VNG Magazine nummer 1, 24 januari 2025

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Remco Remeijer

Vier Zuid-Hollandse gemeenten haalden goede resultaten met een programma om ouderen sociaal en fysiek sterker te maken. Door senioren zelf te betrekken bij de vraagstukken, ontstond er meer draagvlak en meer bekendheid voor de programma’s.

Ouderenparticipatie

Eigenlijk, zegt Jan Pouw, zou het goed zijn als de vraag of ouderenparticipatie nodig is, helemaal niet meer gesteld wordt. ‘Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat ouderen meepraten over dingen die hen aangaan.’
Pouw was vanuit het ouderenplatform van Genero (Generatie Ouderen) betrokken bij het project Senioren Sterker Maken: fysiek en sociaal (SSM), waarin vier gemeenten – Rotterdam, Papendrecht, Vlaardingen en Dordrecht – zich samen met subsidieverstrekker ZonMw en andere partijen inzetten om het preventieve gezondheidsbeleid voor ouderen te versterken.
Pouw, zestien jaar gepensioneerd en ‘altijd in de verzekeringswereld gewerkt’, raakte via via betrokken bij Genero en het programma van de gemeenten, nadat hij zich na zijn werkzame leven al had ingezet als belangenbehartiger voor ouderen. Hij kijkt tevreden terug op de samenwerking met de vier gemeenten. ‘Er werd serieus naar ons geluisterd’, constateert hij. ‘Dat is belangrijk. Het is fijn dat we niet het idee hebben dat we alleen zijn aangehoord en dat het programma daarna verderging. Nee, we werden bij een heleboel zaken betrokken en zijn van invloed geweest.’

Dubbele vergrijzing
Net als in heel Nederland is er in Zuid-Holland sprake van een dubbele vergrijzing: er komen meer ouderen, die ook nog eens langer leven. Daarbij is er het streven dat ouderen langer thuis blijven wonen, en dus langer zelfredzaam zijn en blijven meedoen aan de maatschappij. Er is veel winst te halen als daarbij wordt ingezet op het voorkomen van ziektes als overgewicht, diabetes en dementie, maar ook valpreventie is een belangrijk onderwerp, net als het voorkomen van eenzaamheid.
Mariëlle van Ooijen van de gemeente Rotterdam was als overkoepelend projectleider betrokken bij het project. Dat liep tot en met 2023, maar de ervaringen worden nu gebruikt in andere projecten, zegt ze, en werken nog altijd door in het gemeentelijke beleid. Bij de aanpak van het programma maakten de gemeenten gebruik van bestaande interventies, onder meer bij zaken als valpreventie en de aanpak van eenzaamheid. Met name de valpreventie speelde een grote rol in Senioren Sterker Maken. ‘Elke vijf minuten belandt er een oudere op de spoedeisende hulp vanwege een val’, zegt Van Ooijen. Met bestaande programma’s als Vallen Verleden Tijd, dat bestaat uit een hindernisbaan en spelvormen, en Thuis Onbezorgd Mobiel, waarbij ouderen groepsgewijs met een fysiotherapeut en een diëtist aan de slag gaan, werden senioren geholpen.
De betrokkenheid van senioren zelf bij het opstellen van beleid voor ouderen was voor ZonMw belangrijk. Jan Pouw van Genero wijst op het belang van die betrokkenheid. ‘Als je iets wilt doen voor ouderen, dan moet je dat samen doen, zodat hun inbreng een rol krijgt.’
Ambtenaren, zegt hij, kunnen zich niet altijd goed verplaatsen in de wereld van gepensioneerden en ontwikkelen beleid veelal vanuit eigen perspectief. ‘Dan is het goed om te spiegelen hoe ouderen zelf ergens naar kijken’, zegt hij. Dat erkent ook Van Ooijen. ‘Er zijn veel momenten geweest dat ik me realiseerde: zo heb ik er zelf nog niet over nagedacht.’

Raad van Ouderen
Animo onder de senioren om mee te doen, is er zeker, weet Pouw. Ouderen willen graag meepraten, en hebben in hun leven en carrière ook veel ervaring opgedaan die ze kunnen gebruiken. En het cliché klopt: senioren hebben ook tijd om mee te doen aan participatieprojecten. 
Maar ouderenparticipatie is nog lang geen automatisme. Afgelopen oktober presenteerde de Raad van Ouderen een advies over het onderwerp, Ouderen aan de beleidstafel. Participatie leeft, constateerde de raad in het stuk, en biedt kansen om ouderen te laten meedenken over het lokaal beleid. Maar het onderwerp ‘zal nog veel gerichte aandacht en inspanning vragen van bestuurders, beleidsmakers en ouderen zelf’. Te denken valt aan financiële compensatie voor deelnemende ouderen en geld voor bijvoorbeeld scholing.
Belangrijker nog is dat participatie verder gaat dan alleen advies vragen over een al voorbereid voorstel, aldus de ouderenraad. Wanneer ouderen al in een eerder stadium betrokken worden bij beleidsplannen, bijvoorbeeld in de vorm van ‘cocreatie’, dan is er uiteindelijk veel meer draagvlak voor het beleid, stelt de raad. Het onderwerp is actueel geworden, nu op 1 januari de Wet versterking participatie op decentraal niveau in werking is getreden. Die wet, meent de Raad van Ouderen, ‘biedt kansen voor het vroegtijdig en structureel betrekken van ouderen’.

