Veel gemeenten hebben te maken met bevolkingskrimp. Uit CBS-cijfers blijkt dat in 2017 het aantal inwoners in 91 van de 388 gemeenten is gedaald. In krimpgemeenten daalt het aantal inwoners door lage geboortecijfers, wegtrekkende jongeren of gezinnen naar de stad en/of vergrijzing en sterfte van de achterblijvende burgers. Dit alles vaak met gevolgen voor de voorzieningen en leefbaarheid in deze gemeenten. Wat betekent dit voor uw gemeente als u hier ook mee te maken krijgt? Hoe kunt u hierbij uw rol als volksvertegenwoordiger invullen?

Huidige krimp- en anticipeergebieden

In 1 op de 3 Nederlandse gemeenten zal de bevolking tot 2040 gaan dalen, is de verwachting van het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving). In 9 krimpregio’s daalt de bevolking nu al bovengemiddeld en er zijn 11 regio’s met bovenmatige ontgroening en vergrijzing en op termijn veelal ook krimp: de anticipeergebieden. Op deze 20 gebieden richt het rijksbeleid zich vooral.

Bevolkingskrimp: een veelzijdige opgave die lokaal maatwerk vereist

Bevolkingskrimp heeft een groot effect op de leefbaarheid en voorzieningen van een gemeente. Als winkels en bibliotheken langzaam uit dorpen verdwijnen, sportclubs het moeilijk krijgen, er onvoldoende leerlingen zijn voor de scholen en de beroepsbevolking daalt, dan heeft dat direct impact op bewoners, organisaties en bedrijven. Niet alleen heeft dit impact op het financiële draagvlak van sociale voorzieningen, maar ook de leefbaarheid komt onder druk te staan: waardedaling en verpaupering van woningen, leegstand van gebouwen, grotere problemen met verhuurbaarheid van woningen, een toename in werkloosheid (of mismatch op de arbeidsmarkt), een toenemend risico op criminele activiteiten, slechtere bereikbaarheid enzovoorts. Deze ingrijpende veranderingen vragen om een regionale aanpak.

Een integrale en regionale aanpak

Het is allereerst van belang om als raad én college de feiten over de veranderende demografie in de eigen gemeente te kennen en de gevolgen hiervan nu en op de langere termijn onder ogen te zien (zie onder ‘Meer informatie’).  Kenmerkend voor de 'krimpproblematiek’ is dat de problemen per regio sterk verschillend zijn. De situatie in Groningen is anders dan bijvoorbeeld in Zeeland of Limburg. Ieder krimpgebied vraagt om maatwerk: een specifieke regionale en lokale aanpak.

Er zijn lokaal veel mogelijkheden die kunnen bijdragen aan het behoud van de leefbaarheid én economische vitaliteit. Daarvoor is samenwerking tussen gemeenten en bedrijven, maatschappelijke en onderwijsinstellingen, verenigingen en burgers noodzakelijk. Omdat bevolkingskrimp gemeente-overschrijdend is, is het ook relevant om regionaal de krachten te bundelen, soms zelfs over de nationale grens heen.

Voor de raad is het verder belangrijk de financiële gevolgen van bevolkingskrimp te weten. Een krimpparagraaf in de begroting, mede aan de hand van de decentralisatie-uitkering bevolkingsdaling in het gemeentefonds, helpt dit inzichtelijk te maken. De raad kan hier als gemeentelijke budgethouder zelf om vragen.

Gemeenteraad aan zet

De gemeenteraad kan actief inspelen op bevolkingskrimp via beleidsvisies en meerjarenplannen voor:

  • Wonen: Realistische nieuwbouw en passende woonruimte, vooral voor jongeren en ouderen. Vaak is er een mismatch tussen vraag naar en aanbod van woningen. In geval van leegstand kan slopen of herbestemming worden overwogen.
  • Onderwijs: Toekomstbestendige spreiding van scholen, waarbij onderwijskwaliteit, leefbaarheid en bereikbaarheid uitgangspunten zijn. Het is zinvol de kinderopvang en de OCW-deskundigen leerlingendaling daarbij te betrekken.
  • Zorg & Welzijn: Demografische veranderingen meteen meenemen bij de nieuwe beleidskeuzes en transformaties voor zorg- en welzijnsvoorzieningen.
  • Arbeidsmarkt: Goede aansluiting van beroepsopleidingen op de toekomstige behoeften van de regionale arbeidsmarkt. Versterking van bestaande en waar mogelijk stimulering van nieuwe bedrijvigheid.
  • Bereikbaarheid: Aandacht voor blijvende bereikbaarheid als voorzieningen afnemen of geconcentreerd worden

Tot slot, krimp kan veel problematiek en vragen met zich meebrengen. Tegelijkertijd is het als gemeente/regio van belang zich te richten op kansen, op positieve verhalen. Zo kunnen stedelijke gemeenten die te maken hebben met krimp mogelijk uitkomst bieden voor andere gemeenten die overlopen. Tevens kan het platteland in energie- en klimaatopgaven een belangrijke rol spelen. Als regio’s daar de handen ineenslaan kan een belangrijke stap zijn om de negatieve krimpdynamiek te keren.

Het Rijk en het thema krimp

Rijk, krimpprovincies en gemeenten/VNG werken samen in het tweede Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling 2015-2019. Als uitvloeisel daarvan geven 13 regionale convenanten vorm aan gezamenlijke ambities. In februari 2018 hebben Rijk, UvW, IPO en VNG bovendien het Interbestuurlijk Programma (IBP) ondertekend, waarin eveneens het thema krimp en de bijkomende leefbaarheidsproblematiek aan de orde zijn gesteld. Uitgangspunt is ook hier een integrale en regionale aanpak. Concrete uitwerking volgt in de komende periode.

Meer informatie