VNG Magazine nummer 9, 21 mei 2021

Tekst: Rutger van den Dikkenberg

Eind dit jaar moeten gemeenten hun Transitievisie Warmte hebben afgerond. Maar waar te beginnen? De Datavoorziening Energietransitie Gebouwde Omgeving (DEGO) biedt een overzicht van relevante data die kunnen helpen bij de besluitvorming.
 

Datavoorziening energietransitie gebouwde omgeving (DEGO)

Wat heb je nodig om de Transitievisie Warmte te maken? Die vraag stelden de ontwikkelaars van DEGO, de Datavoorziening Energietransitie Gebouwde Omgeving, aan gemeenten. ‘Er zijn heel veel data beschikbaar’, zegt projectleider Paul Suijkerbuijk van VNG Realisatie. ‘Vanuit de aanbodkant. Wij werken vanuit de vraag wat gemeenten daadwerkelijk nodig hebben.’

In 2050 moet Nederland van het gas af, in 2030 moeten de eerste wijken over zijn op alternatieve energiebronnen. Een gigantische operatie, waarbij eind dit jaar de eerste besluitvorming moet zijn afgerond. Dan verstrijkt de deadline voor de Transitievisie Warmte, inclusief de politieke besluitvorming van de gemeenteraad. 

In die visie stellen gemeenten vast wat het tijdpad is om in 2050 zonder gas te kunnen: welke wijken worden wanneer ontkoppeld? En voor wijken die voor 2030 van het gas gaan, moet ook duidelijk worden op welke alternatieve wijze de woningen verwarmd worden. Inzicht in data is nodig om keuzes te kunnen maken, zegt Suijkerbuijk. ‘Daarbij gaat het om informatie over gebouwen, het energiegebruik en mogelijke koppelkansen. Het gaat om heel feitelijke data over hoe buurten en wijken er nu uitzien en waar welke ingrepen interessant kunnen zijn.’ 

Open tool
DEGO is een open tool die tal van data beschikbaar maakt. Zo is er inzicht in het bouwjaar van woningen, kantoren en andere panden. Nieuwere gebouwen zijn eenvoudiger van het gas te halen dan oude panden, waar vaak behoorlijk technische ingrepen nodig zijn. Ook is er inzicht in het gemiddelde gasgebruik van panden, zodat duidelijk is hoe groot de besparing uiteindelijk is. En ze geeft informatie over wateroverlast. Als een gemeente daar toch wat aan gaat doen en de straat openbreekt, is er een mogelijkheid om dat te combineren met de aanleg van een alternatieve warmtebron of het verzwaren van het elektriciteitsnetwerk.

Het instrument biedt ook inzichten in zogeheten sociale karakteristieken. Waar wonen de hoogste inkomens, die meer bestedingsruimte hebben om hun woning te verbouwen? En waar wonen de mensen die een relatief groot deel van hun inkomsten kwijt zijn aan de energierekening? Zij kunnen juist geholpen zijn met verduurzaming.

Suijkerbuijk: ‘Je moet bij het opstellen van de transitievisie niet alleen kijken naar warmtescenario’s, maar ook naar de mate waarin buurten en wijken openstaan voor zo’n flinke verandering. In een wijk met woningen die niet zo oud en al goed geïsoleerd zijn en waar mensen met hoge inkomens wonen, is de transitie eenvoudiger dan in een wijk met lage inkomens en een hoog gasgebruik.’

Gemeenteraad
Vijftig tot honderd gemeenten gebruiken de dataviewer inmiddels in meer of mindere mate bij hun besluitvorming. Precieze cijfers heeft Suijkerbuijk niet, omdat de tool vrij toegankelijk is. Hoewel DEGO inzicht biedt in de kansen en mogelijkheden, is de uiteindelijke besluitvorming over de invulling van de Transitievisie Warmte aan de politiek, benadrukt hij. ‘De gemeenteraad moet uiteindelijk een keuze maken, en beslissen wat in zijn gemeente rechtvaardig is. Onze data zijn ondersteunend aan dat proces.’

Inzicht in data is nodig om keuzes te kunnen maken

Een van de gemeenten die de tool inzetten, is Nunspeet. Paul van Liempt is beleidsmedewerker duurzaamheid en milieu in de Veluwse gemeente. Hij gebruikt DEGO nu vooral om inzicht te krijgen in de opgaven in specifieke wijken. De VNG ontwikkelde ook het Wijkpaspoort, waarin informatie uit onder meer DEGO kan worden geladen zodat een overzicht ontstaat van de vraagstukken op wijkniveau. 

‘Voor mij is DEGO vooral een communicatietool’, zegt Van Liempt. De kaarten bieden hem een goed overzicht van de staat van een wijk. Nunspeet had zijn Transitievisie Warmte al vorig jaar april klaar, en werkt nu aan de uitvoeringsplannen op wijkniveau.
De gemeente koppelt die plannen aan de vraagstukken rondom klimaatadaptatie. In wijken die van het gas afgaan, kan de vraag naar elektriciteit stijgen, waardoor er werkzaamheden nodig zijn om het elektriciteitsnet te verzwaren. Als er óók maatregelen genomen worden om wateroverlast tegen te gaan, dan hoeft de straat idealiter maar één keer opengebroken te worden. De dataviewer biedt inzicht in dit soort koppelkansen, zegt Van Liempt. ‘Dus we kunnen makkelijker plannen maken.’

Visualisaties
De beleidsmedewerker is vooral te spreken over de visualisaties uit de dataviewer, die in één keer inzichtelijk maken hoe een wijk er op een bepaald onderdeel voorstaat. Na de zomer volgen bijeenkomsten met inwoners. Van Liempt zal daarbij beeldmateriaal uit DEGO ‘zeker gebruiken’, zegt hij. ‘Het is een mooie manier om heel bruikbare data over een wijk te presenteren.’