VNG Magazine nummer 9, 21 mei 2021

Tekst: Marten Muskee | Beeld: Arenda Oomen/Ministerie van BZK

Voor een duurzame leefwereld moet Nederland compleet op de schop. Maar de vele claims op de beperkte ruimte maken dit tot een schier onmogelijke opgave. Rijksbouwmeester Floris Alkemade wil verbeelding oproepen.
 

Floris Alkemade

De rijksbouwmeester heeft als adviseur van het rijk een onafhankelijke positie. Hij is voorzitter van het College van Rijksadviseurs dat studeert op de ruimtelijke kwaliteit en zich momenteel buigt over urgente thema’s als de impact van de energietransitie en klimaatadaptatie, de landbouw en mobiliteit en de stad. Floris Alkemade pleit voor een structuurvisie op landsniveau, waarin alle vraagstukken als één opgave worden ingevuld en waarbij de ruimtelijke kwaliteit leidend is.

U stelt dat de noodzaak om te veranderen in essentie een sociaal-maatschappelijke vraag is. Legt u dat eens uit.
‘Bekijk alles in samenhang. Je kunt het niet over de energietransitie hebben zonder daar de landbouwhervorming of de miljoen bij te bouwen woningen bij te betrekken. Het zijn allereerst ruimtelijke vragen, en ruimte kent veel eigenaren en veel belangen. Daarnaast zijn de klimaatadaptatie en de energietransitie ingrijpend in het dagelijks leven. Dat maakt het net zo goed sociaal-maatschappelijke opgaven. De rijkste helft zal de kosten van de transitie moeten betalen voor de armste helft. De grote verantwoordelijkheid om de CO2-uitstoot te verlagen, ligt allereerst bij de veroorzakers. Als de laagste inkomens de zwaarste lasten dragen, bouw je weerstand in die alle transformaties blokkeert. Datzelfde geldt voor de ruimtelijke kant van het vraagstuk. Wanneer mensen ingrepen in het landschap herkennen als een verslechtering, ontstaat maatschappelijke weerstand. Door alle vraagstukken als één opgave op te pakken, kan het ene domein het andere helpen. Dat maakt de zaak niet complexer, maar vooral logischer. Neem daarbij de ruimtelijke impact als uitgangspunt, en dan vooral de ruimtelijke kwaliteit. Bewoners horen aanpassingen aan hun leefomgeving niet te zien als verrommeling, maar als een logische ingreep om onze processen circulair en duurzaam te maken.’

De verantwoordelijkheid om de CO2-uitstoot te verlagen, ligt bij de veroorzakers

U zegt dat we verbeeldingskracht nodig hebben om de opgaven in te vullen. Die is bij inwoners die te hoop lopen tegen windturbines ver te zoeken.
‘Voor het College van Rijksadviseurs is dit ook niet een verhaal dat zomaar te vertellen is. In Via Parijs, een ontwerpverkenning naar een klimaatneutraal Nederland, laten we zien welke keuzes nodig zijn als we naar honderd procent circulaire energie willen. Het college adviseerde daarnaast over het Petaplan (het initiatief om netwerken te koppelen om tegen lage maatschappelijke kosten zonne- en windenergie op te wekken op rijksgronden, red.). In beide rapporten bevelen we aan om de ruimtelijke regie op de schaal van Nederland te voeren. In het Petaplan adviseren we ook om tot een nationale structuurvisie energie te komen, als een soort uitwerking van de Nationale Omgevingsvisie en het Klimaatakkoord. We ondertekenen allemaal prachtige akkoorden zonder te beseffen wat die betekenen. Bij een heldere structuurvisie worden incidentele ingrepen herkend als onderdeel van die grote context.’

Hoe staat u dan tegenover de RES?
‘Dat is op zich een goede exercitie, het is prima om na te denken op een regionale schaal. Maar ook daarvoor geldt dat een groter schaalniveau nodig is om te zien waar de logica zit. Er kan uitwisseling tussen RES-gebieden ontstaan, waarbij een bepaald gebied een hogere opgave voor z'n rekening neemt en gecompenseerd wordt op andere vlakken. Er is een besef van een langjarig ritme nodig. De technologische ontwikkelingen gaan adembenemend snel. Besef dat als je nu windmolens op land neerzet voor waarschijnlijk twintig jaar. Zie het als een tussenstap naar andere vormen zoals aardwarmte. Aquathermie zal ook een waanzinnig interessante vernieuwing teweegbrengen. Het klopt dat de RES meer inzet op zonnepanelen dan op windturbines. Het idee is dat we die niet zien, maar in feite is het een industriële laag die je over het landschap legt. De versplinterde manier waarop dat nu gebeurt, is hemeltergend. Er is ook meer ruimte nodig als we onze voedselproductie willen combineren met natuurontwikkeling. De RES’en tonen het gebrek aan samenhang op het grotere schaalniveau. Dat begint zich te wreken. Het is lastig discussiëren zonder besef van het grotere verhaal.’

