Gendersensitief werken bij de aanpak van geweld: een bundeling van kennis en praktische tools
Gendersensitiviteit is cruciaal om geweld in de privésfeer effectief aan te pakken. Het is een veelbesproken onderwerp en er zijn tal van voorlichtingsmaterialen en handreikingen ontwikkeld. Tegelijkertijd leven er nog vragen bij regionale en lokale beleidsmakers en professionals over hoe gendersensitiviteit geïntegreerd kan worden in de dagelijkse praktijk.
Daarom hebben 12 kennisinstituten, maatschappelijke organisaties, gemeenten en professionals de handen ineengeslagen en het belang van gendersensitief beleid en de beschikbare kennisdocumenten nog eens kort samengevat. Verdieping en verdere onderbouwing zijn toegelicht in de individuele bronnen.
Dit artikel is door het College van de Rechten van de Mens en Avans Hogeschool samengesteld in samenwerking met de VNG, Valente, Regioplan, Atria, Augeo, Movisie, Kadera, Blijf Groep en een aantal gemeenten.
Wat bedoelen we eigenlijk met ‘gender’?
Gender verwijst naar rollen en verwachtingen die we van mannen en vrouwen hebben. Bij gender gaat het dus niet om biologische verschillen, maar om de maatschappelijke interpretatie van mannelijke en vrouwelijke rollen. Genderrollen zijn historisch gegroeid, cultureel bepaald en afhankelijk van een specifieke sociaaleconomische, politieke en culturele context.
Bij zowel gender als sekse is er sprake van veel variaties (bijvoorbeeld man, vrouw, transgender, non-binair en intersekse) en seksuele oriëntatie (lesbisch, homoseksueel, biseksueel, hetero, aseksueel, etc.).
Welke rol speelt gender bij geweld in de privésfeer?
In elke samenleving heersen normen over hoe mannen en vrouwen zich horen te gedragen. Deze normen zijn vaak gebaseerd op traditionele denkbeelden en rolpatronen. Een voorbeeld van zo’n norm is ‘mannen zijn stoer en vrouwen zijn zorgzaam’. Deze normen hebben een grote invloed op de maatschappij. Bijvoorbeeld: de dominantie van het zogeheten ‘anderhalfverdienersmodel’, waarbij zowel mannen als vrouwen de verantwoordelijkheid om fulltime betaald werk te verrichten vooral bij de man neerleggen. Doordat deze normen van jongs af aan en vanuit verschillende contexten telkens weer worden bevestigd, voelen ze als natuurlijk aan en ontstaan genderstereotypen: algemene beelden over wat ‘mannelijk’ en wat ‘vrouwelijk’ is.
Bekijk de animatie Genderstereotypering - Uit het keurslijf! van kennisinstituut Atria of lees verder over de invloed van genderstereotypen op de levensloop (pdf, 3 MB).
Genderstereotypen op verschillende manieren voedingsbodem voor geweld in privésfeer
Ten eerste veroorzaken genderstereotypen ongelijkheid tussen mannen en vrouwen doordat in de meeste samenlevingen, inclusief de Nederlandse, ‘mannelijke’ eigenschappen in het algemeen hoger gewaardeerd worden dan ‘vrouwelijke’ eigenschappen. Een voorbeeld van genderongelijkheid is het gevoel dat bij mannen kan spelen van ‘eigendom over vrouwen’, wat een belangrijke rol speelt bij intieme terreur en femicide. Vrouwen zijn veel vaker slachtoffer van dwingende controle en ernstig geweld, waaronder seksueel geweld.
Lees de literatuurstudie Huiselijk geweld verklaard vanuit genderperspectief (pdf, 263 kB) van Regioplan, Movisie en Atria en de Analyse gender en huiselijk geweld (pdf, 706 kB) van Regioplan.
Bekijk de Augeo Magazine Special Gender en huiselijk geweld en hun animatie De rol van gender bij partnergeweld.
Bekijk de video Geweld tegen vrouwen uitgelegd van het College voor de Rechten van de Mens.
Lees het onderzoek Het patroon van dwang en controle is genderspecifiek (pdf, 646 kB) van het Verwey Jonker Instituut.
