) is daarom onvoldoende om het handelen in strijd met die functies te verbieden. Dit betekent dat u het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met het TAM-IMRO omgevingsplan in dat plan nadrukkelijk moet verbieden.
Voorbeeldtekst algemeen gebruiksverbod
Het is verboden gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan de locatie toegedeelde functies.
De Wro kende in samenhang met de Wabo de figuur van de omgevingsvergunning voor het afwijken van een bepaling in het bestemmingsplan. In de praktijk zien we regelmatig dat gemeenten deze voormalige binnenplanse afwijkingen zonder aanpassingen overnemen in een TAM-omgevingsplan. Echter, de Omgevingswet kent deze figuur niet meer. De Omgevingswet kent de binnenplanse omgevingsplanactiviteit in de vorm van een verbod om, een activiteit zonder omgevingsvergunning te verrichten. In de transponeertabel leest u hoe u hier mee om kunt gaan. Voor een praktijkvoorbeeld zie TAM-omgevingsplan hoofdstuk 22p Gombertstraat 350, Havezathe.
Voor het aanvragen van een vergunning voor een vergunningplichtige activiteit op grond van een TAM-IMRO omgevingsplan kunt u aanvullende aanvraagvereisten opnemen. Deze aanvraagvereisten zijn aanvullend op de aanvraagvereisten van paragraaf 7.2.1 van de Omgevingsregeling. U kunt dit doen door de aanvullende aanvraagvereisten uit de bruidsschat van toepassing te verklaren en/of door zelf nieuwe aanvraagvereisten te formuleren.
Aanvullende aanvraagvereisten uit bruidsschat van toepassing verklaren
In paragraaf 22.5.2 van de bruidsschat zijn aanvullende aanvraagvereisten opgenomen voor vergunningaanvragen die betrekking hebben op het tijdelijk deel van het omgevingsplan (o.a. binnenplanse afwijkingen uit bestemmingsplannen). Deze aanvullende aanvraagvereisten zijn niet automatisch van toepassing op vergunningplichten voor omgevingsplanactiviteiten die in een TAM-IMRO omgevingsplan worden opgenomen. Het TAM-IMRO omgevingsplan is immers onderdeel van het nieuwe deel. In een TAM-IMRO omgevingsplan kunt u de relevante aanvraagvereisten uit die paragraaf van overeenkomstige toepassing verklaren op vergunningaanvragen op de locatie van het TAM-IMRO omgevingsplan. Onderstaande voorbeeldtekst laat zien hoe u dat kunt doen.
Voorbeeldtekst aanvraagvereisten
Artikel 3 (Aanvraagvereisten)
De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van dit omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk.
Let op: als u aan de slag gaat met het verwerken van de bruidsschat in het nieuwe deel van uw omgevingsplan, kan hoofdstuk 22 ‘in beweging’ komen. Het gevolg kan zijn dat er geen correcte juridische koppeling meer is tussen het TAM-IMRO omgevingsplan en de bruidsschat. Bijvoorbeeld op het gebied van de indieningsvereisten. Hiervoor geven we het volgende advies:
- Zorg dat u niet zomaar artikelen uit de bruidsschat verwijdert, maar zet deze op vervallen en geef in de toelichting aan waar deze naar toe zijn verhuisd.
- Bij gebiedsgerichte omzetting van het tijdelijke deel naar het nieuwe deel: neem daarin gelijk de TAM-IMRO omgevingsplannen mee.
- Leg de juridische koppelingen goed vast in uw eigen administratie. Zo voorkomt u dat u later bij verwerking van de bruidsschat in het nieuwe deel deze voorrangsbepalingen over het hoofd ziet.
Nieuwe aanvraagvereisten opnemen
Neemt u een vergunningplicht (of meldingsplicht) op waarvoor de aanvraagvereisten uit de bruidsschat onvoldoende zijn? Dan moet u nieuwe aanvraagvereisten opnemen in het TAM-IMRO omgevingsplan. Deze moet u zelf formuleren.
Op grond van artikel 14.2 Omgevingsbesluit moet u dan ook een aanvraagformulier beschikbaar stellen. Echter, omdat een TAM-IMRO omgevingsplan niet geannoteerd kan worden, kunt u via annotaties en toepasbare regels geen aanvraagformulier koppelen aan de activiteit waarvoor u een vergunningplicht hebt ingesteld. Wel kunt u gebruikmaken van bestaande aanvraagformulieren, zoals het aanvraagformulier bij de activiteit 'afwijken van regels in het omgevingsplan - Aanvraag vergunning' in het Omgevingsloket.
