VNG Magazine nummer 6, 17 maart 2023

Tekst: Maarten Koning en Janne Gerritsen

Een door burgemeesters omarmd instrument, het online gebiedsverbod, staat haaks op de rechtsstaat en maakt gemeenten niet veiliger. Juist om de rechtsstaat en de rol van de burgemeester te beschermen, zijn extra bevoegdheden voor de burgemeester onwenselijk.
 

Betoog

Het is geen nieuw fenomeen: burgemeesters die de grenzen van hun bevoegdheden opzoeken. Burgemeester Sharon Dijksma van Utrecht deed het vorig jaar toen ze een minderjarige jongen, die nota bene niet eens in haar gemeente woonde, een ‘online gebiedsverbod’ oplegde. Ook de burgemeester van Delft wil dit instrument gebruiken. 

Grondrecht
De rechter floot Dijksma terug. De burgemeester heeft namelijk geen bevoegdheden om in te grijpen in het online gedrag van burgers. Bovendien werd met het verbod de vrijheid van meningsuiting, een grondrecht, ingeperkt. Dat kan alleen de landelijke wetgever doen. Burgemeesters uit het hele land lieten hun ongenoegen over de uitspraak horen. De minister moet aan de slag om hun bevoegdheden uit te breiden, betogen ze. De Raad van State en tal van experts zijn daar kritisch over: de burgemeester als “crimefighter” past niet in het Nederlandse staatsbestel. 

Vertrouwen
In de afgelopen jaren hebben we te vaak gezien wat het voor burgers betekende wanneer de overheid haar eigen wetgeving niet serieus nam; denk aan het stikstofbeleid en de toeslagenaffaire. Dat is een groot probleem voor het vertrouwen in de rechtsstaat.
Wij vinden het zorgwekkend dat burgemeesters het signaal dat de rechter uitzendt, niet serieus opvolgen. In Utrecht gaat de burgemeester in hoger beroep en in Delft dreigt de burgemeester een onlangs breed aangenomen motie, waarin de gemeenteraad oproept het instrument niet te gebruiken, naast zich neer te leggen.

De burgemeester als ‘crimefighter’ past niet in het Nederlandse staatsbestel

Kunnen burgemeesters dan niets doen om online opruiing tegen te gaan? Dat klopt: zélf kunnen ze dat niet. Maar ze kunnen wel beter en sneller samenwerken met het Openbaar Ministerie en de politie wanneer er sprake is van een online uiting die strafbaar is.
Zo werden recentelijk aankondigers van de bezetting van de A12 opgepakt en vervolgd, waarna burgemeester Jan van Zanen van Den Haag een gebiedsverbod oplegde. Er kan dus wel degelijk al via de strafrechtelijke route worden ingegrepen wanneer online wordt opgeroepen tot lokale ongeregeldheden, zonder dat het verder uitbreiden van de bevoegdheden van de burgemeester nodig is. Wanneer opruiende content op het internet wordt geplaatst, is het wel van belang dat deze zo snel mogelijk wordt verwijderd, zodat zo min mogelijk mensen die te zien krijgen.

Aanvullend beleid
De strafrechtketen is zelf niet altijd in staat die uitingen op te sporen, dus blijft er dringend behoefte aan aanvullend beleid. Niet op lokaal niveau, maar op landelijk niveau kan daar een gespecialiseerde autoriteit voor aangesteld worden. Bijvoorbeeld zoals de Autoriteit Online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal is aangesteld.
Wij roepen de burgemeesters op om de heldere uitspraak van de rechter serieus te nemen. Dit betekent dat per direct gestopt moet worden met het onwettig experimenteren met online gebiedsverboden. Het is niet aan de burgemeester om te oordelen over onze uitingen. De minister is nu aan zet om met een alternatieve aanpak van online opruiing te komen.

Wie zijn...

Maarten Koning en Janne Gerritsen (beiden D66) zijn raadslid in respectievelijk Utrecht en Delft.