VNG Magazine nummer 6, 31 maart 2023

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Jiri Büller

Van activist tot directeur. Ron Meyer maakte een bijzondere ontwikkeling door, maar hield altijd vast aan zijn missie: het aanpakken van de omstandigheden die armoede en ziekte veroorzaken. Hij weet waar hij het over heeft, het gaat over zijn eigen sociale klasse.
 

Ron Meyer

Toen Ron Meyer een jaar geleden begon als directeur van het Nationaal Programma Heerlen-Noord (NPHLN), een alliantie van bewoners, bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties die de komende 25 jaar samen werken aan een betere toekomst voor dit stadsdeel, was dat ook de afsluiting van een periode van zestien jaar als lid van de gemeenteraad. Maar zijn missie veranderde niet: de strijd tegen de armoede, of beter gezegd tegen de omstandigheden die armoede veroorzaken. Met zijn boek De onmisbaren blies hij het begrip ‘sociale klasse’ nieuw leven in. VNG Magazine zocht Meyer op in ‘zijn’ Heerlen, waar hij is geboren en nooit meer weggegaan, in het NPHLN-bureau boven de bibliotheek. Het gebouw staat op de plek waar ooit een van de Limburgse kolenmijnen stond. Meyer: ‘Waar vroeger de kolen naar boven kwamen, wordt nu kennis opgehaald.’
Dat Heerlen-Noord straatarm is, komt vooral door het mijnverleden. De witteboordeneconomie die voor de mijnindustrie terug kwam, was niet besteed aan de duizenden kompels die op straat kwamen te staan. Het was toenmalig PvdA-premier Joop den Uyl onder wiens bewind in 1974 de laatste Limburgse mijn in Heerlen werd gesloten. Dezelfde Den Uyl had negen jaar eerder de sluiting van de mijnen al aangekondigd. Meyer oordeelt mild over Den Uyl. Hij heeft diens memorabele speech waarin hij Bertolt Brecht parafraseert, vastgezet bovenaan zijn Twitteraccount: Man sieht nur die im Lichte, die im Dunkeln sieht man nicht.

Uw boek gaat over die onzichtbare sociale klasse, úw klasse. U brengt het begrip ‘klasse’ terug in het publieke debat. Volgens een nieuwe analyse van het Sociaal en Cultureel Planbureau telt Nederland zeven sociale klassen. Klasse lijkt ineens helemaal terug.
‘Klasse is terug van nooit weggeweest. Alleen, we hebben ons in slaap laten sussen, tot voor kort hoorde je het woord niet meer. Het was verbannen uit de maatschappelijke discussie. Je moest wel knettergek zijn om het te gebruiken. Zelfs in de vakbond waren er mensen die dachten dat actievoeren of staken ouderwets was. Het zijn allemaal voorbeelden van een dominante liberale ideologie die zichzelf presenteert als pragmatisch, praktisch, redelijk en constructief. De macht die zegt: het kán niet anders. Die liberale dominantie heeft effect gehad op de instituties die haar juist zouden moeten bestrijden, ook op politieke partijen. Dan is klasse niet meer het eerste woord dat je uitspreekt. 
‘Maar het is wel hoopvol dat de maatschappelijke panelen nu verschuiven. Neem gezondheid, dat is een fundamentele verschijningsvorm van sociale klasse. Daarvan werd voortdurend gezegd dat het een individuele verantwoordelijkheid is. Ben je ongezond? Dan had je maar moeten studeren, dan had je maar minder frikandellen moeten eten. Er zijn nu veel mensen die fanatieker en overtuigender zeggen dat gezondheid een effect is van grote sociaal-economische verschillen. Dus niet andersom, dat individueel gedrag ziekte veroorzaakt. Nee, armoede is de oorzaak. Als de omstandigheden zo van invloed zijn op mensen, laten we de omstandigheden dan meer menselijk maken. Je hoeft geen marxist te zijn om dit te begrijpen of te zien.’ 

Ziet u dat nieuwe inzicht ook bij liberale partijen die de individuele verantwoordelijkheid voorop hebben staan?
‘Burgemeester Roel Wever van Heerlen is voorzitter van de alliantie Heerlen-Noord. Hij is de enige VVD’er die ik “kameraad” noem. Tachtig tot negentig procent van wat hij zegt, had ik ook kunnen zeggen. Je ziet ook bij anderen dat ze de sociale omstandigheden niet langer negeren. Je kunt in dit soort wijken echt niet volhouden dat een kind dat hier wordt geboren en opgroeit in schimmelwoningen die de corporaties niet hebben gerenoveerd, in onveilige buurten waar de overheid de politieagent heeft weggehaald, armoede aan zichzelf te wijten heeft. Wat had dat kind in de wijk Heerlerheide of Zeswegen dan moeten doen, wegkruipen uit de schoot waaruit het werd geboren?’

