VNG Magazine nummer 11, 5 juli 2024

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Henriëtte Guest

Zoetermeer krijgt jaarlijks een kleine duizend meldingen van overlast door personen met verward gedrag. Die komen bij de politie terecht, omdat de zorg amper capaciteit heeft. Burgemeester Michel Bezuijen wil nu een ggz-medewerker op het politiebureau plaatsen om eerste zorg te verlenen.

Wat is het probleem?
‘De politie in Zoetermeer krijgt jaarlijks bijna duizend meldingen over personen met verward of onbegrepen gedrag. Dat zijn er gemiddeld drie per dag. Maar de politie gaat al gebukt onder een gebrekkige capaciteit. Er ligt al veel op haar bordje: criminaliteit, ondermijning, jeugdproblematiek. De politie moet keuzes maken. De agenten in de auto die naar een melding van verward gedrag gaan, kunnen niet naar een andere melding. Dan zijn duizend meldingen veel te veel. Zeker omdat dit eigenlijk geen politietaak is, maar een zorgtaak. Agenten zijn daar ook niet voor opgeleid. Het is voor de personen zelf ook niet goed als ze niet de goede zorg krijgen.’

U wilt nu een ggz-medewerker op het politiebureau plaatsen.Hoe helpt dat? 
‘Het is een oplossing die al wel vaker in de regio is gehanteerd. Voor mij is het belangrijk dat we de problematiek met mensen met verward of onbegrepen gedrag beantwoorden als een zorgvraag, niet als een politietaak. Voorheen werkte de politie in onze regio met de OVP, de Opvang Verwarde Personen. Die opvang was bedoeld om te zorgen dat mensen met verward of onbegrepen gedrag in eerste instantie werden beoordeeld door de zorg, niet door de politie. Helaas is de inzet van de OVP afgeschaald, vanwege capaciteitsproblemen en geld. We willen een ggz-medewerker op het politiebureau in Zoetermeer plaatsen om de eerste beoordeling te doen. Dat is een mooie oplossing, maar wat mij betreft wel een tussenoplossing, geen structurele. Uiteindelijk moet er weer meer geld naar de ggz zodat daar voldoende capaciteit is.’

Het nieuwe kabinet wil dat de zorg voor mensen met verward gedrag moet worden overgeheveld naar ‘andere deskundige organisaties’ en dat er intensiever wordt samengewerkt tussen de politie en de ggz. Juicht u dat toe?
‘Het klinkt nog heel vrijblijvend. De ggz moet in staat worden gesteld om dit probleem goed op te pakken. Want nogmaals: het is een zorgprobleem. Maar bij de ggz zeggen ze: we hebben een taakstelling, dit kunnen we niet oppakken. Er zijn al heel mooie afspraken gemaakt tussen de politie en de zorg. Alleen kan de zorg nu niet leveren. Er is ook sprake van versnippering. Er zijn veel ggz-instellingen, maar je kunt ze nu in het weekend vaak niet bellen omdat ze geen plek ­hebben. De nieuwe minister van Volksgezondheid, Fleur Agema, heeft eerder een pleidooi gedaan om te investeren in de geestelijke gezondheidszorg. Ik hoop echt dat ze nu gaat leveren.’