Geweld in de privésfeer komt voort uit genderongelijkheid, maar het houdt de genderongelijkheid ook in stand. Zo zijn vrouwen vaker economisch afhankelijk van hun partners en hebben zij hierdoor minder toegang tot alternatieve middelen om een gewelddadige relatie te verbreken. Daarnaast moeten slachtoffers vanwege de impact van het geweld vaak (tijdelijk) stoppen met werken. Bovendien kan geweld in de privésfeer gepaard gaan met vormen van economisch geweld, waarbij de gewelddadige partner de toegang tot werk of inkomen belemmert.
Lees het onderzoek naar het verband tussen economische zelfstandigheid van vrouwen en het risico op partnergeweld van Atria.
Ten tweede zijn genderstereotypen sturend in wat een man of vrouw ‘hoort te doen’. Wanneer iemand van de norm afwijkt, kan de maatschappij hen als minderwaardig beschouwen en kan dit een voedingsbodem zijn voor geweld. Zo plegen mensen die genderstereotype opvattingen hebben over rollen en seksualiteit eerder geweld tegen mensen die afwijken van de norm dan mensen die geen genderstereotype opvattingen hebben. Daarnaast is er in het stereotype beeld van ‘mannelijkheid’ weinig ruimte voor slachtofferschap en heerst er een taboe op mannelijke slachtoffers van geweld in de privésfeer. Met als gevolg dat voor alle vormen van geweld geldt dat mannelijke slachtoffers er minder over praten en ze minder vaak passende hulp krijgen.
Lees de factsheets over de relatie tussen genderstereotype opvattingen en geweld van Atria en Rutgers (2019)(pdf, 129 kB) en Atria, Rutgers en COC (2023)(pdf, 1,4 MB).
Lees het onderzoek IMAGES. Ervaringen, gedrag en genderopvattingen van mannen in Nederland (pdf, 5,3 MB) van Emancipator.
Lees het Mannenmishandeling Magazine, opgesteld door Kadera, Moviera, Blijf Groep, Sterk Huis en KesslerPespektief.
Tot slot speelt het binaire onderscheid tussen mannen en vrouwen nog steeds een grote rol in onze samenleving en worden leden van de lhbti+-gemeenschap daardoor met grote regelmaat geconfronteerd met het oordeel van anderen over de mate waarin zij wel of niet in het ‘mannelijke’ of ‘vrouwelijke’ hokje passen. Ook bij geweld in de privésfeer kan de gevoelsmatige ‘afwijkende’ seksuele oriëntatie of genderidentiteit van een kind, partner of familielid een voedingsbodem zijn.
Lees de rapportage Onzichtbaar in twee werelden. Hulpverlening voor transgender slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling (852 kB) van Atria.
Lees lhbti+ en huiselijk en seksueel geweld. Risicofactoren, hulpverlening en preventie (452 kB) van Significant Public en het Verwey-Jonker Instituut.
Lees de handreiking Onzichtbaar geweld. Lhbti+ en huiselijk geweld (598 kB) van Movisie.
Lees het verkennend onderzoek naar (ex-)partnergeweld onder lhbti+ jongeren (pdf, 871 kB) van Rutgers, Atria en COC Nederland.
Wat is ‘gendersensitief werken’ en waarom is het nodig?
Gender is onderdeel van het complex van oorzaken dat bijdraagt aan het ontstaan en voortduren van geweld in de privésfeer. Een effectieve aanpak tegen geweld focust op wegnemen of beïnvloeden van de oorzaken. Daarmee is gender een essentieel onderdeel van de aanpak van geweld in de privésfeer. Gendersensitief werken houdt in dat je als organisatie bewust bent en rekening houdt met (stereotype) gendernormen en de verschillen in macht, afhankelijkheid en wederzijdse verwachtingen die hieruit voortkomen.
