VNG Magazine nummer 1, 24 januari 2025
Tekst: Merel van Dorp
Ze willen niet of ze kunnen niet werken. Dus onthef ze maar van hun sollicitatieplicht. Welnee, is de overtuiging in de gemeente Pekela. Inwoners in de bijstand willen heus iets doen. Alleen belemmeren andere problemen hen. Die moet je eerst oplossen.

Relatief veel mensen ten opzichte van het landelijk gemiddelde kregen in Pekela een bijstandsuitkering: zo’n tweehonderd inwoners ontbrak het aan een arbeidsperspectief. ‘Vroeger werkten veel inwoners bij de strokartonfabrieken, waar mensen goed verdienden en waarvoor weinig scholing nodig was’, vertelt Hans de Vroome. Hij is adviseur Sociaal Domein en leidinggevende voor het team Werk en Inkomen. ‘Toen die fabrieken dichtgingen, belandden veel inwoners in de bijstand. Eerder werd bovendien veel sneller, bij al kleine beperkingen, bijstand toegekend.’
Inmiddels is het tij gekeerd en zijn er meer vacatures dan werkzoekenden. Het aantal uitkeringsgerechtigden is fors gedaald. Hoe de gemeente dat voor elkaar kreeg? ‘Door omdenken’, legt wethouder Ellen van Klaveren (SP) van Pekela uit. ‘In plaats van hameren op de sollicitatieplicht en op wat de inwoner moet doen, kijken we naar wat wíj kunnen betekenen.’
‘Niet werk moet voorop staan,’ zegt de wethouder, ‘maar de dingen die mensen verhinderen om überhaupt over werk te kunnen nadenken.’ Adviseur De Vroome: ‘We gaan letterlijk langs deuren om in gesprek te gaan. Met de vraag: “Wat maakt u blij, wat zou u wensen in uw leven?” Dan vertellen mensen hoe graag ze zouden willen zwemmen met hun kleinkind, alleen hebben ze geen zwemdiploma. Prima, dan regelen wij binnen een paar dagen zwemles. Twee weken later bellen we nog eens aan. Of we komen langs met een folder over alle voorzieningen in onze gemeente. “Ik heb geen zin om over werk te praten, hoor”, is vaak de eerste reactie. “Geen probleem,” zeggen we dan. “Maar u heeft twee kinderen. Doen die aan sport? Daar zijn allerlei mogelijkheden voor met een krap budget.”’
We gaan letterlijk langs deuren om in gesprek te gaan
Fiets cadeau
Van Klaveren: ‘Je bouwt vertrouwen op als je eerst aandacht besteedt aan waar mensen in hun leven tegenaan lopen.’ De Vroome: ‘Zo was er een man die best een paar uur bij PostNL wilde werken. Alleen had hij daarvoor een fiets nodig. Dus hebben we die gekocht. Toen bleek hij het werk als postbode zo leuk te vinden, dat hij wel meer uren wilde werken. En zijn vrouw kreeg er ook wel zin in.’
Een kleine hindernis kan de stap naar werk belemmeren, wil hij maar zeggen. Al was er ook kritiek. Hoezo krijgt hij gratis een fiets van de gemeente? ‘Als we er als medewerkers op het gemeentehuis een goede onderbouwing voor kunnen geven, gaan we akkoord. En dan kun je het inwoners ook prima uitleggen’, vindt De Vroome. ‘Het geld voor een betrekkelijk vreemde uitgave als een scooter of koelkast betalen we uit een budget voor re-integratie en participatie.’
Coronagelden
Wethouder Van Klaveren: ‘In het begin kostte de aanpak voornamelijk geld, waarvoor we deels de coronagelden hebben aangewend.’
‘Inmiddels besparen we op bijstandsuitkeringen’, vult De Vroome aan. ‘En doordat mensen aan het werk zijn of een nuttige besteding voor de maatschappij hebben gevonden, hebben ze ook geen bijzondere bijstand meer nodig, zijn er minder aanvragen voor leergeld of een sportpas. Wie gelukkig of gelukkiger is, doet geen beroep meer op die potjes.’
Voor ambtenaren was het wennen. Opeens moesten ze achter hun bureau vandaan komen en aanbellen bij mensen. De Vroome: ‘Ik heb echt weleens moeten zeggen: “Je doet nú dat beeldscherm uit en je gaat naar die meneer toe.” Outreachend werken past niet bij iedereen en een paar ambtenaren zijn vertrokken. Maar de tijden veranderen en de maatschappij vraagt iets anders van ons gemeentemensen. Tegelijk komen inmiddels juist ook mensen bij ons solliciteren omdat de menselijke aanpak hen aanspreekt.’
De maatschappij vraagt iets anders van ons gemeentemensen
Benaderd via Facebook
‘Eigenlijk gaan we terug naar hoe ik ooit begon bij de gemeente: als maatschappelijk werker bijstand’, constateert De Vroome. ‘In plaats van een brief sturen met: “Als u niet binnen een week deel 2 van uw loonstrook bijverdiensten opstuurt, blokkeren we uw bijstandsuitkering”, gaan we langs. Je legt uit wat er nodig is en regelt het gelijk. Dat is de dienende houding naar de burger die nodig is.’
