VNG Magazine nummer 1, 22 januari 2021

Tekst: Sanne van der Most | Beeld: Jaap Spieker

Het VN-verdrag Handicap verplicht gemeenten een actieplan op te stellen dat bijdraagt aan een inclusieve samenleving. De handreiking ‘Lokale Inclusie Agenda’ van de VNG helpt gemeenten op weg bij het opstellen ervan. Steeds meer gemeenten gaan ermee aan de slag. 
 

VNG Logo

Het VN-Verdrag uit 2016 heeft als doel een toegankelijke en inclusieve wereld voor iedereen en beschrijft wat gemeenten moeten doen om dat voor elkaar te krijgen. De Lokale Inclusie Agenda biedt gemeenten houvast voor een integrale aanpak op het gebied van onderwijs en ontwikkeling, thuis, werk en inkomen, vrije tijd, vervoer en welzijn, en gezondheid en ondersteuning. Aan gemeenten om zo’n agenda op te stellen. 

Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Om gemeenten houvast te geven, stelde de VNG een handreiking op. Een belangrijk onderdeel daarvan is de routekaart die beschrijft hoe gemeenten hun eigen Lokale Inclusie Agenda opstellen, wat er allemaal in moet staan en hoe ze stapsgewijs aan de slag kunnen. Centraal vertrekpunt op de routekaart is ‘iedereen doet mee’. Alleen door te organiseren dat mensen met een beperking in het gehele proces – bij de start, ontwikkeling en uitvoering – betrokken zijn, weet je zeker dat je werkt aan een inclusieve gemeente.

Samenwerken met lokale partners en ervaringsdeskundigen is daarbij van wezenlijk belang. Net als investeren in communicatie, het onderwerp blijven agenderen en monitoren waar je als gemeente staat en wat er nog moet gebeuren. Aan de hand van concrete voorbeelden van gemeenten die al met de Inclusie Agenda aan de slag gingen, hoopt de VNG andere gemeenten te inspireren. 
 

Leeuwarden: toegankelijkheid belangrijk

Op 12 september 2019 ondertekende de gemeente Leeuwarden het manifest ‘Iedereen doet mee’. Een belangrijke mijlpaal, vindt wethouder Bert Wassink. ‘Daarmee laten we zien dat we er voor iedereen zijn, voor mensen mét en zonder beperking.’

Iedereen doet mee, dat is dus het motto. ‘Maar dat moet natuurlijk wel kúnnen’, zegt Wassink. ‘Of het nu om een openbaar toilet gaat of om een tunnel, je moet de doelgroep betrekken. Mensen die minder mobiel zijn, een visuele of een licht verstandelijke beperking hebben, met elkaar bepalen we wat anders en beter moet. Met de inclusieagenda, die een jaar geleden werd opgesteld, in de hand.’

Toch zijn ze zich in Leeuwarden niet altijd zo bewust geweest van die inclusiviteit. Wassink: ‘Natuurlijk is toegankelijkheid voor ons als gemeente belangrijk, maar onze ogen gingen pas echt open toen we in 2018 culturele hoofdstad werden. We hebben een werkgroep opgezet met mensen vanuit de doelgroep zelf, die ervoor zorgden dat alle evenementen letterlijk voor iedereen toegankelijk werden.’ Ook de balie op het gemeentehuis is nu voor iedereen toegankelijk. ’Onze ambtenaren zijn beter opgeleid en nemen voor iedereen de tijd’, zegt Wassink. ‘Onze website is nu veel toegankelijker en in de toekomst willen we al onze brieven op B1-niveau schrijven zodat iedereen ermee uit de voeten kan.’

Iedereen moet kunnen meedoen. Dat weet Pauline Everts als geen ander. Ze heeft een incomplete dwarslaesie en maakt buitenshuis wisselend gebruik van een driewiel-ligfiets, een rolstoel of een rollator. Vanuit haar eigen ervaring en met haar achtergrond in de zorg, denkt zij vanuit de Werkgroep Toegankelijkheid Gemeente Leeuwarden mee over het beleid van de gemeente. ‘Het is ontzettend belangrijk dat de gemeente dit samen met ons en de maatschappelijke organisatie doet. Wij nemen wethouders en raadsleden letterlijk geblinddoekt mee door de wijk om ze zelf te laten ervaren hoe het is om een visuele beperking te hebben. Vaak zijn dat echte eyeopeners die bijdragen aan de bewustwording.’ 
 

Borsele: ambassadeurs aangesteld

Krachtige voorbeelden ontstaan vanzelf, weten ze in Borsele. Die kun je als gemeente niet verzinnen. Daarom is het zo ontzettend belangrijk om het samen met de doelgroep te doen. Juist in de beginfase.