Ook internationale verdragen, zoals het Verdrag van Istanbul onderstrepen dat geweld tegen vrouwen voortkomt uit genderongelijkheid en dat geweld tegen vrouwen genderongelijkheid in stand houdt. Nederland heeft zich door ratificatie van dit verdrag gecommitteerd aan een reeks verplichtingen over, onder meer, de preventie van geweld tegen vrouwen en de bescherming en ondersteuning van slachtoffers. Een kernverplichting is om een genderperspectief te hanteren bij de uitvoering en toetsing van de gevolgen van het verdrag. Dit houdt in dat een genderperspectief toegepast moet worden bij de aanpak van alle fases van geweld in de privésfeer: de preventie, signalering en analyse, het stoppen en aanpakken van geweld, en bij herstel en nazorg.
Lees de factsheet Het verdrag van Istanbul (pdf, 118 kB) dat door de VNG is opgesteld.
Hoe past gendersensitief werken bij het wegnemen van het ‘stereotype slachtofferschap’?
Vrouwen en lhbti+ personen hebben door heersende gendernormen een groter risico om geweld in de privésfeer mee te maken, maar dat betekent niet dat zij nooit dader zijn. Of dat mannen nooit slachtoffer zijn. Ook aan het geweld tegen mannen kunnen gendernormen ten grondslag liggen. Daarnaast staan gendernormen de (h)erkenning van mannen als slachtoffer in de weg. Door gendersensitief te werken word je jezelf ook bewust van deze stereotypen en krijg je inzicht over gender en alle bijbehorende gedragsnormen. Om geweld in de privésfeer aan te pakken voor alle slachtoffers, is gendersensitiviteit cruciaal.
Hoe past gendersensitief werken in de Visie Gefaseerd Samenwerken?
De visie gefaseerd samenwerken aan veiligheid beschrijft een aanpak in 3 fases. In elke fase kan gendersensitief gewerkt worden:
Directe veiligheid: in beeld brengen wie welk onveilig, gewelddadig, verwaarlozend en/of misbruikend gedrag tegen wie, wanneer en hoe, in welke situaties pleegt, met welke schadelijke effecten, en welke daarvan het eerst aandacht behoeven voor een resultaat op korte termijn. Onderkennen van patronen van gewelddadig, controlerend, bedreigend en dwingend gedrag zijn van belang om een effectief veiligheidsplan met en voor ieder van de partners te maken. Aandacht voor gendergerelateerde patronen als oorzaak van de onveiligheid mag daarbij niet ontbreken.
Stabiele veiligheid: gezamenlijke analyse maken van alle onderliggende problemen/risicofactoren (maatschappelijk, relationeel, individueel en gendergerelateerde aspecten). De socialisatie van de directbetrokkenen, daaruit voortvloeiende opvattingen over gender en verschillen in macht en afhankelijkheid kunnen een onderliggende risicofactor vormen die de onveiligheid in stand houdt. Deze risicofactoren krijgen een plek in deze analyse om stabiele veiligheid te realiseren.
Herstel: werken aan het verminderen of wegnemen van uit gender voortvloeiende ongelijkheden in macht en afhankelijkheid die verdere persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie van de leden van het systeem belemmeren. In deze fase wordt ook kritisch naar de rol van het sociale netwerk gekeken te worden: houdt dat de ongelijkheid in stand of kan het juist worden ingezet om die te verkleinen?
Vanuit het programma Geweld Hoort Nergens Thuis is in lijn met de visie gefaseerd samenwerken aan veiligheid (pdf, 393 kB) de handreiking Naar een effectieve aanpak van huiselijk geweld! Gendersensitiviteit bij de uitvoering van de gemeentelijke taken (pdf, 281 kB) door Regioplan opgesteld.
Wat kan ik als beleidsmaker doen om gendersensitief werken te bevorderen?
Om het risico op geweld in privésfeer te verkleinen, is het onder andere nodig om genderongelijkheid tegen te gaan. In de preventie van geweld is het daarom van belang dat de gemeente toeziet of er in het door hen opgestelde beleid en de uitvoering van beleidsmaatregelen voldoende rekening gehouden wordt met gender en niet (onbedoeld) genderongelijkheid in stand houdt of vergroot.
