Kinderen en gezinnen centraal, eerder jeugdhulp voor kinderen in kwetsbare situaties, preventie en een domeinoverstijgende aanpak: dit zijn globaal de doelen van de jeugdhulp waarvoor gemeenten vanaf 2015 verantwoordelijk voor zijn. Dat raakt aan opvoedondersteuning, de inrichting van wijk- of jeugdteams tot en met de jeugd geestelijke gezondheidszorg, zorg voor kinderen met een beperking, jeugdzorgplus en het zogenaamde gedwongen kader: jeugdbescherming en jeugdreclassering. Hoe zijn gemeenten hiermee bezig en wat kunt u als raadslid doen?

Ontwikkelingen sinds 2015

Gemeenten zijn inmiddels 6 jaar verantwoordelijk voor de Jeugdwet. De eerste jaren is vooral geïnvesteerd in de ‘transitie’: de opbouw van relaties met zorgaanbieders en de inrichting van jeugd- of wijkteams om de toegang te regelen. Ook de bedrijfsvoering – de invoering van bekostigings- en sturingsmodellen en het integraal werken in de eigen organisatie – vergde tijd. Na die eerste jaren kwam er meer ruimte voor de transformatiedoelen: niet alles door een medische bril bekijken (normaliseren en naar het sociaal model), meer preventie om intensievere zorg later te voorkomen en meer ruimte voor professionals om over hulpdomeinen heen samen te werken. Om de transformatie te bevorderen is er sinds 2016 het actieprogramma Zorg voor de Jeugd, met onder meer als doelen:  

  • de verbetering van de toegang tot jeugdhulp
  • de verbinding met het onderwijs
  • hulp in residentiële setting omzetten in hulp ‘zo thuis mogelijk’, bij de ouders of anders in pleegzorg of gezinshuizen
  • de overgang naar volwassenheid versterken, met daarbij aandacht voor alle leefdomeinen (zorg, onderwijs, wonen, werk & inkomen, veiligheid en netwerk & vrije tijd)

Het voordeel van de decentralisatie van jeugdhulp naar gemeenten is dat zij – deels via groeiende regionale verbanden (zie raadgever regionale samenwerking) – deze doelen in samenhang kunnen realiseren. Hun wettelijk kader omvat niet alleen de Jeugdwet, maar ook de Jeugdgezondheidszorg, de Participatiewet en de Wmo (terwijl bij Passend Onderwijs de wederzijdse verplichting bestaat om samen te werken met de samenwerkingsverbanden). Verder staat het persoonsgebonden budget in zowel Wmo als Jeugdwet. Als raadslid kunt u bij het college aandacht vragen voor alle samenhang.    

Lees meer over:

Rol gemeenteraad

De eerste aanknopingspunten voor u als raadslid zijn het (regionaal of gemeentelijk) beleidsplan en de verordening. Hierin staat hoe het voorzieningenpakket er in uw gemeente uitziet en waar ouders en kinderen terecht kunnen met hun hulpvraag. Ook de afspraken met huisarts en justitiële ketenpartners, zoals de Raad voor de Kinderbescherming, staan erin vermeld. Het beleidsplan en de verordening moeten elementen bevatten als preventie, jeugdhulp, kinderbescherming en jeugdreclassering. Ook moet er aandacht zijn voor klachtrecht, cliëntenparticipatie en een vertrouwenspersoon. Steeds meer gemeenten maken overigens een beleidsplan voor het gehele sociaal domein. De Samenwerkende Inspectie Jeugd controleert de kwaliteit van de jeugdhulp-instellingen. Als raadslid kunnen de volgende vragen helpen om te bepalen of de jeugdhulp in uw gemeente goed is georganiseerd:

  • Zijn ouders en kinderen tevreden?
  • Werken we regionaal goed samen?
  • Hoe doet de gemeente het in vergelijking met andere gemeenten (waarstaatjegemeente.nl)?
  • Is er een doorlopende lijn van jeugd naar volwassenheid? Past het jeugdbeleid in de Lokale Inclusie Agenda? 

Regionale samenwerking

Gemeenten werken met elkaar samen in 42 jeugdregio’s. In 2020 is de Norm voor Opdrachtgeverschap vastgesteld, waarmee gemeenten een verdieping aanbrengen in de samenwerking binnen de regio, en voor sommige zorgfuncties zelfs bovenregionaal, om zo:

  • de beschikbaarheid van de benodigde zorgfuncties te borgen;
  • een zorgvuldige transformatie van het zorglandschap in te kunnen zetten;
  • bij te dragen aan een vermindering van bureaucratie.

Zie verder de raadgever over regionale samenwerking

Financieel kader

De gemeentelijke jeugdhulpmiddelen maken deel uit van het gemeentefonds en zijn dan ook, mede vanuit het oogpunt van domein-overstijgend werken, niet geoormerkt. Gemeenten maken zelf afspraken om (een deel van) de budgetten samen te voegen voor het regionaal inkopen van bepaalde zorgtaken, of om de kosten van (hele dure) jeugdzorgtaken onderling te verevenen.

Hervormingsagenda Jeugd

De gedachte achter de decentralisatie was dat gemeenten door meer integraliteit, preventie en normalisering de jeugdhulp goedkoper konden uitvoeren. Al snel bleek dat gemeenten met het gekorte budget niet uitkwamen (zie het rapport Stelsel in groei, rijksoverheid.nl). Omdat rijk en gemeenten niet tot structurele financiële afspraken kwamen, werd advies gevraagd aan een Commissie van Wijzen. De uitkomst was tweeledig: het rijk moest gemeenten compenseren voor het feitelijke tekort én een Hervormingsagenda moest het jeugdstelsel kwalitatief en financieel verbeteren. De agenda, die loopt van 2022 tot 2028, kent verschillende thema’s, bijvoorbeeld die van de reikwijdte van de jeugdhulp: Krijgen jeugdigen niet te vaak individuele jeugdhulp waar eigenlijk andere benaderingen nodig zijn? Is het wel juist om de gevolgen van echtscheidingen, armoede, stress op school, psychische kwetsbaarheden van ouders via jeugdhulp aan te pakken? Ook als raadslid kunt u in uw gemeente alert zijn of jeugdhulp wel ingezet wordt waarvoor en voor wie het bedoeld is.     

Zie ook:

Toekomstscenario Kind en Gezinsbescherming

De huidige jeugdbeschermingsketen is complex georganiseerd met vele betrokken organisaties, zoals lokale wijkteams, Veilig Thuis, Gecertificeerde Instellingen en de Raad voor de Kinderbescherming. De vele schakels sluiten niet altijd op elkaar aan, met als gevolg dat de juiste hulp en bescherming tekort kan schieten. Daarom is, met de VNG als mede-opdrachtgever, het Toekomstscenario Kind- en gezinsbescherming opgesteld. Doel van dit scenario is om de keten effectiever in te richten, onder andere door partijen samen te brengen in een Regionaal Veiligheidsteam, waarmee een vast contact uit het lokale wijkteam nauw samenwerkt.