Laatst bijgewerkt: 23 juni 2025

VNG Magazine nummer 10, 27 juni 2025

Tekst: Rutger van den Dikkenberg

Met de val van het kabinet zijn de uitdagingen van Nederland niet verdwenen, zei demissionair minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken. ‘We hebben elkaar meer nodig dan ooit.’

De verhoudingen tussen rijk en gemeenten zijn broos. In april trok het kabinet 3 miljard euro uit voor de komende 2,5 jaar. De minister sprak van een ‘belangrijke doorbraak’. Maar de zorgen bij gemeenten over de periode vanaf 2028, met name over de financiering van de jeugdzorg, zijn niet weg. ‘We hebben huiswerk dat ervoor moet zorgen dat uitgaven voor de jeugdzorg verbeteren en beheersbaar houden’, zei Uitermark op het congres. ‘Daar moeten we met elkaar vanaf 2028 de vruchten van plukken.’

De minister is sinds de plotselinge val van het kabinet-Schoof, begin juni, demissionair. Maar ze is niet van plan om de komende periode op haar handen te gaan zitten. De vraagstukken zijn immers niet opgelost met het stoppen van de coalitie. Ze wees onder meer op de woningnood, migratie en de energietransitie. Allemaal dossiers waarin een belangrijke rol voor gemeenten is weggelegd.

Kwetsbare democratie
De minister kondigde in Eindhoven een pakket maatregelen aan dat ervoor moet zorgen dat het werk als politiek ambtsdrager aantrekkelijk blijft. Want ook de kwetsbare democratie is een onderwerp dat blijvend aandacht nodig heeft. ‘Op jullie moeten we extra zuinig zijn’, zei Uitermark tegen de zaal vol burgemeesters, wethouders en gemeenteraadsleden.
Ze kondigde onder meer aan de hoge werkdruk van wethouders te willen verlagen. Zo wil Uitermark onder meer onderzoeken of het mogelijk is om het maximumaantal wethouders per gemeente los te maken.

Ook kijkt ze naar mogelijkheden om de verlofregels voor raadsleden te versoepelen. Daarnaast komt er extra subsidie voor de verenigingen van onder meer raadsleden, wethouders en burgemeesters, en voor het Kennispunt lokale politieke partijen. 

Burgerschap
Daarnaast werkt Uitermark aan een programma dat ervoor moet zorgen dat burgers meer zeggenschap krijgen. ‘Nederland maken we samen’, zei de minister. ‘Niet alleen met het openbaar bestuur, maar ook met talloze burgers en ondernemers.’