VNG Magazine nummer 11, 5 juli 2024

Tekst: Marten Muskee | Beeld: Jiri Büller

De aandacht voor werken en ondernemen raakt politiek ondergesneeuwd. Er is een gebrek aan bedrijventerreinen. Bestuurlijke aandacht is er wel. Wethouder Frank den Brok pleit voor een meer integrale afweging bij invulling van de beperkte fysieke ruimte.

Wethouder Frank den Brok

Met name door prioriteit voor de gigantische woningbouwopgave is de economische functie onder druk komen te staan. De fysieke ruimte is beperkt, terwijl diverse grote maatschappelijke opgaven om voorrang strijden. Frank den Brok, lid van de VNG-commissie Economie, Klimaat, Energie en Milieu, wijst op het belang van voldoende bedrijfsruimte om de BV Nederland in de toekomst duurzaam draaiende te houden. ‘Denk daarbij alleen al aan de ruimte die nodig is voor een volledig circulaire economie in 2050’, zegt Den Brok. 

Onlangs verscheen de position paper Ruimte voor werken en ondernemen, opgesteld door de VNG. In het document staan vijf opgaven waarmee de overheden aan de slag moeten – én uitleg waarom het zo ingewikkeld is om daar uitvoering aan te geven. ‘De focus ligt de laatste jaren erg op het bijbouwen van woningen’, zegt Den Brok. ‘Zo worden oude bedrijventerreinen herontwikkeld tot woninglocaties. Op zich is dat niet verkeerd, maar uiteindelijk moeten al die mensen ook wel ergens werken. Daar wordt niet voldoende integraal over nagedacht. Als je voor de woonopgave het werk de stad uit drukt, denk dan wel na wat aan ruimte overblijft voor bedrijven. De economie hoeft niet ten koste van alles prioriteit te krijgen, maar nu wordt ze überhaupt te weinig bij de afweging betrokken. We schieten ons in de voet als we daar nu niet over nadenken.’



Er zijn genoeg bedrijven die prima in de plint van een woonflat passen

Voorziet de Nota Ruimte daar niet in?
‘In die nota probeert het kabinet alles samen te laten komen: van wonen, de energietransitie en klimaatadaptie tot landbouw en werk. Iemand zei onlangs heel mooi dat bedrijfsterreinen het stiefkindje zijn van de planologie. De laatste jaren wordt mede door discussies over grootschalige logistiek en datacenters kritischer naar bedrijfsterreinen gekeken. Feit is echter dat bedrijventerreinen in Nederland heel efficiënt zijn. Op 2,6 procent van het oppervlak wordt 30 procent van het inkomen verdiend. Dat maakt zo’n terrein tot een heel efficiënte plek voor de economie.
‘Met het stuk proberen we de aandacht voor de economie van de toekomst in te bedden in de Nota Ruimte. Dat blijkt nodig. Steeds meer gemeenten houden zich met het thema werken en ondernemen bezig. Bijeenkomsten die de VNG en G40 organiseren, worden druk bezocht. Daar gaat het onder meer over de herstructurering van oude bedrijfsterreinen en hoe plek te geven aan de economie die in 2050 circulair moet zijn. Circulaire bedrijven hebben vaak veel ruimte nodig. Dat leidt tot nimby-achtige discussies.’

Dus heldere keuzes maken om de schaarse ruimte beter te benutten? 
‘Gemeenten moeten bij nieuwe ruimtevragen echt afwegen welke bedrijvigheid lokaal mogelijkheden krijgt. Welk bedrijf past het best bij jouw gemeente?  Gemeenten moeten streng zijn bij het aantrekken van nieuwe bedrijven. Bij het uitgeven van grond kun je bijvoorbeeld kiezen voor een circulair bedrijf, of sturen op het aantal fte’s per hectare. Wijs aan waar ruimte is voor de circulaire economie en bestem plekken voor bedrijven in de hogere milieucategorieën. Die locaties zou ik niet te snel omkatten naar woningbouw, ze zijn hard nodig voor de transitie van de economie.
‘Er zijn veel bedrijventerreinen die vijftig tot zestig jaar oud zijn. Ondernemers staan daar straks voor een kruispunt als het gaat om investeringen. Prikkel ze via een gezamenlijke aanpak. Zorg bijvoorbeeld voor een betere ontsluiting of bied bedrijven de mogelijkheid om op te toppen. Dan kan een ondernemer verder groeien zonder extra ruimtebeslag.’

