VNG Magazine nummer 10, 27 juni 2025
Met het vallen van het kabinet is de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen afgetrapt. Waar ‘Den Haag’ de afgelopen elf maanden niets deed aan het oplossen van urgente kwesties, leggen landelijke politici weer avondvullend uit dat zij de problemen van ‘mensen thuis’ gaan oplossen. Daar gaat de komende vier jaar helemaal niets van komen. Dit nare feit dwingt gemeenten om vooruit te kijken. Hoe zien vier jaar disfunctioneel politiek landsbestuur er voor gemeenten uit? En wat betekent het voor lokale agenda’s, inwoners en ondernemers? Niet veel goeds.
Nederland is in snel tempo een land van regio’s aan het worden. Zo krijgt de gedecentraliseerde eenheidsstaat een nieuwe praktische vorm. Omdat nationale discussies niet worden beslecht, zijn lokale gemeenschappen noodgedwongen aan de beurt om problemen aan te pakken. Omdat die daar nu eenmaal leven. De lege discussies van landelijke politici landen in elke lokale gemeenschap. Elke dag opnieuw.
Persistente problemen vereisen lokaal bestuur dat over grenzen kijkt en krachten bundelt. Dat benoemde ik eerder als de kracht van hier. Gemeenten kunnen door samen te werken in gebieden grote vraagstukken aan. Alleen zijn ze te klein, terwijl de eerstvolgende bestuurslaag, de provincie, te veraf staat. Wat resteert is het vermogen om er met anderen in het gebied het beste van te maken. Een regionale aanpak, vanuit culturele en fysieke eigenheid. Democratisch geborgd in gemeenteraden van de deelnemers én praktisch toegerust om het probleem in kwestie over de eigen grenzen heen aan te pakken.
De agenda van gemeenten te midden van een comateus landsbestuur bestaat zodoende uit twee tegenstrijdige bewegingen. Ten eerste moeten gemeenten samen, via bijvoorbeeld de VNG, druk blijven zetten om het rijk bij de les te houden en de verplichtingen na te komen. Den Haag heeft hulp nodig. Externe druk is nodig om de politieke impasses te blijven ontmaskeren. Knopen over stikstof, jeugdzorg en financiën moeten op rijksniveau worden doorgehakt. Dat lukt Den Haag niet en dat gaat ook niet gebeuren. Dat moet blijvend worden benadrukt. Omdat het nooit mag wennen, moeten we het elke dag hardop zeggen.
Maar dat lost de dagelijkse problemen van mensen niet op. Daartoe volgt voor gemeenten de ‘ten tweede’: samen met partners en betrokkenen in de regio problemen aanpakken die daar spelen. Woningbouw, zorg en ondersteuning, verduurzaming en regionale versterking vereisen een regionale agenda. Gemeenten kunnen dat niet alleen, maar samen met anderen is heel veel mogelijk. De kracht van hier is groot. En in deze tijd meer dan ooit nodig.
De landelijke politiek gaat ons de komende jaren niet helpen. Het is aan de gemeenten en gemeenschappen.
Martijn van der Steen is co-decaan van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) en bijzonder hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, steen@nsob.nl