Papendrecht
Ook Rob Kok, beleidsmedewerker maatschappelijke ontwikkeling in Papendrecht, merkte dat er veel animo is onder ouderen om te participeren. De minst grote van de vier deelnemende gemeenten aan Senioren Sterker Maken wilde klein beginnen. Bij een rondetafelgesprek werd ingezet op zes tafels van zes deelnemers; 36 participanten in totaal dus. ‘Ik vroeg me af hoe ik zoveel mensen ooit bij elkaar zou krijgen’, blikt Kok terug. ‘Het was ook nog eens midden in de vakantieperiode.’ Maar na een uitnodiging via meerdere kanalen kreeg Papendrecht zo’n honderd aanmeldingen binnen; vijftig van hen werden uiteindelijk uitgenodigd. Ook een enquête onder ouderen over hun wensen werd ruim beantwoord, net als de oproep om mee te doen aan de klankbordgroep. ‘De behoefte om mee te praten, was groot’, constateert Kok. ‘Achteraf gezien was het helemaal niet moeilijk om mensen te vinden.’

Beweegtuin
De meest succesvolle ingreep van het programma, betrof de beweegtuin. Die was er al sinds 2017 en werd nog ingewijd door oud-atlete Olga Commandeur, destijds presentator van Nederland in Beweging!. Maar al vrij snel na de oplevering kwam de klad erin; corona deed vervolgens de rest.

Achteraf gezien was het helemaal niet moeilijk om mensen te vinden

Bij de start van het Senioren Sterker Maken werd door geneeskundestudenten van Erasmus MC uitgevraagd waarom er zo weinig animo was bij senioren om naar de beweegtuin te komen. De belangrijkste reden, zegt Kok: ouderen wisten zich niet zoveel raad met de apparatuur in de tuin, en er was niemand aanwezig om ze wegwijs te maken. Kok: ‘We hebben nu een beweegcoach die een aantal uren per week in de tuin aanwezig is en die er oefeningen doet; in eerste instantie één keer per week, maar nu al drie keer. Omdat steeds meer ouderen van anderen over de tuin horen, groeit de groep. De beweegtuin is nu een groot succes.’

Isolement
Dat is het mooie van dit soort trajecten, zegt Kok: loopt het eenmaal, dan nemen ouderen elkaar mee. En zulke initiatieven halen ouderen ook uit hun isolement. ‘Na de activiteit blijven mensen ook nog even om een bakkie koffie te drinken. Zo leren ze elkaar beter kennen. We merken dat ouderen buiten de beweegtuin ook gezamenlijk dingen gaan ondernemen.’
Datzelfde geldt voor initiatieven als de koffieochtenden die diverse organisaties in Papendrecht hielden. Verspreid over de gemeente bleken dat er achttien te zijn, van organisaties als een welzijnsinstelling tot de kerk. ‘We hebben nu voor iedereen inzichtelijk gemaakt waar de koffiemomenten zijn’, zegt Kok. En ook de wandelgroepen die voortvloeiden uit het vitaliteitsakkoord van de gemeente zijn inmiddels gekoppeld aan de koffiemomenten.
Door het programma is ouderenparticipatie als thema veel meer op de gemeentelijke agenda gekomen, zegt projectleider Van Ooijen. ‘We constateerden dat er in onze vier gemeenten al best veel aanbod voor ouderen was. Dat hebben we meer aan elkaar verbonden.’
Na afloop van het project, eind 2023, presenteerden de gemeenten met ZonMw een bundel met ervaringen. Er is ook een infografiek opgeleverd, waarin ouderenparticipatie wordt vergeleken met een bergwandeling. Van Ooijen: ‘Er zijn altijd heel veel hobbels onderweg: redenen om iets niet te doen. Er is geen budget of geen tijd, noem maar op. Maar uiteindelijk hebben we gewoon heel Rotterdams de schouders eronder gezet en zijn we gewoon op pad gegaan. Je hoeft ook niet heel groot te beginnen.’
Het programma is nu een jaar gestopt, maar de opbrengsten ervan staan nog, klinkt het in Rotterdam en Papendrecht. In het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) speelt valpreventie een belangrijke rol. Door de aanpak in het participatieprogramma hebben de vier gemeenten daar nu bijvoorbeeld een voorsprong. Maar de belangrijkste les van het project, zegt Kok uit Papendrecht, is dat alle deelnemende partijen elkaar echt kunnen versterken. ‘Dit kunnen we niet alleen doen.’