Het is van belang dat u in het TAM-IMRO omgevingsplan duidelijk aangeeft welk aanvraagformulier gebruikt moet worden voor het indienen van een aanvraag. Dit kan in de motivering of eventueel bij de bekendmaking van het TAM-IMRO omgevingsplan. Vermeld hierbij eventueel ook welke extra gegevens (die niet op het formulier worden genoemd) moeten worden toegevoegd. Zoals eerder aangegeven moeten deze extra gegevens wel een juridische basis hebben.
Begrippen Omgevingswet
De begripsbepalingen uit de bijlage van de Omgevingswet zijn van rechtswege van toepassing op regelingen op grond van de Omgevingswet (art. 1.1 Omgevingswet). En dus ook op (TAM-)omgevingsplannen.
Begrippen AMvB's en Omgevingsregeling
Begripsbepalingen uit de AMvB’s en de Omgevingsregeling zijn niet rechtstreeks van toepassing op het omgevingsplan. In art. 1.1 van het omgevingsplan van rechtswege zijn de begripsbepalingen uit de AMvB's en de Omgevingsregeling van toepassing verklaard op Hoofdstuk 22. Maar ze zijn daarmee niet automatisch van toepassing op uw TAM-omgevingsplan.
Het advies is om in uw TAM-omgevingsplan aan te sluiten bij de begripsbepalingen uit de AMvB's en de Omgevingsregeling en deze van toepassing te verklaren. Voor de van toepassingverklaring kunt u gebruikmaken van onderstaande voorbeeldtekst.
Let op: In artikel 1.1 lid 2 van het omgevingsplan van rechtswege wordt verwezen naar een bijlage waarin begrippen staan die van toepassing zijn op hoofdstuk 22 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan (de bruidsschat). Deze begrippen uit het tijdelijk deel van het omgevingsplan kunt u in uw TAM-IMRO omgevingsplan buiten de van toepassingsverklaring houden.
Voorbeeldtekst van toepassing verklaren begrippen AMvB’s en Omgevingsregeling
Artikel 1 (Begripsbepalingen)
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in Artikel 2 daarvan is afgeweken.
Aanvullende begrippen TAM-omgevingsplan
In uw TAM-omgevingsplan kunt u aanvullende begrippen opnemen. Voordat u dit doet, raden we u aan om te analyseren hoe uw eventuele aanvullende begrippen zich verhouden tot de begrippen uit de Omgevingswet, de AMvB’s en de Omgevingsregeling. Aandachtspunten zijn:
- Aanvullende begripsbepalingen in een (TAM-)omgevingsplan kunnen niet afwijken van begripsbepalingen uit de Omgevingswet (zie boven). Bij het opstellen van aanvullende begripsbepalingen in uw TAM-omgevingsplan moet u dus rekening houden met de begripsbepalingen uit de Omgevingswet.
- In de praktijk zien we soms dat gemeenten bij de aanvullende begrippen van een TAM-omgevingsplan ook begrippen uit de AMvB’s en de Omgevingsregeling noemen (bijvoorbeeld het begrip bijbehorend bouwwerk) . Als u de voorbeeldtekst voor het van toepassing verklaren van de begrippen van de AMvB’s en de Omgevingsregeling heeft overgenomen, is dit dus niet nodig (bijvoorbeeld: het begrip ‘bijbehorend bouwwerk’ staat al in het Besluit bouwwerken leefomgeving).
Bij de aanvullende begrippen is van belang dat u ze alleen van toepassing verklaart op het TAM-omgevingsplan (‘Hoofdstuk 22a’) en niet op het hele omgevingsplan. Zie hiervoor onderstaand tekstvoorbeeld. Zie voor het bepalen van begrippen ook het Handboek opstellen omgevingsplan, hoofdstuk 3.8.
Voorbeeldtekst van toepassing verklaren aanvullende begripsbepalingen
Artikel 2 (Aanvullende begripsbepalingen)
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de volgende begripsbepalingen:
[…]
Dit onderdeel is verhuisd van kernvereiste 3 naar kernvereiste 2.