De school is een belangrijke instelling in de gemeente. Het onderwijs biedt alle kinderen in de gemeente ontwikkelingskansen. Naast taal en rekenen staan ook sociale vaardigheden op het lesprogramma. Het onderwijs leidt kinderen op voor werk en deelname aan de samenleving in de eigen gemeente of regio. Welke rol spelen gemeenten bij het onderwijs? 

De gemeente heeft geen invloed op de inhoud van het lesprogramma. Dat hoeft ook niet. Er zijn genoeg deskundigen die weten wat kinderen nodig hebben. De gemeente kan het onderwijs wel faciliteren met de volgende wettelijke taken.  

De gemeente bouwt goede en passende schoolgebouwen 

Allereerst is de gemeente verantwoordelijk voor huisvesting van scholen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs. Als een nieuwe school start, een schoolgebouw vervangen moet worden of een school heeft tijdelijke huisvesting nodig, zorgt de gemeente hiervoor. De gemeente maakt met alle schoolbesturen afspraken over de onderwijshuisvesting. Veel gemeenten leggen deze afspraken vast in een Integraal Huisvestingsplan (IHP). In dit plan staan de planning voor de komende jaren en afspraken over investeringen, bijvoorbeeld duurzaamheid, binnenklimaat, toegankelijkheid en functionaliteit van de schoolgebouwen. De verwachting is dat vanaf eind 2023 een IHP voor iedere gemeente wettelijk verplicht wordt.  

De gemeenteraad stelt het Integraal Huisvestingsplan vast voor een periode van 4 jaar met een doorkijk van 12 jaar. Het is belangrijk dat de school op een plek staat met een duurzaam gebouw waar het jaren vooruit kan. Voor de financiering van de schoolgebouwen ontvangt de gemeente geld via het Gemeentefonds. Met dit vaak beperkte budget is het van belang goede keuze te maken welke school op welk moment voor financiering en nieuwbouw of vervanging in aanmerking komt.  

De gemeente regelt vervoer als kinderen niet zelfstandig kunnen reizen of ver weg wonen  

De gemeente is verantwoordelijk voor het regelen van leerlingenvervoer van en naar school als een leerling dit niet zelfstandig kan door bijvoorbeeld gedragsproblemen, ziekte of een beperking. In sommige gevallen maakt een leerling gebruik van leerlingenvervoer als de school te ver weg is. De gemeente regelt via aanbesteding de vervoerder die de leerlingen vervoert.  

De criteria om in aanmerking te komen voor leerlingenvervoer en de procedure om leerlingenvervoer toe te kennen, staan in de gemeentelijke verordening leerlingenvervoer. Bij het opstellen van deze verordening kan de modelverordening van de VNG als voorbeeld dienen. 

De gemeenteraad stelt de verordening vast. 

Lees meer over leerlingenvervoer:

De gemeente financiert voorschoolse educatie voor een goede start op de basisschool 

De gemeente ontvangt geld van het onderwijsachterstandenbeleid. Het doel van dit geoormerkte budget is kinderen van 2,5 tot 4 jaar met kans op taalachterstand een aanbod van voorschoolse educatie te financieren. De voorschoolse educatie wordt door de kinderopvang uitgevoerd. De geschoolde pedagogisch medewerkers bieden een rijke taal- en rekenomgeving aan waardoor kinderen met een goede start op de basisschool beginnen. De gemeente heeft de wettelijke plicht voor alle kinderen die voldoen aan de criteria voor de voorschoolse educatie een aanbod te regelen.  

De gemeenteraad kan de wethouder vragen om periodiek informatie te geven over het bereik van deze doelgroepkinderen.

De gemeente controleert op leerplicht en de startkwalificatie 

Elk kind kan vanaf 4 jaar naar basisschool. Vanaf 5 jaar geldt de leerplicht tot 16 jaar. Na deze leerplicht geldt de kwalificatieplicht. Dit betekent dat jongeren niet meer leerplichtig zijn als ze minimaal een mbo-2, havo of vwo-diploma hebben, of 18 jaar zijn geworden. Het doel van de startkwalificatie is voortijdig schoolverlaten te voorkomen en jongeren genoeg opleiding te geven om aan het werk te kunnen gaan. De gemeente werkt samen met het voortgezet onderwijs en het mbo op het thema vroegtijdig schoolverlaten (vsv).  

De leerplichtambtenaren van de gemeente houden toezicht op de leerplicht. Zij controleren of leerlingen, hun ouders en de school zich aan de wet houden. De gemeente besluit of handhaving nodig is.  

De gemeente en schoolbesturen overleggen over de samenwerking bij jeugdhulp 

Vanuit Passend Onderwijs hebben schoolbesturen de zorgplicht extra ondersteuning aan kinderen te geven als dit nodig is. Denk bijvoorbeeld aan gedragsproblemen en medische handelingen. Een schoolbestuur kan dit niet alleen en zit daarom in een samenwerkingsverband. Binnen dit samenwerkingsverband met regulier en speciaal onderwijs stemmen de scholen af wie welke zorg aanbiedt.  

De gemeente is verantwoordelijk voor jeugdhulp en jeugdzorg. Het is niet handig als de gemeente en de school apart van elkaar zorg aanbieden. Het rijk heeft een verplicht overleg in de wet gezet om elkaar minimaal 1 keer per jaar over dit onderwerp te spreken. In de wet staan de onderwerpen die op de agenda moeten staan. Het gaat om de Lokale Educatieve Agenda (LEA) en het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO).  De wethouder informeert de gemeenteraad over de samenwerking met het onderwijs en het effect op het gemeentelijke jeugdbeleid.