Een kwalitatieve transitie van de economie waarbij ook nog eens brede welvaart een rol speelt?
‘Het draait niet meer om economische groei alleen. Ook welzijn, natuur- en andere waarden spelen een rol. Mensen willen fijn wonen. Waar in de economie het geld zit, is men niet altijd bezig met brede welvaart. De gemeente die zonder al te veel eisen een kavel in de markt zet, zal merken dat er veel investeringsvermogen zit in de logistieke sector. De vraag is of je dat wilt. Wat voor waarde levert een internationaal meubelbedrijf op dat in de Benelux een distributiecentrum nodig heeft van twintig hectare waar per hectare anderhalve man en een paardenkop werken?’

Uiteindelijk moeten al die mensen voor wie we bouwen ook wel ergens werken

Is binnenstedelijk nog wel fysieke ruimte voor economische bedrijvigheid te vinden?
‘Er zijn gemeenten die bijvoorbeeld een doordachte plintenstrategie hebben. Om een buurt te verlevendigen, is het heel interessant om op straatniveau bepaalde vormen van bedrijvigheid toe te staan. Voor sommige ondernemers is het hartstikke aantrekkelijk zich daar te vestigen. Denk aan de ambachten. Er zijn ook veel bedrijven in de milieucategorie 1, 2 en soms zelfs 3 op bedrijventerreinen [met een relatief lichte milieubelasting, red.], die je eigenlijk graag naar de stad wilt halen. Daarmee komt ook ruimte vrij op de bestaande locatie. Er zijn genoeg bedrijven die prima in de plint van een woonflat passen.’

Waarom ligt de nadruk zo op de regionale component?
‘De groei van de economie is echt een regionale aangelegenheid. Om werkgelegenheid concurreren gemeenten al bijna nergens meer. In die zin moet je wel zorgen dat je regio concurrerend en aantrekkelijk blijft. Dat kan door bepaalde bedrijven toe te staan die bij het gebied passen. Verdeel bedrijfsterreinen strategisch over de regio. Kijk ook welk bedrijf specifiek past bij het typische profiel van jouw bedrijventerrein. Met kavelpaspoorten kom je heel ver. Het is overigens niet helemaal maakbaar. Net als woningen gaan ook bedrijven van hand tot hand. Vallen die in dezelfde bestemming, dan staat de overheid daar helemaal buiten.’  

Heeft uw gemeente Oss last van krapte aan bedrijventerreinen?
‘Enorm. Ik wacht op een regionaal bedrijventerrein van 80 hectare dat Oss samen met ’s-Hertogenbosch en Bernheze ontwikkelt. Dat plan ligt nu bij de Raad van State. Er is voor meer dan 200 hectare aan harde belangstelling. Uit Oss zijn al bedrijven vertrokken omdat er geen ruimte is. Daarom zijn we aan de slag met het revitaliseren van bestaande bedrijventerreinen. Samen met ondernemers zoeken we naar creatieve mogelijkheden. Misschien kunnen we met flexibelere regelgeving ook meer halen uit de huidige bedrijventerreinen. Bureaus berekenen dat er wel 15 tot 20 procent ruimte te winnen valt op bestaande locaties. Dat is heel wat. De provincie werkt in het project Grote Oogst intussen samen met gemeenten en onder­nemers, aan het verduurzamen van dertien bedrijventerreinen die de meeste energie slurpen. Oss kent ook zo’n locatie. We onderzoeken daar de mogelijkheden om onderling energie uit te wisselen en kijken naar geothermie. De gemeente kan ondernemers aan elkaar koppelen, vaak kennen die elkaar niet.’

Wat vraagt u van het rijk?
‘Als het om middelen gaat, kunnen gemeenten en provincies veel zelf doen. Vooral bij de herstructureringsopgave zitten gemeenten vaak met onrendabele toppen. Het zou mooi zijn als er een fonds komt om dat soort ontwikkelingen een extra zwieper te geven. Gemeenten moeten daar dan ook wel aan meefinancieren, evenals het bedrijfsleven. Het rijk deed dat in de afgelopen jaren ook voor binnenstedelijke woningbouwprojecten die anders niet van de grond waren gekomen. Het rijk laat economisch beleid een beetje aan de gemeenten en regio’s over. Een prima uitnodiging om het zelf op te pakken. Veel regio’s stemmen hun aanbod en planning van bedrijventerreinen al af. Dat zullen ze alleen maar verder intensiveren. Het coalitieakkoord op hoofdlijnen zet die beweging zich door. Dat maakt het interessant.’

Wie is…

Frank den Brok is wethouder in Oss (VDG), voorzitter van de pijler Economie & Werk van de G40  en lid van de VNG-commissie Economie, Klimaat, Energie en Milieu.

De position paper Ruimte voor werken en ondernemen van de VNG is te lezen op vng.nl