VNG Magazine nummer 11, 1 juli 2022

Tekst: Marten Muskee | Beeld: gemeente Súdwest-Fryslân

De club van samenwerkingsverbanden van gemeenten als de G40, G4, M50 en P10 kent een nieuwe ster. De R8 bevat grote gemeenten die zijn ontstaan uit herindelingen met veel kernen, stedelijkheid, een groot oppervlak en landelijk gebied. Zij herpositioneren zich en hebben veel te bieden.
 

Kaart regiogemeenten R8

Burgemeester Jannewietske de Vries van Súdwest-Fryslân is voorzitter van de R8. Zij nam het initiatief tot oprichting van de club van ‘kernachtige gemeenten van formaat’ zoals de acht zichzelf typeren. De R staat voor regiogemeenten, maar de bestuurders zelf spreken ook wel van de Rebellenclub.
Zonder enige media-aandacht zijn Hoeksche Waard, Lansingerland, Land van Cuijk, Meierijstad, Nissewaard, Westerkwartier, Westland en Súdwest-Fryslân (met vier mogelijke nieuwe kandidaten in de komende jaren) met een pilotjaar van start gegaan. ‘De R8 heeft een officiële statuur. We zijn aan het werk, zonder dat bewust bekend te maken. Aan het eind van dit jaar kijken we hoe verder te gaan en weten we wat nodig is. We vinden het nu samen uit. We zijn geen exclusief gezelschap, maar zijn een open netwerk dat op zoek is naar verbinding en herkenning.’

Van kleiner naar groot
Door herindelingen ontstaan steeds meer meerkernige gemeenten. Die stellen qua oppervlakte en veel meer inwoners de publieke organisaties voor nieuwe vraagstukken. Van kleiner naar groot. De acht gemeenten vormen een buitencategorie qua omvang en bebouwing. Súdwest-Fryslân is met 908 vierkante kilometer zowel qua totaaloppervlakte (inclusief water) als landoppervlakte de grootste gemeente van Nederland. Getalsmatig zou een aantal van de R8-gemeenten bij de G40 kunnen thuishoren, zegt De Vries. Súdwest-Fryslân telt 90.000 inwoners, Westland heeft 112.000 inwoners en Spijkenisse in de gemeente Nissewaard ‘geldt als behoorlijke stedelijke kern’. Het verschil zit hem echter in het aantal inwoners per vierkante kilometer. ‘Dat brengt andere opgaven met zich mee’, aldus de voorzitter. Het gaat ook om wijzigingen van bestemmingsplannen en hogere onderhoudskosten bij wegen en water. ‘De P10 komt ook niet in aanmerking, want de R8 kent ook stedelijke kernen. Het gaat om een combinatie van stedelijkheid en platteland met veel kernen, een groot oppervlak en veel inwoners.’

Je zoekt partners waar je stappen mee kunt zetten

De R8 zoekt het in een eigen netwerk en neemt daarbij de herindeling als gemeenschappelijk vertrekpunt. ‘We zijn groot geworden. Hoe zorg je er dan voor dat je je opnieuw positioneert, zowel regionaal, provinciaal als landelijk en Europees? Daarom zoeken we elkaar op alle gemeentelijke niveaus op, dat werkt als een tierelier.’

Gelijksoortige gemeenten
Toen De Vries drieënhalf jaar geleden als burgemeester in Súdwest-Fryslân begon, dacht ze na over wat deze gemeente typeert, waar deze bij hoort en welke netwerken er in gemeenteland zijn. ‘Ik zocht partners en legde de vraag neer bij VNG-directeur Leonard Geluk. Ook hij adviseerde me om gelijksoortige gemeenten bij elkaar te zetten.’
De R8 is dit jaar als pilot gestart om te onderzoeken wat precies de gemeenschappelijke opgaven zijn, en hoe zich te positioneren. De acht zijn blij dat de VNG dit type netwerken ondersteunt. ‘Je zoekt partners waar je stappen mee kunt zetten. Met deze acht gemeenten hebben we een mooi landelijk netwerk te pakken. En het is goed dat we ook in VNG-verband de verbinding zoeken en kijken naar de opgaven.’ De R8 ziet een eigenstandige opgave weggelegd, wil kennis en inspiratie met elkaar delen, en elkaar stimuleren om de volgende stappen te zetten in de positionering. ‘We brengen onze specifieke opgaven ook onder de aandacht van het rijk.’
De woningbouw, momenteel voor bijna iedere gemeente een uitdaging, is voor de R8 ook een complex vraagstuk. De vraag is hoe je in zo’n groot gebied kunt zorgen voor een schaal van woningbouw die past bij de gemeenschap. De Vries: ‘Je wilt vitale kernen behouden, dus moet je kleinschaliger gaan bouwen. Dat brengt veel extra kosten met zich mee. Bouwen in een uitgestrekt gebied met veel kernen vraagt om een andere aanpak dan bouwen in stedelijk gebied met een opgave op enkel een paar vierkante kilometer.’