Bijstandsgerechtigden weten intussen natuurlijk dat het oplossen van een probleem, ook toeleiden naar werk als achterliggende reden heeft. Toch duiken ze niet achter de bank als er nu een gemeenteambtenaar voor de deur staat. De Vroome: ‘Sterker, ze bellen ons. Want ze zien die buurvrouw vrolijk thuiskomen van werk, zien dat de buurman opeens geld heeft voor een auto en denken: dat wil ik ook.’
‘Ik word zelfs benaderd via Facebook’, zegt Van Klaveren. ‘We brengen mensen ook in contact met Afeer, het sociaal ontwikkelbedrijf van de gemeenten Oldambt, Pekela en Westerwolde voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (‘Affeer’ betekent ‘baan’ in het Gronings, red.). Het hoeft niet altijd betaalde arbeid te zijn. Met dagbesteding of vrijwilligerswerk kun je mensen ook weer bij de maatschappij betrekken. Het werkbedrijf helpt mensen ook met solliciteren.’
De Vroome: ‘We vragen ook bijvoorbeeld of iemand iets voor de dierenweide of een vereniging wil doen. Want als je niet thuis bent, kan de verwarming omlaag en dat scheelt stookkosten. Een vrijwilligersvergoeding mogen mensen gewoon houden.’
De gemeente stelt zich flexibel op. Wil iemand wel in dienst bij de plantsoenendienst, maar liever niet schoffelen in een andere gemeente? Dan regelt Pekela een plek in de eigen gemeente. Kan die jonge vrouw werk krijgen in de horeca in Stadskanaal, maar heeft ze geen geld voor een trajectkaart voor de bus? Dan betaalt Pekela die de eerste maand, tot ze het van haar eigen loon kan betalen. Alleen is het wettelijk niet mogelijk om te starten met werk met behoud van de bijstandsuitkering. Wel regelt de gemeente sollicitatieontheffing zodra iemand bereid is om aan de slag te gaan.
Wij denken niet in doelgroepen, iedereen heeft z’n eigen specifieke wensen
Langer gezond
In de winkel werd de wethouder laatst aangesproken door een vrouw. ‘Zij werkt nu bij het verzorgingshuis en schreeuwt bijna van de daken hoe blij ze daarmee is. Het gaat om meer dan een inkomen. Als mensen zich weer nuttig voelen en opgenomen in de samenleving, doet dat veel met hun eigenwaarde en zelfvertrouwen. Bovendien heeft het invloed op het hele gezin als vader of moeder beter in zijn of haar vel zit. We gaan dat ongetwijfeld terugzien in de uitgaven voor jeugdhulp en bij oudere inwoners die vaker gebruikmaken van Wmo-voorzieningen. Door armoede en stress ontstaan immers dikwijls relatie- en opvoedproblemen en wie werkt, blijft vaak langer gezond.’
De inwoners van Pekela zijn voor het overgrote deel van Nederlandse afkomst: vier procent is van niet-westerse afkomst. Uitkeringsgerechtigden met een niet-westerse afkomt hebben dikwijls taalbarrières en geen of weinig opleiding genoten. Kunnen gemeenten met meer burgers van niet-Nederlandse afkomst hetzelfde succes verwachten van een Pekelder aanpak? De Vroome: ‘De aanpak is niet anders. In de basis zijn er geen verschillen. Wij denken niet in doelgroepen, iedereen heeft z’n eigen specifieke wensen.’
Overigens maakt het weinig uit dat Pekela een kleine gemeente is. ‘In een grote gemeente kan dit net zo goed’, stelt Van Klaveren. ‘Daar heb je immers stadsdelen, waar ambtenaren, inwoners, verenigingen, beschut werk en werkgevers elkaar kunnen leren kennen en voorthelpen.’
Sociale gemeentehuis
Een pijnpuntje zijn de financiële middelen vanuit het rijk. ‘We krijgen minder geld van de landelijke overheid, omdat we minder uitgeven aan bijstandsuitkeringen. Bijna twee ton wordt geschrapt’, vertelt Van Klaveren. De Vroome: ‘Wij hebben drie jaar geïnvesteerd. Eigenlijk krijgen we straf voor ons goede werk.’
Hoe dan ook, Van Klaveren en De Vroome zijn trots op wat ze voor elkaar hebben gekregen. Regelmatig komen andere gemeenten langs voor informatie over de aanpak. Voor hen heeft De Vroome nog een advies. ‘Weet wat er leeft in de gemeente of wijk. Ik ben bijna wekelijks te vinden op het “sociale gemeentehuis”. Daar zijn onder andere de welzijnsorganisatie, het werklab van Afeer, de voedselbank, het taalhuis en andere voorzieningen gehuisvest. Van de ketenpartners hoor ik wat er speelt en zij merken dat ze er niet alleen voor staan. We letten erop dat we niet over maar met mensen praten. Want je eigen houding en gedrag veranderen, vraagt echt een andere mindset.’
Van Klaveren: ‘Inwoners kunnen ons op straat aanspreken, kunnen mailen en dat mag ook na vijf uur of in het weekend als er hoge nood is. Wees zichtbaar en benaderbaar.’