VNG Magazine nummer 1, 22 januari 2021

Tekst: Rutger van den Dikkenberg

Het aantal ruzies in de raad lijkt toe te nemen. Maar als raadsleden niet meer samen door één deur kunnen, loopt het lokaal bestuur vast en daalt het vertrouwen in de politiek. Grijp daarom op tijd in, is het devies.
 

Ruzie in de raad

‘Ja, ik zie wel een verharding in de politiek’, zegt interim-griffier Evert Bunt, die kan buigen op een ruim dertigjarige loopbaan in het lokaal bestuur en sinds januari actief in Barendrecht. ‘Die verharding uit zich in heftiger aanvaringen en minder bereidheid bij raadsleden om er onderling uit te komen.’ 
In diverse gemeenteraden rommelde het flink, het afgelopen jaar. Scheldpartijen over en weer zijn geen uitzonderingen meer. In Geertruidenberg viel de coalitie in de zomer plotseling uiteen en is het onderling vertrouwen tussen de raadsleden ver te zoeken. In Almelo ging de raad, samen met het college, in therapie, op initiatief van burgemeester Arjen Gerritsen. Hij zag ‘regelmatig teleurstellingen’ bij de raadsleden over de onderlinge communicatie en de manier waarop de vergaderingen verlopen. ‘Dit brengt ongemak teweeg, beïnvloedt het vertrouwen en het plezier in het raadswerk en raakt ons allemaal diep in de samenleving’, aldus de burgemeester.

In Barendrecht gaf de Zuid-Hollandse commissaris van de Koning de fractievoorzitters de opdracht hun eigen functioneren onder de loep te nemen, nadat het er al een tijd onrustig was. En in Waalre waarschuwde waarnemend burgemeester Jan Boelhouwer in oktober voor de toekomst van de gemeente: als die door ruzies onbestuurbaar blijft, waarom zou je dan nog zelfstandig kunnen opereren?

Interim-griffier Bunt wil niets zeggen over de situatie in Barendrecht: ‘Dat vind ik aanmatigend, ik ben hier nog maar net.’ Maar in algemene zin zijn er wel redenen aan te wijzen van de toenemende onderlinge wrevel, ziet hij. ‘De politiek is intensiever geworden, de maatschappelijke problematiek is toegenomen en het takenpakket is uitgebreid. De raad moet meer doen met hetzelfde aantal mensen. Daardoor is er minder tijd om te investeren in de onderlinge relaties. Dat is een gemis.’

Ook John Bijl heeft het aantal ruzies de afgelopen jaren zien toenemen. Bijl, publicist en directeur van het Periklesinstituut, begeleidt gemeenteraden in het verbeteren van het politieke debat. ‘In ongeveer een kwart van de gemeenten is de sfeer de afgelopen dertig jaar minder geworden’, schat hij. ‘Maar ik heb het in heel veel gevallen ook weer goed zien komen.’

Ombudspolitiek
Waar gaat het mis? Volgens Bijl is dat vaak terug te voeren op het feit dat raadsleden geen moeite meer willen doen om elkaar te begrijpen, een punt dat ook griffier Bunt aanvoert: raadsleden luisteren niet altijd meer naar elkaar, ze zijn zo overtuigd van hun eigen gelijk dat ze andere meningen niet accepteren. Bij protestpartijen is dat bijvoorbeeld het geval: ze worden in één klap groot, maar zijn niet echt geïnteresseerd in de politieke mores en procedures. ‘Vaak zijn zulke partijen ombudspolitiek aan het bedrijven,’ zegt Bijl. ‘Ze eisen dat hun ideeën direct worden ingewilligd. Dan gaat het mis, want zo werkt een democratie niet.’

Een raad die rollebollend over straat gaat, dat hoeft niet verkeerd te zijn, zegt Bijl. Onenigheid over de inhoud hoort er juist bij. ‘Een meningsverschil is in de politiek corebusiness. Raadsleden stellen elkaar vervelende vragen om ervoor te zorgen dat iemands mening scherp wordt geslepen. Als dat proces goed gaat, dan blijft iemand doorvragen. Als dat niet goed gaat, wordt iemand hypocriet genoemd. Dan wordt het persoonlijk. En als je het politieke en het persoonlijke niet kunt scheiden, kom je aan de inhoud niet meer toe.’ Bunt: ‘Je mag met het mes op tafel debatteren, zolang het over de inhoud gaat. Maar je moet niet op de man spelen, of gaan voor een snelle soundbite om maar op te vallen.’

Zulke ruzies zijn niet alleen slecht voor de onderlinge verhoudingen, maar leiden ook tot verlies van decorum en een dalend vertrouwen in de lokale politiek. Bijl: ‘Als er niet naar elkaar wordt geluisterd, krijg je al snel populisme.’ Bunt: ‘Het ambt is een hogere roeping. Dat besef mis ik in toenemende mate.’