Fijnmazig systeem
Daarbij wil de gemeente ook de brede welvaart in stand houden. Uit recent onderzoek blijkt dat die in Súdwest-Fryslân hoog is. Volgens De Vries komt dat door het fijnmazige systeem aan voorzieningen. De vraag is wel hoe we dat voor de toekomst intact houden en hoe dat te combineren is met alle vraagstukken zoals de energie- en landbouwtransitie. ‘Het wordt een enorme opgave om alles te verduurzamen, voor goede verbindingen te zorgen en het openbaar vervoer betaalbaar te houden. Stedelijke uitdagingen kennen we ook, maar die zijn over veel meer kernen uitgesmeerd. In die zin zijn we als R8 echt anders, daarom is het goed dat we ons georganiseerd hebben. Het rijk zal in de rekenmodellen rekening met ons moeten houden.’

Je wilt vitale kernen behouden, dus moet je kleinschaliger gaan bouwen

De voorzitter realiseert zich dat de andere R8-leden ook andere opgaven hebben. De acht regiogemeenten zijn onderling eveneens ongelijksoortig en zitten in verschillende fases. Land van Cuijk bijvoorbeeld bestaat pas per 1 januari van dit jaar, terwijl Súdwest-Fryslân inmiddels al tien jaar bestaat. Platform31 is ingehuurd om te helpen bij het vinden van de gemeenschappelijke opgave en haalt daarvoor informatie in de omgeving van de gemeenten op.

Gelaagdheid
Gemeenten die net uit een herindeling komen, zijn gefocust om de boel op orde te krijgen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het op peil houden van het voorzieningenniveau. De Vries stelt dat er toch echt meerdere jaren nodig zijn om zo’n transitie te maken. ‘Daar moet je met de hele organisatie doorheen.’ Vervolgens is het van belang om te leren schakelen op de verschillende niveaus, de ene keer dichtbij in de wijk, de andere keer in regioverband, landelijk of Europees als een robuuste gemeente. ‘Met die gelaagdheid word je een robuuste gemeente, zeker met een formaat als dat van de regiogemeenten.’
Súdwest-Fryslân is als langst bestaande regiogemeente in het voordeel en wil de andere gemeenten graag ten dienste zijn. De gemeente werkt bijvoorbeeld al langer met het kernenbeleid om de verbinding met de mienskip – de onderlinge verbondenheid die wordt ingezet om de gemeenschap te beschermen – te behouden. Daarnaast kan deze gemeente andere iets leren over het functioneren van burgerparticipatie. De Vries: ‘We staan er om bekend dat we onze contacten in de mienskip zo goed georganiseerd hebben.’
De Vries tekent daarbij aan dat haar gemeente niet het wiel heeft uitgevonden. Westerkwartier bijvoorbeeld deelt binnen de R8 informatie over hun aanpak qua analyseren van de financiën. Hoeksche Waard doet dat over opgavegestuurd werken. Andere R8-leden ontwikkelen beleid voor de landbouwtransitie. ‘Het gaat erom wat we onderling van elkaar kunnen leren. Dat zijn we op dit moment ook in een ambtelijke werkgroep aan het verkennen. Iedereen omarmt het initiatief, omdat we de herkenning bij elkaar bespeuren. We denken over dezelfde thema’s na en willen de sprong maken om ons als grotere gemeente te positioneren, regionaal en landelijk. We hebben als R8 veel te bieden.’

Mooie stappen
Dan gaat het onder meer over burgerbetrokkenheid waarmee Súdwest-Fryslân mooie stappen heeft gezet rond de energietransitie. Er is een burgerforum ingericht dat heeft geholpen om stappen te maken met energiecorporaties en windmolenparken. ‘Die ervaring wordt ook in Kamerstukken genoemd als voorbeeld om inwoners mee te nemen.’ De Vries concludeert dat het ondanks de gemeentegrootte gelukt is de fijnmazigheid te behouden. ‘We staan nog steeds dicht bij de inwoners. Dat is het vakmanschap van dit type gemeente. We hebben een methode ontwikkeld om inwoners mee te nemen bij een ingewikkelde transitie.’
Súdwest-Fryslân kent een krachtige samenleving. Vanuit die kracht zijn veel energiecorporaties opgericht. ‘Die krijgen de ruimte om de transitie op hun schaal vorm te geven. Dat werkt hier erg goed. Geef ruimte en vertrouwen als gemeente, doe de voorinvestering die gaat renderen. Dat is iets wat het rijk van ons kan leren.’
De gemeente is momenteel bezig met een proeftuin om met aquathermie warmte uit oppervlaktewater te halen. Dit initiatief is in een klein dorp van onderop ontstaan. ‘Die dorpsbewoners zijn expert geworden op dat gebied. Geef die ruimte als overheid, dan komt het met het draagvlak wel goed. Bij de ontwikkeling van de omgevingsvisie met de inwoners kwam de suggestie naar voren om de global goals in te bedden. Dat leverde een landelijke prijs op als meest innovatieve gemeente. ‘Een mooi voorbeeld van klein beginnen, met daarbij wel de blik ook op Europa en de grote vraagstukken gericht.’

Heeg proeftuin Programma Aardgasvrije Wijken

Het rijk kende dit voorjaar 4 miljoen euro toe aan Súdwest-Fryslân voor het project Warm Heeg, een burgerinitiatief dat zich inzet om met aquathermie van Heeg een aardgasvrij dorp te maken. Met de toekenning wordt Heeg een officiële proeftuin binnen het landelijk Programma Aardgasvrije Wijken.

Zie: aardgasvrijewijken.nl