Met de training Genderscan voor beleid van Atria kunnen beleidsmakers het lokale en regionale beleid toetsen op gendergelijkheid.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een integrale aanpak van geweld in de privésfeer. Gendersensitief werken begint met het erkennen dat gender onderdeel is van het complex van oorzaken van geweld in de privésfeer. Dit betekent dat de regiovisies de gendergerelateerde aard van geweld in de privésfeer erkennen en als uitgangspunt nemen. Dit leidt tot een gendersensitieve aanpak in de uitvoering.
In de bijlage van het rapport Naar een gendersensitieve aanpak van partnergeweld van het College voor de Rechten van de Mens staat een aantal goede voorbeelden van regiovisies waarin gendersensitief werken is opgenomen en uitgewerkt.
Als beleidsmaker heb je een belangrijke rol in een effectieve en gendersensitieve aanpak van geweld in de privésfeer. Zoals de samenwerking stimuleren tussen verschillende beleidsdomeinen in preventie van genderongelijkheid en de aanpak van geweld. Daarnaast bevorder je als opdrachtgever, of vanuit een subsidierelatie, een (meer) gendersensitieve ketenaanpak van geweld in de privésfeer. Denk daarbij aan:
Stimuleren van regionale ketenpartners om seksespecifieke data te verzamelen en/of om de dynamiek van het geweld te registreren (wie pleegt in deze relatie welk geweld, op welk moment, tegen wie, hoe en met welke gevolgen?).
Stimuleren en/of financieren van deskundigheidsbevordering over gendersensitiviteit bij netwerkpartners op lokaal niveau.
Met Veilig Thuis afspraken maken dat zij genderaspecten als uitgangspunt meenemen in hun risicoanalyse.
Met regionale en netwerkpartners afspraak maken dat zij rekening houden met genderaspecten in hun hulpverlening en rekening houden met genderaspecten.
Het College voor de Rechten van de Mens heeft voor gemeenten een checklist gendersensitief beleid tegen partnergeweld ontwikkeld en een gids voor gemeenten over opvang voor slachtoffers als mensenrecht.
Lees ook de handreiking voor gemeentelijk beleid en opdrachtgeverschap van Regioplan, Movisie en Atria.
Wat kan ik als professional doen om gendersensitief werken te bevorderen?
Gendersensitief werken houdt in dat je oog hebt voor de verschillen in macht, afhankelijkheid en wederzijdse verwachtingen die hieruit voortkomen inzichtelijk worden gemaakt. Soms betekent dit anders naar de situatie kijken, soms betekent het andere vragen stellen. Zoals: Welke patronen in de dynamiek tussen pleger en slachtoffer zijn zichtbaar? Vindt er dwang en controle binnen (partner)relaties plaats? Is er binnen de (partner)relaties sprake van macht en (on)gelijkheid?
Vanuit het programma Geweld Hoort Nergens Thuis heeft Regioplan de handreiking Gendersensitief handelen bij huiselijk geweld (pdf, 442 kB) ontwikkeld. In de handreiking zijn casuïstiekbesprekingen in het kader van opleiding, training, intervisie of themabijeenkomsten opgenomen.
Gender speelt op verschillende niveaus. In een gendersensitieve aanpak van geweld worden zowel het individuele (zelfbeeld), relationele (relatiepatronen), sociale (regels en verwachtingen) en maatschappelijke niveau (normen en waarden) meegenomen.
De handreiking Voorbij vooroordelen en stereotypes (pdf, 197 kB) van Regioplan, Movisie en Atria beschrijft voor elk niveau de manier waarop gender het geweld kan veroorzaken of in stand houden en is voorzien van enkele concrete tips aan professionals.
Het landelijk netwerk vrouwen- en mannenopvang van Valente ontwikkelde een factsheet en handreiking voor leden om vast te stellen op welke onderdelen de gendersensitieve aanpak versterkt kan worden.
Om gendersensitief werken in de praktijk te brengen, is kennis over de relatie tussen gender en geweld in de privésfeer de belangrijkste voorwaarde. Daarnaast ben je bewust van de manier waarop je eigen opvoeding, omgeving en ervaring jouw beeld van gender in geweld in de privésfeer kleurt.
