Laatst bijgewerkt: 16 mei 2025

Bij het gemeentelijk woonbeleid zijn gemeenten en corporaties op elkaar aangewezen. Corporaties investeren in sociale huurwoningen en maatschappelijk vastgoed. Zij maken op basis van de gemeentelijke woonvisie hierover prestatieafspraken met de gemeente en de huurdersorganisatie. Voor de financiering sluiten zij leningen af die kunnen worden geborgd door de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Het rijk en gemeenten vormen de achtervang van die borging.

Borging van leningen van een corporatie

Voor de financiering van diensten van algemeen economisch belang (DAEB) kan een corporatie leningen bij een bank aantrekken die worden geborgd door WSW. Door die borging kan de bank een lagere rente in rekening brengen. De borgstelling is mogelijk omdat het rijk en gemeenten garant staan voor WSW. Dit heet de achtervang. 

De achtervangpositie kan van invloed zijn op de gemeentefinanciën. Bovendien is er een relatie tussen de gemeentelijke woonvisie en de werkzaamheden waarvoor corporaties geld lenen. Daarom is het van belang dat raadsleden op de hoogte zijn van de rol van gemeenten in de borging door WSW.

Risico’s

Hoe groot is het risico van de achtervang? Mocht een corporatie niet in staat zijn om geborgde leningen af te lossen, dan zijn er afspraken over de betaling via WSW. Borging vindt plaats in 3 schillen:

  • In eerste instantie wordt een beroep gedaan op eigen tegoeden van WSW.
  • Vervolgens kan WSW een bedrag (het zogenoemde obligo) innen bij de corporaties die deelnemen aan WSW.
  • Pas wanneer dat niet voldoende is, verstrekken de staat (50%) en gemeenten (50%) als achtervangers op basis van achtervangovereenkomsten renteloze geldleningen aan WSW. De kans dat de gemeenten op grond van de achtervangovereenkomst aangesproken worden om renteloze leningen te verschaffen, is onder de huidige omstandigheden bijzonder klein. Dat is sinds de oprichting van WSW in 1983 ook nog nooit gebeurd. Ook toen de grootste corporatie van Nederland, Vestia, in de problemen kwam, hoefden het rijk en gemeenten niet bij te springen.

Bekijk de korte video van WSW hierover

Gemeenten hebben invloed op investeringen van een corporatie via de woonvisie en de prestatieafspraken. Deelname aan WSW is voor gemeenten niet verplicht. Maar als een gemeente besluit om niet meer deel te nemen, dan kan een corporatie haar activiteiten in de betreffende gemeente niet of moeilijker financieren. De gemeente blijft dan wel in de achtervang staan voor bestaande leningen, totdat deze zijn afgelost of geherfinancierd.

Achtervangovereenkomst

In 2021 is een nieuwe generieke achtervangovereenkomst tussen WSW en iedere deelnemende gemeente gesloten. De nieuwe achtervangovereenkomst verschilt op een aantal punten van de eerdere achtervangovereenkomst. Deze verschillen hebben betrekking op de onderwerpen: borgbare doelen, achtervang obligolening, aanpassing verdeelsleutel en limitering, definitie herfinanciering, verstrekking en terugbetaling van renteloze leningen, definities.

Belangrijk voor het risico van gemeenten is de gewijzigde verdeelsleutel. Waar achtervang van een lening voorheen aan een individuele gemeente was gekoppeld, wordt onder de nieuwe achtervangovereenkomst de achtervang verdeeld naar rato van de waarde van de DAEB registergoederen in de betreffende gemeente. De zogenoemde scheefheid die door de jaren heen is ontstaan, verdwijnt hierdoor de komende jaren geleidelijk.

Meer informatie