Het is lastig discussiëren zonder besef van het grotere verhaal

Hoe maak je de verbeelding tastbaar in de ruimtelijke vragen die op ons afkomen?
‘Zet ontwerpkracht in om verbeelding op te roepen, toon wat de mogelijkheden en keuzes zijn. Ik ben tegen het volleggen van goede landbouwgrond met zonnepanelen, wetende dat we enorm veel logistieke loodsen bouwen zonder panelen op de daken. Daar zijn vele hectares mee gemoeid. Regel dat in een Dakenwet. Ontwikkel ook technieken om onze woonhuizen van panelen te voorzien die geen vreemde toevoeging lijken, maar een natuurlijke kwaliteitsverbetering zijn. Acht miljoen woningen moeten van het gas af, pak dat tegelijkertijd op met de bouwopgave van een miljoen woningen. Uit praktijktesten en onze studie naar flexwonen blijkt dat bestaande woonwijken met tien procent zijn te verdichten. Dan heb je al bijna een miljoen woningen te pakken. Werk dan meteen aan de energietransitie en aan het voorkomen van hittestress. Samenhang zorgt voor een deltaplan dat iedereen erkent als een welkome keten van verbeteringen, en niet als iets wat ons leven compliceert met lelijke ingrepen.’

U wijst op een bijzondere kwaliteit van Nederland: het verspreide veld van stedelijkheid. De essentie van de kwaliteit ligt in de leegte. Biedt het buitengebied met al dat claimgedrag daarop wel kansen?
‘In onze adviezen zeggen we steeds de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteiten en de draagkracht van de bodem als uitgangspunten te nemen. Je kunt een landschap niet blijven overladen met claims. Breng de logica en samenhang daarin terug. Landschappelijke schoonheid en kwaliteit zijn zaken waarop je ingrepen kunt wegen. Een van de mooiste programma’s die dat succesvol illustreren, is Ruimte voor de rivier. Het landschap is geen entiteit waarin het goed is als je er niets aan doet. Landschap is een werkwoord. Daar moet je continu aan werken, zodat de ruimtelijke kwaliteit toeneemt. Daar heb je goede ontwerpers en verbeeldingskracht voor nodig. Het College van Rijksadviseurs laat in Via Parijs zien dat er wel degelijk mogelijkheden en keuzes te maken zijn om tot honderd procent circulaire energie te komen. Kijk goed naar waar een landschap zich toe leent.’  

Acht miljoen woningen moeten van het gas af

U laat onder meer via Panorama Nederland zien wat de ruimtelijke consequenties zijn van verschillende keuzes. Waar moeten we dan aan denken? Veehouders die energiehouders worden of retentiepolders met drijvende zonneparken?
‘Dat zijn mogelijke richtingen. Het is fantastisch wat onze landbouwers produceren, dat is een zeer innovatieve bedrijfstak. Maar op de lange termijn leggen ze het hoe dan ook af tegen de wereldmarkt. Bied onze boeren een ander businessmodel. Als de maatschappij een betere biodiversiteit en waterkwaliteit wil, beloon dan de boeren die daaraan werken. Zo zijn er meer voorbeelden. Wat wil je met het autobeleid in stedelijke gebieden? Wat alle woonwijken gemeen hebben, is de absurde ruimte die wordt ingenomen door auto’s en de infrastructuur. Nu betalen we 35 cent per kilometer voor onze benzineauto, een elektrische deelauto kost 10 cent. Als 10 tot 15 procent van de inwoners afscheid neemt van de eigen auto, winnen we al zeeën aan ruimte. Die ruimte is te benutten voor opgaven als de energietransitie, de klimaatadaptatie en de aanpak van de sociale segregatie in de bestaande stad. Maak daar een prachtige ontwerpopgave van waardoor bewoners niet die enorme weerstand voelen, maar zich afvragen wanneer hun buurt aan de beurt is.’

Wie is ...

Floris Alkemade is architect. Sinds 2015 is hij rijksbouwmeester en voorzitter van het College van Rijksadviseurs.