Laatst bijgewerkt: 7 april 2025

De warmtetransitie is in volle gang en de komende decennia stappen we steeds meer over van fossiele brandstoffen zoals aardgas, naar duurzame alternatieven zoals een warmtenet of duurzame elektriciteit. In 2050 wordt in alle woningen, kantoren, scholen en andere gebouwen geen aardgas meer gebruikt om te verwarmen en koken. Dat betekent dat alle gebouwen moeten verduurzamen en dat we toewerken naar alternatieven voor aardgas. De doelstelling is om in 2030 de eerste 1,5 miljoen gebouwen te verduurzamen en/of aardgasvrij te maken. 

Rol van de gemeente 

De gemeente heeft een belangrijke rol in de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Ze ondersteunt inwoners, bedrijven, maatschappelijke instellingen en gebouweigenaren die zelf stappen willen zetten. Ook heeft de gemeente de regierol in de warmtetransitie waarbij zij gebieden aanwijst die op termijn van het aardgas af gaan. Op die manier blijft de energierekening betaalbaar in de toekomst. Om gemeenten in staat te stellen deze regierol uit te voeren, is een aantal wetten in ontwikkeling. 

Lees meer over:

Rol van de raad

Uiteindelijk moeten dus alle woningen en andere gebouwen worden verduurzaamd en voorzien van een alternatief voor aardgas om te verwarmen en koken. Dat is een grote opgave die inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties, die u als raadslid vertegenwoordigt, direct raakt. Het is daarom belangrijk dat de gemeenteraad goed betrokken is bij het proces en haar vertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende taken kan vervullen.

Hoe dit plaatsvindt, kan per gemeente verschillen. Het is belangrijk als raadslid tijdig te bedenken wat u hiervoor nodig heeft en als gemeenteraad te bepalen hoe de raad in goede samenwerking met het college de warmtetransitie wil invullen.      

De raad neemt het definitieve besluit over het al dan niet aardgasvrij maken van een wijk of buurt met de wijziging van het omgevingsplan. Hieraan gaat echter een langdurig proces vooraf waar tussentijds al veel keuzes gemaakt worden. Het is aan te raden om ook op die momenten goed betrokken te zijn of richting te geven aan bepaalde keuzes.

Zo kan de gemeenteraad overwegen vooraf kaders mee te geven bij het opstellen van het warmteprogramma en mogelijke uitvoeringsplannen. Hierin kan bijvoorbeeld aandacht worden gegeven aan de ambities (denk aan verbinding met andere opgaven), uitgangspunten en randvoorwaarden (denk aan de betaalbaarheid voor bewoners en ondernemers) en de participatie van inwoners(collectieven) en andere partijen.

Ook kan het zijn dat de gemeenteraad begrotingen moet goedkeuren. Bijvoorbeeld bij het aanleggen van een warmtenet of het deelnemen aan een publiek warmtebedrijf.