VNG Magazine nummer 1, 24 januari 2025

Tekst: Marten Muskee | Beeld: Wessel Spoelder

Meer dan ooit is alles wat internationaal is, ook lokaal. Gemeenten ondervinden steeds meer de impact van crises elders in de wereld, zegt VNG-voorzitter Sharon Dijksma. ‘De effecten van wat er internationaal gebeurt, zijn tot in de buurthuizen voelbaar.’ 

Sharon Dijksma

‘Lokaal bestuurders spelen een sleutelrol bij het bedenken van oplossingen voor de grote vraagstukken in de wereld’, daar is Sharon Dijksma van overtuigd. Of het nu gaat om de wereldwijde vluchtelingenstroom, de klimaatveranderingen waarvan de gevolgen al zichtbaar zijn, of polarisatie; het zijn allemaal thema’s die gemeenten aangaan, zegt de voorzitter van de VNG. Bezuinigingen op gemeenten mogen de inzet op die onderwerpen niet in de weg staan. ‘Het zijn juist die crises die we moeten oplossen in plaats van verergeren.’
Volgens Dijksma zijn colleges en gemeenteraden zich zeer wel bewust van de internationale dimensie van al die vraagstukken. Gemeenten voelen allemaal de consequenties van de oorlog in Oekraïne, en zien onmiddellijk wat voor gevolgen de oorlog in Gaza heeft voor de polarisatie. ‘Joodse Nederlanders voelen zich niet veilig. Het kabinet reageert daar niet goed op. Die zet vervolgens een grote groep mensen met een moslim- of migratieachtergrond aan de kant. De effecten van wat er internationaal gebeurt, zijn tot in de buurthuizen in dorpen en steden voelbaar.’

Gemeenten zien onmiddellijk wat voor gevolgen de oorlog in Gaza heeft

Aanjagers
Daarom is Dijksma als burgemeester van Utrecht lid van de adviesgroep lokale overheden van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, António Guterres. Die begrijpt volgens de VNG-voorzitter dat de wereldwijd afgesproken duurzame ontwikkelingsdoelen niet worden gehaald wanneer die alleen belegd worden bij de nationale lidstaten.
Guterres heeft ook de steden en regio’s nodig als aanjagers om ‘echte verandering te brengen’, zegt Dijksma. ‘Steden en regio’s hebben echter zowel op inhoud als op financiën weinig in de melk te brokkelen in het internationale beleid. Daar wil Guterres graag verandering in brengen. Hij vraagt daarom een aantal burgemeesters wereldwijd om advies over de versteviging van de positie van de lokale overheden binnen de VN.’ Volgens Dijksma gaat het dan over feitelijke toetreding tot de onderhandelingstafels én toegang tot internationale fondsen. ‘Lokale deelname kan een enorme versneller betekenen van het klimaatbeleid.’
Steden spelen een belangrijke rol in het oplossen van de problemen. In die zin noemt Dijksma het boek Als burgemeesters zouden regeren van Benjamin Barber actueler dan ooit. Natiestaten kunnen het niet aan. Inwoners benaderen steeds vaker lokaal bestuurders wanneer zij zich zorgen maken over bepaalde ontwikkelingen. ‘Veel van die grote kwesties als kansengelijkheid, bestaanszekerheid, veiligheid of het hebben van een woning beginnen en eindigen lokaal. De invloed en impact die wij daarop hebben, zijn heel groot. We zien hier en daar dat de natiestaat het bewust laat afweten. Dat is zorgelijk.’

Zelfredzaam
Dat gemeenten bij het oplossen van die acute vraagstukken soms door hun eigen regering worden tegengewerkt, maakt het volgens Dijksma des te belangrijker dat gemeenten de voice of reason blijven. Mensen vestigen hun hoop op een stabiel bestuur. Een bestuur dat bezig blijft met de problemen van inwoners, in plaats van vooral met elkaar. ‘Wij verbinden mensen en zetten ze niet tegenover elkaar’, zegt Dijksma. ‘Dat zijn waarden die op het lokaal niveau, los van politieke kleur, standaard worden gedragen. Dat zijn juist de waarden waar veel mensen ook naar snakken.’

Wij verbinden mensen en zetten ze niet tegenover elkaar

In het licht van die internationale dimensie erkent Dijksma dat het, zeker aan het begin van het nieuwe jaar, geen fijne boodschap aan inwoners is dat ze zich moeten voorbereiden op een mogelijke oorlog of aanslag. ‘De impact van die boodschap is zeer groot, maar noodzakelijk want we zijn niet goed voorbereid. Dat is het eerlijke verhaal. Als burgemeester ben ik regelmatig betrokken bij een oefening waarbij sprake is van langdurige stroomuitval door inmenging van buitenaf. Dat heeft na 72 uur al enorme gevolgen. Van alles waar je op rekent is niet meer voorhanden. Inwoners kijken vervolgens naar de overheid. Dit is echter een situatie waarbij je geacht wordt de eerste paar dagen zelfredzaam te zijn.’

