Onder de Omgevingswet moeten gemeenten in staat zijn om hun omgevingsplan te wijzigen of ervan af te wijken. U kunt deze keuzehulp gebruiken bij het maken van de afweging tussen de inzet van een planwijziging met de STOP/TPOD standaard, een planwijziging met TAM-IMRO of een vergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA).
Onder de figuur vindt u een toelichting bij het gebruik van de keuzehulp.
Om de keuzehulp te gebruiken doorloopt u de vragenboom van boven naar beneden. De eerste vraag gaat over de verschillende motieven voor het wijzigen of afwijken van het omgevingsplan. We onderscheiden er 4:
- Initiatieven mogelijk maken en gebiedsontwikkeling
- Nieuw beleid omzetten in regels. Bijvoorbeeld op het gebied van klimaat, energie of parkeren.
- Beheer van het omgevingsplan. Bijvoorbeeld: instructieregels verwerken, toevoegen van annotaties of rectificaties
- Opbouwen integraal omgevingsplan. Hiertoe behoort het verwerken van ruimtelijke plannen in IMRO en verordeningen.
Deze motieven zijn sterk bepalend voor de antwoorden die u verder in de vragenboom zult geven, naast uw eigen specifieke gemeentelijke situatie.
Bij de vervolgvragen is het steeds relevant om deze vanuit 3 verschillende invalshoeken te beantwoorden: mogen, kunnen en willen.
Mogen
Dit gaat om het juridisch kader.
Kunnen
Hier gaat het om aspecten van bedrijfsvoering, zoals ondersteuning door software, procesafspraken, kennis en capaciteit.
Een belangrijke vraag is of uw software wijzigingen in STOP-TPOD (hierna kortweg ‘STOP’) ondersteunt. Belangrijke voorwaarden daarvoor zijn:
- Uw plansoftware ondersteunt de benodigde functionaliteiten
- U heeft geoefend met het maken van regels en plannen
- U heeft de voorlopige structuur bepaald waarin de nieuwe regels landen
- U heeft de bruidsschat in beheer genomen
Raadpleeg verder de Checklist: kunt u het omgevingsplan wijzigen met STOP?.
Kunt u STOP niet gebruiken, dan biedt TAM-IMRO een tijdelijk alternatief.
Willen
Hier gaat het om uw eigen gemeentelijke beleidskeuzes, bijvoorbeeld over uw ambities qua dienstverlening, de structuur van uw omgevingsplan en uw transitiestrategie. Zie onder meer de voorbeelden van transitieplannen en de factsheet over het behandelen van initiatieven in de overgangsfase. In zijn algemeenheid heeft het bij wijzigingen van het omgevingsplan de voorkeur om waar mogelijk de STOP standaard te gebruiken.
Via het menu van deze pagina vindt u per motief nog enkele specifieke aanwijzingen hoe u de vragen kunt beantwoorden.
Als u de vragenboom doorloopt, komt u uit bij 1 van de 3 instrumenten die gemeenten kunnen inzetten (klik op de links voor verdiepende informatie over de instrumenten):
- De vergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA)
- Het wijzigen van het omgevingsplan met behulp van de STOP-standaard
- Het wijzigen van het omgevingsplan met behulp van TAM-IMRO
U kunt in de vragenboom ook uitkomen bij de optie om te temporiseren. U stelt de wijziging of afwijking van het plan dan nog even uit. Bijvoorbeeld totdat u wél STOP kunt en wilt gebruiken. Of u wilt temporiseren, zal afhangen van de urgentie van het specifieke geval.
Voorbereidingsbesluit
In bepaalde gevallen is het goed om een planwijziging te combineren met het toevoegen van voorbeschermingsregels. Het is namelijk niet meer zo dat een ontwerp wijziging ook leidt tot een aanhoudingsplicht. Wilt u voorkomen dat vergunningen worden verleend voor activiteiten die in strijd zijn met een nieuw ontwerp wijziging van het omgevingsplan? Dan zult u altijd een voorbereidingsbesluit moeten nemen. Dit kunt u doen met STOP of met TAM-IMRO.
Meer informatie:
Voor besluiten die conform STOP zijn opgesteld onderkennen we verschillende toepassingsvarianten. Deze varianten voldoen allemaal aan de Omgevingswet, maar geven elk op een andere manier invulling aan een wijziging van het omgevingsplan. De varianten lopen uiteen van een integrale, geharmoniseerde variant in de geest van de Omgevingswet tot een transitievariant, bijvoorbeeld in een apart hoofdstuk van het omgevingsplan.
In zijn algemeenheid heeft een zo integraal mogelijke, geharmoniseerde variant steeds de voorkeur. Het gebruik van transitievarianten betekent vaak dubbel werk. Toch kan een stap direct naar een integrale, geharmoniseerde variant in de praktijk te omvangrijk of te complex worden, waardoor een transitievariant uitkomst kan bieden.
Binnenkort publiceren we verdiepende informatie over de toepassingsvarianten.
De keus voor het instrument voor het wijzigen of afwijken van het omgevingsplan vindt plaats tegen de achtergrond van andere belangrijke keuzes die u moet maken voor het werken met het omgevingsplan. Hier vindt u meer informatie:
Bij het maken van de keuze voor een instrument is ook belangrijk dat u inzicht heeft in het proces van het wijzigen van het omgevingsplan. Lees hier meer over het wijzigen van het omgevingsplan, inclusief een stappenplan
Terugkijken netwerksessie keuzehulp
Op 22 september 2023 vond een bijeenkomst van het Netwerk Omgevingsplan plaats over de keuzehulp. Bekijk de opname en de presentatie