Het is u wel gelukt.
‘Dat hoor ik vaak: jij bent een sociale stijger. Ik heb een probleem met dat begrip. Ik zeg niet dat er niet zoiets is als een individuele verantwoordelijkheid, maar het ontkennen van de omstandigheden suggereert dat er twee ladders zijn en dat de een die bovenaan staat beter kon klimmen dan de ander. Maar als één ladder op beton staat en de ander in het moeras, dan komt degene op die tweede ladder geen tree omhoog, die ladder zakt verder het moeras in. Als we dat blijven ontkennen, blijven we de oorzaak van de problemen niet zien en kunnen we ze niet oplossen.’

Ik hoor nog de echo van mijn moeder die altijd zei: ga studeren

Wat was het beton onder uw ladder?
‘Ik groeide op in een arm maar warm gezin. Ik hoor nog de echo van mijn moeder die altijd zei: ga studeren, doe je best, leer zo goed als je kunt, dan krijg je het beter dan wij het hebben. Toen ik uiteindelijk fiscaal recht ging studeren, wist ik na anderhalf jaar al dat ik met die studie niet veel zou doen. Toch heb ik het afgemaakt, omdat mijn moeder zei dat je moet afmaken waar je aan begint. Een buurtvriend uit die tijd werd thuis niet verteld dat hij moest gaan leren, zijn ladder stond niet op beton. Is het dan mijn verdienste dat ik deze ouders had, is het zijn falen dat hij die niet had?
‘En ik ben de krant gaan lezen. Ik was een enorm fan van Van Basten, Gullit en Rijkaard. Ze weten het zelf niet, maar zij waren het venster waardoor ik naar de wereld keek. Mijn buurvrouw stak elke ochtend de krant door de haag. Dan kon ik nog net voor ik naar school ging lezen wat de drie voetballers hadden gedaan. Maar ik las óók over mijn wijk en de wereld, over dingen die ik niet wist of waar ik het vaak fundamenteel mee oneens was. Dus als tiener schreef ik al ingezonden stukken. Lezen is ook meedoen. Liever woedend meedoen dan je terugtrekken achter de rolluiken, want apathisch gedrag leidt per definitie niet tot een betere samenleving.’

In uw boek schrijft u over Heerlen-Noord: ‘Achter het spoor zijn de lonen lager, wonen we vaker belabberd en gaan we eerder dood.’ Dat woordje ‘we’ is veelzeggend. 
‘Ik ben een kind van Heerlen-Noord, voor mij is Heerlen de mooiste plek van de wereld, ik ben hier geboren en ga niet meer weg. Ik hou van de veerkracht van de stad, daarom word ik ook boos als ik zie met welk gemak grote maatschappelijke problemen in de arme wijken worden neergelegd. De meeste Oekraïense vluchtelingen worden gehuisvest in de armste buurten, evenals de meeste statushouders. Die mensen zijn niet het probleem, maar ze komen hiernaartoe met een verhaal waarvoor een stabiele ondergrond nodig is. Hoe kan het dan dat ze bijna altijd terechtkomen in de armste buurten? In de top-20 van armste Limburgse wijken liggen er tien in Heerlen, waarvan acht in Heerlen-Noord. We moeten maar eens stoppen met het over de schutting gooien van alle problemen bij de allerarmste buurten.
‘Een van de buurten hier kent een groot verloop van bewoners, elke vijf jaar trekt de helft weg. Dat zijn geen studenten of arbeidsmigranten. En wie keren daarvoor terug? Een derde daarvan zijn statushouders. Dan kun je toch niet ontkennen dat er een fundamenteel probleem is? Zo wordt die gemeenschap nooit sterker. Als je werkelijk solidair wil zijn met zo’n buurt, zorg er dan voor dat de gemeenschap voldoende zuurstof krijgt. Het ligt niet aan de mensen, die zijn aan het overleven en hebben geen tijd of ruimte om zich om hun buren te bekommeren. Ontzie die wijken, en laat ze niet nog meer maatschappelijke lasten dragen.’

En dat eerder doodgaan?
‘Dat mensen met lage inkomens minder lang in gezondheid leven en jaren eerder overlijden dan mensen met hogere inkomens, dat is bekend. Zorgverzekeraar CZ is hier een van onze partners. Alleen al in Heerlen-Noord geeft CZ 25 miljoen euro uit aan wat ze tot voor kort “onverklaarbare kosten” noemden. Per jaar. Inmiddels weten ze dat de 60.000 mensen die hier wonen gemiddeld veel ongezonder zijn en relatief meer zorg nodig hebben. Dus er is ook een institutioneel belang om armoede nu aan te pakken. Daar is een langdurige inzet voor nodig, armoede bestrijd je niet met één aanvalsplannetje of een project dat na een paar jaar weer stopt.’

