Om de gevolgen van klimaatverandering te beperken, werken gemeenten aan klimaatmitigatie en klimaatadaptatie. Via klimaatmitigatie, het tegengaan van klimaatverandering, zetten gemeenten in op de vermindering van de CO2-uitstoot via de energietransitie en het uitvoeren van de maatregelen uit het Klimaatakkoord. Bij klimaatadaptatie zetten gemeenten stappen in het aanpassen van dorpen, steden en buitengebieden aan het veranderende klimaat. Elke gemeente geeft zelf invulling aan het klimaatbeleid.

In deze en volgende raadgevers leest u achtergrondinformatie over de energietransitie en het Klimaatakkoord en welke keuzes u als raad kunt maken. 

In de Klimaatwet staat dat we in 2030 de uitstoot van broeikasgassen bijna halveren. De doelstelling is om de uitstoot van broeikasgassen, waarvan CO₂ de belangrijkste is, met 49% te reduceren in 2030 (ten opzichte van 1990) en in 2050 met 95%. In het Klimaatakkoord staan afspraken hoe we deze doelstellingen gaan bereiken. De blik is met name gericht op de doelstelling voor 2030.

Op Europees niveau heeft de Europese Commissie onder de noemer ‘Fit for 55’ het plan gelanceerd om de uitstoot in 2030 terug te dringen met 55%. Het kabinet-Rutte IV gaat voor Nederland uit van 60% reductie.

Klimaatakkoord

In het Klimaatakkoord staan afspraken over de sectoren Gebouwde omgeving, Elektriciteit, Mobiliteit, Landbouw en Industrie. Naast de wens de uitstoot van broeikasgassen te reduceren, was de afbouw van de gaswinning in Groningen een belangrijke factor om het gebruik van aardgas terug te dringen.

Gemeenten spelen in al deze sectoren een rol bij de uitvoering van de afspraken. Bij de uitrol van laadinfrastructuur voor elektrische auto’s, het beleid voor boeren, het handhaven van besparingsverplichtingen voor de industrie. De grootste rol spelen gemeenten bij het aardgasvrij maken van wijken en de ontwikkeling van de Regionale Energiestrategieën. Nederland stapt de komende jaren van aardgas en andere fossiele bronnen over op duurzame energiebronnen zoals zon, wind en duurzame warmte. In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt om te komen tot een energietransitie die uitvoerbaar is voor gemeenten en draagvlak heeft onder inwoners. 

De rol van gemeenten is belangrijk: door op een goede manier met draagvlak om te gaan en regie te voeren kan de bijdrage vanuit gemeenten aan de energietransitie omvangrijk zijn. Ook kan de gemeente sturen op verbinden met andere opgaven in de fysieke leefomgeving, zoals klimaatadaptatie en stedelijke vernieuwing. En isolatie van woningen kan de energierekening omlaag brengen en daarmee een bijdrage leveren aan het voorkomen van ‘energiearmoede’. 

Randvoorwaarden Klimaatakkoord

In 2018 hebben gemeenten op de Algemene Ledenvergadering van de VNG 3 randvoorwaarden gesteld waaraan moet worden voldaan om het Klimaatakkoord te kunnen uitvoeren: 

  • het akkoord moet haalbaar en betaalbaar zijn voor de samenleving
  • gemeenten moeten beschikken over de juiste bevoegdheden 
  • er moet een vergoeding komen voor de uitvoeringslasten

Aan invulling van deze randvoorwaarden wordt gewerkt. In januari 2021 heeft de Raad voor het Openbaar Bestuur een rapport opgeleverd over de hoogte van de uitvoeringslasten. 

Meer informatie

Europese doelstelling 55% CO2-reductie

Het voorstel van de Europese Commissie om in 2030 al 55% te hebben gereduceerd, betekent een extra opgave bovenop de afspraken uit het Klimaatakkoord. De Commissie doet daar zelf voorstellen voor, maar de uitwerking en implementatie zal door het nieuwe kabinet gebeuren. Hierover zal in de loop van de komende jaren het gesprek met de VNG en gemeenten gevoerd moeten worden.