‘Als gemeente zitten wij in de voorbereidende fase van de inclusieagenda’, zegt wethouder Marga van de Plasse. ‘Onze medewerkers volgen de trainingen van de VNG en zijn daar erg enthousiast over. De voorbeelden van andere gemeenten helpen bij onze beeldvorming en zijn nuttig voor onze eigen aanpak.’

‘Via onze adviesraden, zorginstellingen en verenigingen willen we zo veel mogelijk contacten gaan leggen met de doelgroep zelf’, gaat Van de Plasse verder. ‘In deze beginfase brengen we echter eerst in beeld wat we allemaal al doen en wat er nodig is om mensen met een beperking volop mee te kunnen laten doen. Wat gaat er goed en wat kan er beter? Onze conclusie is dat we al goed op weg zijn; vooral op het gebied van ruimtelijke ordening, toegankelijkheid van gebouwen en gehandicaptensport – maar dat we een aantal zaken ook hebben laten liggen. De taal die wij als gemeente gebruiken, is daar een voorbeeld van. Veel te ambtelijk en ingewikkeld. Dat moet echt anders. Daarom hebben wij ambassadeurs aangesteld die daar verandering in moeten brengen.’

In het tweede kwartaal van 2021 gaat het college in gesprek met ervaringsdeskundigen, zorginstellingen, sportverenigingen en ondernemers, zegt Van de Plasse, ‘zodat we ook hun thema’s op de agenda kunnen plaatsen. Zo ontstaat er een breed beeld van wat we met elkaar belangrijk vinden, wat we op dit moment al informeel doen en hoe we dat kunnen formaliseren naar beleid voor de toekomst. Na de zomervakantiewillen we dan echt aan de slag met het opstellen van onze inclusieagenda.’ Uiteindelijk moeten inclusiviteit en toegankelijkheid bij iedereen tussen de oren komen, zo vindt ook Van de Plasse. ‘Op elk beleidsterrein.’
 

Westervoort: meer concrete acties

Toen Westervoort in 2019 begon met zijn inclusieagenda, was één ding meteen duidelijk. Het moet niet gaan óver de mensen met een beperking, maar mét de mensen tot stand komen. Maar hoe pak je zoiets aan? 

‘De routekaart van de VNG heeft ons enorm op weg geholpen’, zegt wethouder Hans Breunissen. ‘Ik weet dat bij veel gemeenten een huivering bestaat om te beginnen. Het kost ook echt tijd en energie en het is ontzettend breed. Dankzij de handreiking van de VNG hoef je het wiel niet opnieuw uit te vinden. Een kapstok om je eigen agenda aan op te hangen.’

Inmiddels heeft Westervoort een inclusiewerkgroep met mensen uit de doelgroep zelf en ambtenaren op het gebied van sociaal domein, burgerparticipatie en omgevingsvisie. Daarnaast is er nauw contact met winkeliers, onderwijsinstellingen, woningbouwverenigingen en het openbaar vervoer. Breunissen: ‘De bereidheid om mee te denken en mee te doen is enorm. Uiteindelijk hebben we de thema’s werk en inkomen, vrije tijd, vervoer en welzijn in een notitie gezet, die uiteindelijk als basis dient voor onze inclusieagenda 2020-2022.’ 

De eerste stappen zijn gezet. ‘Dat betekent overigens niet dat we voor die tijd niks aan inclusie deden’, licht Breunissen toe. ‘Maar we hebben het onderwerp nu veel nadrukkelijker voor het voetlicht gebracht. Inclusie is veel vanzelfsprekender en het wordt vaker meegenomen bij het opzetten van nieuwe plannen en projecten. Ook binnen onze eigen organisatie weten de ambtenaren van het sociaal domein en ruimte elkaar nu beter te vinden.’

De inclusieagenda leidt tot meer concrete acties. Breunissen: ‘Als we ergens tegenaanlopen, kunnen we meteen reageren. Voetpaden waar aanpassingen nodig zijn bijvoorbeeld en maatjes die elkaar helpen. Daarnaast hebben we mensen uit de doelgroep betrokken bij het toegankelijker maken van onze website.’
 

Lokale Inclusie Agenda

 

De VNG-handreiking en de routekaart Lokale Inclusie Agenda zijn hier te lezen. Kijk hier voor een overzicht van gemeenten die al een agenda hebben opgesteld. Wilt u uw voorbeeld hier ook laten zien, mail dan naar praktijkvoorbeelden@vng.nl.