Doel: u moet of wilt uw omgevingsplan beheren. Dit kan bijvoorbeeld gaan om het doorvoeren van wijzigingen waar u niet zelf de initiator van bent (bijvoorbeeld als gevolg van het meervoudig bronhouderschap) of om het verwerken van instructieregels van de provincie. Het kan ook gaan om technische wijzigingen of rectificaties.

In aanvulling op de algemene aanwijzingen bij de keuzeboom kunt u nog de volgende punten meenemen in uw afweging:

  • Het lijkt voor de hand te liggen om de beheertaken zoveel mogelijk in STOP te doen. TAM-IMRO gebruikt u dan alleen als er een acute juridische noodzaak is om zaken in het omgevingsplan te wijzigen die u in het concrete geval nog niet via STOP kunt doen.
  • Als alternatief kunt u soms ook werken met voorbeschermingsregels in TAM-IMRO. Met voorbeschermingsregels in het omgevingsplan voorkomt de overheid activiteiten die (mogelijk) strijdig zijn met nieuwe regels in het omgevingsplan die in voorbereiding zijn.
  • Beheertaken die samenhangen met het functioneren van het DSO als geheel (doorlopende ketens van regels, toepasbare regels en indieningsvereisten) kunnen in bepaalde gevallen alleen met STOP gedaan worden (annotaties) en niet met TAM-IMRO.
  • Let goed op of u een juridische verplichting heeft om bepaalde zaken te wijzigen in het omgevingsplan (instructieregel) en wanneer dit juridisch minder dwingend is (mogelijk bij een wijziging als gevolg van meervoudig bronhouderschap). In dat laatste geval kunt u wellicht temporiseren en de wijziging uitstellen tot u deze efficiĆ«nt kunt combineren met andere wijzigingen.
  • We raden aan om het doorvoeren van technische wijzigingen en rectificaties lager in de organisatie te mandateren, zodat de gemeenteraad hier niet telkens over hoeft te besluiten.