Jeugdzorg
Binnenkort verschijnt het rapport van de deskundigencommissie voor de Hervormingsagenda Jeugd, onder leiding van oud-minister Tamara van Ark. Dijksma verwacht dat de commissie vaststelt dat gemeenten inderdaad middelen tekortkomen voor de jeugdzorg, en flink ook. ‘Het gaat om wetgeving met een openeindekarakter. Iedereen die recht heeft op jeugdzorg, krijgt dat; ook als de pot met geld al lang leeg is’, zegt ze. De aanbevelingen van de commissie zijn leidend voor de VNG, die de commissie ziet als een autonome arbiter. Dijksma: ‘Dit moet een bindend advies worden, niet alleen voor ons, vooral ook voor het kabinet.’
De VNG-voorzitter verwacht dat het kabinet in de komende Voorjaarsnota over de brug komt. Bij het laatste overhedenoverleg tussen gemeenten en het rijk, eind vorig jaar, is immers duidelijk afgesproken dat er voor de jeugdzorg compensatie voor gemeenten komt. ‘Het is ook heel helder wat de VNG doet als dat niet gebeurt’, zegt Dijksma. ‘Dan stappen we naar de rechter. Daar heb ik een duidelijke boodschap over afgegeven, zodat Den Haag ons in dit nieuwe jaar niet vergeet.’

Bezweringsformule
Minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken stelde in een reactie dat er geen extra geld komt, maar dat nagedacht wordt over het terugnemen van taken. Dijksma noemt het een Haagse bezweringsformule. Bovendien gaat Uitermark daarmee minder ver dan premier Dick Schoof, zegt de VNG-voorzitter. ‘Die kondigde na afloop van het overhedenoverleg voor de camera aan dat die compensatie er komt. Dus dat het kabinet de rekening moet gaan betalen, kan men van mijlenver zien aankomen. Het kabinet heeft diverse torenhoge ambities. Die zijn voor een belangrijk deel begrijpelijk, bijvoorbeeld als het gaat om wonen. Maar het rijk kan het beleid niet zonder de gemeenten uitvoeren. Wij zijn een noodzakelijke schakel, onderschat dat niet.’

Wij zijn een noodzakelijke schakel, onderschat dat niet

Valt er met dit kabinet eigenlijk wel te werken? Veel gemeenten klagen bijvoorbeeld dat minister Marjolein Faber van Asiel en Migratie niet thuis geeft. Dijksma schetst de altijd constructieve houding waarmee de VNG om tafel gaat, die ook scherp kan zijn als dat inhoudelijk nodig is. Dan gaat het om zaken die niet uitvoerbaar zijn of om waarden van de rechtsstaat die worden aangetast, zegt ze. ‘Gemeenten willen zakendoen, maar niet tegen elke prijs. Wij maken van ons hart geen moordkuil. Dan leggen we uit dat het onverstandig is om de spreidingswet voortijdig in te trekken zolang het opvangprobleem niet op orde is. Het is belangrijk dat wij ook vanuit onze uitvoeringskennis op dat soort zaken blijven duwen en daarvoor moet je wel in gesprek blijven.’

Polarisatie
De toenemende polarisatie in de samenleving baart Dijksma grote zorgen. Burgemeesters staan midden in de samenleving en zullen met iedereen de verbinding moeten houden. ‘Dat vraagt op dit moment veel extra energie. Ik spreek inwoners met verschillende migratie­achtergronden, en praat met onze bondgenoten en sleutelfiguren die ons altijd helpen op momenten dat het moeilijk wordt in de stad. Dat is heel belangrijk om te blijven doen. We kunnen dit tij alleen keren door met elkaar in verbinding te blijven staan, naar elkaar te luisteren en elkaar te respecteren.’
Daarnaast is het volgens haar zaak in het publieke debat scherp te  zijn op het tegengaan van polarisatie. ‘Als mijn collega in Amsterdam door de Tweede Kamer voor de bus wordt gegooid, staan wij voor haar. Zo simpel is het. Het is één voor allen en allen voor één.’
Tot slot adviseert Dijksma om de heel grote stilzwijgende meerderheid, die niet op die uiterste flanken zit, in te schakelen. Die durven hun stem niet te vertolken omdat anderen elkaar verketteren in het publieke debat. ‘Wij moeten ze daarbij helpen en beschermen. Als je dag in dag uit alleen maar die uitersten hoort, dat scherpslijpen, dreigen, dreinen en tegen elkaar opbieden, dan gaan zelfs onze kinderen al denken dat dit normaal is. Tweede Kamerleden die elkaar verbaal de hersens inslaan, dat is niet de nieuwe norm. Daar moeten we met z’n allen iets van blijven vinden.’