VNG Magazine nummer 11, 1 juli 2022

Tekst: Paul van der Zwan en Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Corné Houwaard

In een speech vol verwijzingen naar de plantveredelingsindustrie – groot in Westfriesland –  uitte VNG-voorzitter Jan van Zanen stevige woorden richting het rijk. Gemeenten doen hun best, zei hij, ‘om als bezige bijen door bestuiving duizend bloemen te laten bloeien, maar ondertussen spuit de rijksimker rook in onze ogen en wordt de honing uit onze raten geschraapt’. Gemeenten willen vóór Prinsjesdag duidelijkheid over de financiële situatie na 2026.
 

Jan van Zanen

Van Zanen bracht in zijn jaarrede op de Algemene Ledenvergadering van de VNG, woensdag in het Westfriese Hoorn, in herinnering dat hij het nieuwe kabinet bij zijn aantreden begin dit jaar een ‘valse start’ verweet. Er wordt inmiddels met minister Hanke Bruins Slot van Binnenlandse Zaken gesproken over de positie van gemeenten. Van Zanen: ‘Maar ondanks intensief overleg ziet het financiële plaatje er nog steeds niet bemoedigend uit. En dat mag niet lang meer duren.’
Het nieuwe kabinet trekt extra geld uit voor gemeenten, maar alleen voor de loop van deze kabinetsperiode. Het coalitieakkoord stelt met ingang van 2026 een nieuwe financieringssystematiek in het vooruitzicht. Aangezien die nieuwe systematiek nog uitgewerkt moet worden, kiest het kabinet ervoor om het accres 2022-2025 van het coalitieakkoord niet door te vertalen naar 2026.

Flink gat
Vanaf 2026 ontstaat er daardoor een ‘flink gat in het gemeentefonds’, zei Van Zanen in zijn toespraak. Eerder sprak hij ook al van een ‘financieel ravijn’. Die slechte financiële vooruitzichten leiden tot onzekerheid bij gemeenten, ook in de lokale coalitieonderhandelingen, waar, zei Van Zanen, ‘soms al maanden geworsteld wordt met de vraag waar te bezuinigen en welke langjarige investering uit te stellen.’ Van Zanen: ‘Alleen een duidelijke koers van het kabinet kan de nieuwe colleges helpen om op die vragen een goed antwoord te geven. Want bij taken horen knaken.’

Resolutie
Tijdens de ALV is ook een resolutie van het VNG-bestuur aangenomen waar gemeenten van het kabinet eisen dat er uiterlijk aankomende Prinsjesdag duidelijkheid komt over de financiële ruimte na 2026. Dat jaar lijkt ver weg, maar coalities maken doorgaans afspraken voor minstens vier jaar. Dat is moeilijk met financiële onduidelijkheid op langere termijn. De VNG wijst er tevens op dat colleges en raden de wettelijke verplichting kennen om een begroting op te stellen die meerjarig in evenwicht is.
Op de ALV stemde 99,65 procent van de gemeenten in met het standpunt. In haar eigen toespraak zei minister Bruins Slot in een reactie ‘scherp voor ogen’ te hebben dat er ‘in september duidelijkheid moet komen’.
Gemeenten nodigen daarnaast op korte termijn een kabinetsdelegatie uit voor overleg over een gezamenlijke aanpak van grote maatschappelijke opgaven als bestaanszekerheid, tweedeling en gezondheid, energietransitie, woningbouw en circulaire economie.
Om hun rol daarin in te vervullen, hebben gemeenten genoeg financiële middelen nodig. Daaraan schort het volgens de VNG-notitie Uitwerking Regeerakkoord en gevolgen voor gemeenten, die op de agenda stond van de ledenvergadering. Daarin schetst de VNG tevens de voortgang van de gesprekken met het kabinet en geeft ze een toelichting op de voorjaarsnota van het kabinet.

Vluchtelingen
Van Zanen besteedde in zijn speech ook aandacht aan de vluchtelingencrisis. Gemeenten lopen ‘zich het vuur uit de sloffen’, zei hij, terwijl de opvang ‘nota bene’ een rijkstaak is. ‘Gemeenten vangen inmiddels meer vluchtelingen op uit Oekraïne dan het COA aan asielzoekers. Dat doen we voor een groot deel met onze eigen mensen, die zich soms over de kop werken om dit allemaal voor elkaar te krijgen. Dat is moeilijk vol te houden, de rek is eruit.’
Lokale overheden willen graag helpen, maar dan met ‘voldoende middelen en mensen’. Het rijk moet dus de portemonnee trekken, zei hij met een verwijzing naar de aangenomen resolutie. ‘Je kunt niet doodleuk in de ochtend onze medewerking vragen bij de uitvoering van een rijkstaak en ons dezelfde middag bij een bestuurlijk overleg even gemakkelijk naar het financieel ravijn verwijzen.’
Van Zanen: ‘Als het kabinet niet doet wat het moet doen, houden wij op om te doen wat we niet meer kunnen. Niet omdat we het niet meer zouden willen, maar omdat we het dan gewoonweg niet meer kunnen.’ 
De VNG-voorzitter zei verder dat gemeenten graag ‘een stap naar voren’ willen zetten. Gemeenten hebben als eerste overheid een ‘unieke positie’, als ogen en oren en als handen en voeten van de ene overheid. ‘De taak van het rijk is dan om daarvoor de randvoorwaarden te creëren. Wij zetten een stap vooruit, het rijk zet een stap terug.’