Procedureel
Ook Gerd Leers, voormalig burgemeester van Maastricht, wijst erop dat veel ruzies ontstaan doordat nieuwkomers in de raad een andere manier van politiek bedrijven dan gevestigde partijen. Zij zijn vaak directer, zowel in het contact met de inwoners als in de manier van politiek bedrijven. ‘Dat is geen diskwalificatie’, zegt Leers. ‘Het zijn partijen die dichter bij de mensen staan, meer actief zijn in het verenigingsleven en ook meer betrokken zijn in een kleinere gemeenschap. Ze durven ook verder te gaan dan gevestigde partijen, die vaak meer procedureel zijn ingericht.’ 

Het is ombudspolitiek, zegt ook Leers, met voor- en nadelen. ‘De gemeenteraad is een lekenbestuur, raadsleden moeten dicht bij de mensen staan. Landelijke partijen kunnen vaak wat opsteken van deze lokale partijen. Maar als politieke partijen worden opgericht door mensen die zich toch al tekortgedaan voelen, dan ontstaan er risico’s. Ik durf nog een stapje verder te gaan: bij sommige lokale partijen zitten de gele hesjes op het pluche.’

Oorlog
Leers werkte ruim een jaar als waarnemend burgemeester in Brunssum, waar een raadsruzie de gemeente ook onbestuurbaar dreigde te maken. De oorzaak: twijfels (onterechte, bleek later) over de integriteit van een wethouder na een gronddeal waar hij eerder als raadslid persoonlijk bij betrokken was. Het gevolg was ‘twintig jaar oorlog’. Leers: ‘Het boterde absoluut niet.’

Twee jaar lang, van januari 2018 tot maart 2020, werkte Leers aan zijn opdracht, en de onderlinge verhoudingen in de raad waren bij zijn vertrek een stuk beter dan toen hij begon. ‘Ze praten weer met elkaar en het onderlinge respect is terug.’

Waar te beginnen als je een raad treft die onderling niet meer met elkaar wil praten? Leers bracht eerst de situatie in kaart. ‘Ik heb met iedereen gesproken: waar zit de wrok? Als je dat weet, kun je opnieuw opbouwen.’

Daarbij is het vooral belangrijk dat je niet achteloos voorbijgaat aan oud zeer. ‘Dat moet juist uitgesproken worden,’ zegt Leers. ‘Ik heb de raad daarom de ruimte gegeven om het uit te praten’. Hij zette daarvoor externe deskundigen in. Daarna werd ingezet op het verbeteren van de onderlinge samenwerking, aan de hand van een concrete casus: het verbeteren van het centrum van Brunssum. ‘Daar moest echt wat aan gebeuren, dus daar had de raad een gemeenschappelijk belang. Het heeft gewerkt.’

Hand schudden
Bunt heeft als griffier verschillende ruzies meegemaakt. Belangrijk is dat raadsleden elkaar snel weer de hand schudden en dat de ruzie snel wordt aangepakt, voordat de boel uit de hand loopt, zegt hij. ‘Dek een ruzie niet toe, want dan gaat het stinken en dringt ze door in het college, de ambtelijke top en uiteindelijk het hele gemeentehuis. Dat is verschrikkelijk.’

Ook Bijl heeft veel ruziënde raden terug op de rails geholpen. Hij stelt dat kameraadschappelijkheid een belangrijke kernwaarde is voor raadsleden. ‘Het zijn namelijk mensen met wie je hetzelfde vak bedrijft.’

Escaleren
Bijl hanteert verschillende tactieken om de ruzies bij te leggen. ‘Ik heb weleens op uitnodiging op de publieke tribune gezeten, om de raad daarna op z’n donder te geven over wat er gebeurde. Dat kan soms al helpen. In andere gevallen is dat weer geen goed idee, dan laten we raadsleden juist in een veilige omgeving samenwerken aan een opdracht. En soms is het goed om de boel tijdens een heidag te laten escaleren, dat heb ik ook wel meegemaakt. Dan blijkt dat er al een tijd een veenbrand woedt, die op zo’n dag in alle hevigheid uitbarst. Dat is op het moment zelf voor niemand leuk, maar daarna ging het wel beter, omdat de raadsleden erover gepraat hebben.’

Ontbinden
Maar wat als het ondanks alle goede bedoelingen niet lukt de verhoudingen weer te fatsoeneren? De Tweede Kamer nam eind 2019 een motie aan om het mogelijk te maken bij een ernstige verstoring de gemeenteraad te ontbinden en tussentijds verkiezingen uit te schrijven. 

Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken heeft inmiddels drie varianten uitgewerkt, maar zowel Bijl als Leers is niet enthousiast.‘Een heel slecht idee’, zegt de eerste. ‘Alleen laffe politici gaan opnieuw naar de stembus. Verkiezingen gaan niet over dat ene onderwerp waar ruzie over is, en na tussentijdse verkiezingen is de situatie er vaak niet anders op. Het enige dat dan helpt, is als je de zittende raadsleden allemaal verbiedt om kandidaat te zijn.’

Leers is genuanceerder. ‘Het zou kunnen helpen’, zegt hij, ‘omdat je in een andere samenstelling mogelijkerwijs andere inzichten krijgt. Maar het risico bestaat dat er niet meer wordt gezocht naar een oplossing, dus het moet niet te makkelijk worden.’