Hoe belangrijk is de rol van de gemeente daarbij?
‘Heel belangrijk. Heerlen, maar dat geldt ook voor andere gemeenten, stopt meer dan de helft van haar begroting in het sociaal beleid. Dat moet ook wel, het is net als lopen op de loopband: je moet net zo hard lopen als de band anders val je eraf. De gemeente heeft zich gerealiseerd dat ze het niet alleen kan, dat je daarvoor een netwerk nodig hebt: gemeente, rijk, politie, scholen, woningbouwcorporaties en een zorgverzekeraar. Burgemeesters zijn daarvoor cruciaal, als zij hier niet voor durven te staan dan is een netwerksamenwerking bijna onmogelijk.’

De gemeente heeft zich gerealiseerd dat ze het niet alleen kan

Als mensen solidair zouden zijn met de eigen klasse, waarom stemmen ze dan op partijen die minder migranten willen? Ze zitten toch in hetzelfde schuitje als hun Marokkaanse buurman?
‘Als het systeem niet voor jou werkt, als iedere keer de grootste problemen in jouw buurt terecht komen, ja dan stem je op een gegeven moment niet meer – of je stemt op de partijen die een duidelijke mening hebben over zulke problemen. Je kunt de PVV van alles verwijten, maar niet dat ze niet duidelijk zijn.’

De vangnetten die er zijn, zoals een minimuminkomen en bijstandsregels, zijn niet voldoende?
‘Armoede heeft duizend verschillende tinten, het is niet alleen een kwestie van geld. Als wij na een slechte dag 's avonds thuiskomen dan foeteren we daarover tegen onze partner, drinken een biertje of wijntje en morgen is er weer een nieuwe dag. Maar voor velen betekent morgen een extra envelop op de stapel die toch al niet te overzien was, zeker met de hoge prijzen voor boodschappen en energie.
‘Armoede, dat zijn ook de drugslabs in woningen en de huisjesmelkers. Om dat allemaal aan te pakken zijn onorthodoxe maatregelen nodig. Burgemeesters die ergens voor gaan staan en tegen het rijk durven zeggen: waarom schieten jullie nog steeds met een luchtbuks op een enorm groot probleem? We hebben grotere kanonnen nodig. Ik weet dat Hugo de Jonge het wil, met zijn woningen, maar vooralsnog zijn wij hier een nationaal programma zonder nationaal geld. Daar moet nodig iets aan gebeuren.’

Journalisten komen niet meer in dit soort wijken

In een opiniestuk in een regionale krant schreef u dat lezen over je eigen buurt, stad of streek onmisbaar voor het vergroten van levenskansen van hele gemeenschappen. Gezinnen van jonge kinderen zouden gratis toegang tot een regionale krant moeten krijgen.
‘De hoofdredacteur van De Limburger sloeg daarop aan. En die van de Gelderlander geeft 175 jaarabonnementen cadeau, omdat de krant 175 jaar bestaat. Samen met De Limburger gaan we tientallen schoolklassen in Heerlen-Noord aan de slag. Maar misschien nog wel belangrijker is dat we ook journalisten vragen mee te doen in de klas. Zij komen niet meer in dit soort wijken, ze komen ook zelden meer voort uit deze sociale klasse. Journalisten worden zo ook verrijkt met verhalen die ze niet meer kennen.’

Neemt u het journalisten of politici kwalijk, dat zij het probleem van de armoede vaak niet zien?
‘Kun je mensen kwalijk nemen dat ze niet voelen wat ze niet kennen? Dat is anders als mensen het wel kennen, maar het niet erkennen. Ik haal daarom iedere week ministers, ambassadeurs en ceo’s naar mijn stad. Niet om aapjes te kijken, maar wel om mensen de realiteit onder de neus te duwen. Rijke mensen mogen een opvatting hebben over armoede, graag zelfs. Ik ben het niet altijd eens met Sander Schimmelpenninck, maar het is hartstikke goed dat een jongen uit een adellijke familie een tv-serie over ongelijkheid maakt. Ik hoop dat méér mensen dat doen. Dat is immers de kern van solidariteit, dat je je verdiept in mensen die niet zijn als jij.’

Wie is…

Ron Meyer is sinds april 2022 directeur van het Nationaal Programma Heerlen-Noord. Tussen 2006 en 2022 zat hij voor de SP in de gemeenteraad van Heerlen. Ook was hij voorzitter van de SP (2015-2019) en vakbondsbestuurder en campagneleider bij de FNV. In 2021 verscheen zijn boek De onmisbaren. Een ode aan mijn sociale klasse.​​​

de onmisbaren