In de Masterclass Gendersensitieve aanpak van HGKM: wat ga je nu echt zien als je beter kijkt? van Regioplan en Wilde Kastanje wordt op basis van casuïstiek besproken welke rol gender kan spelen in het ontstaan en voortduren van geweldsituaties en hoe professionals hierop in kunnen spelen.
Is gendersensitief werken nog nodig wanneer je al systeemgericht werkt?
Bij systeemgericht werken staan de relatiedynamiek tussen de leden van het (gezins-)systeem, de onderliggende patronen en risicofactoren die daarbij een rol spelen centraal. Omdat gender een van de factoren is die de relatiedynamiek beïnvloeden, is het juist in het systeemgericht werken belangrijk om expliciet aandacht te besteden aan gender. Daarom is het van belang dat professionals in de aanpak van geweld in de privésfeer kennis hebben over de relatie tussen gender en geweld en de methodieken van systeemgericht werken gendersensitief kunnen toepassen.
In samenwerking met Geweld Hoort Nergens Thuis schreef Regioplan een handreiking voor Gendersensitief systeemgericht werken (pdf, 187 kB).
Hoe meer aandacht voor gender in beleid en uitvoering, en voor de relatie tussen oorzaken bij het voorkomen en aanpakken van het geweld, hoe groter de kans dat dit geweld effectief bestreden wordt.
In opdracht van het programma GHNT – in samenwerking met de VNG en de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen – worden 5 regio’s (Gelderland-Zuid, Groningen, Haaglanden, West-Brabant en Zuid-Holland-Zuid) ondersteund bij de ontwikkeling van een regionale aanpak van seksueel geweld. Er is weinig tot geen zicht op de aard en omvang van seksueel geweld en informatie over de slachtoffers en plegers op regionaal (en lokaal) niveau. Dit bemoeilijkt het opstellen van een effectieve regionale aanpak en de keuzes om in te zetten op de juiste interventies.
Zicht op aard en omvang van seksueel geweld in de regio
Regioplan is gevraagd om voor deze pilotregio’s een instrument te ontwikkelen dat, op basis van bestaande data, zicht geeft op de aard en omvang van seksueel geweld in de regio. Hiervoor zijn zowel landelijke als regionale databronnen geraadpleegd. De inzichten uit deze verschillende databronnen zijn samengebracht in één instrument per regio.
Hoewel in het ontwikkeltraject is gebleken dat (over sommige indicatoren) nog weinig informatie beschikbaar is, is met de instrumentontwikkeling een eerste stap gezet in het bijeen brengen van regionale informatie. De instrumenten bevatten informatie over:
- de prevalentie van seksueel geweld (bijvoorbeeld aantal meldingen)
- kenmerken van het geweld (bijvoorbeeld vorm, setting)
- kenmerken van slachtoffers (bijvoorbeeld sekse, leeftijd, seksuele oriëntatie)
- kenmerken van plegers (bijvoorbeeld sekse, leeftijd)
De instrumenten kunnen door de regio’s ingezet worden voor het aanscherpen van de regionale aanpak. Zo kunnen de cijfers over de aard en omvang richting geven voor de speerpunten in de aanpak en in te zetten interventies, maar ook ingezet worden voor monitoring, evaluatie en sturing. Daarnaast kan het instrument bijdragen aan het agenderen van de urgentie van de problematiek.
Intieme terreur is een ernstige vorm van partnergeweld die gekenmerkt wordt door een patroon van controle en dwang. Dit kan zich uiten in het isoleren, vernederen en intimideren van de partner tot ernstig fysiek en seksueel geweld. Ook kan het gaan om controle van de financiën en dreigementen.
Factsheet
In de Factsheet Intieme terreur (pdf, 203 kB) leest u wat u hierover moet weten, wat u moet doen of juist niet, wat de kenmerken zijn en welke rode vlaggen kunnen duiden op escalatie van geweld of zelfs een fatale afloop.
Intieme terreur wordt vaak niet herkend. Doel van de factsheet is om aan een breed publiek van professionals in het domein van zorg en veiligheid, maar ook bijvoorbeeld onderwijs en sportverenigingen toe te lichten wat intieme terreur is. De publicatie is ontwikkeld in opdracht van het programma Geweld hoort nergens thuis.
Het lukt ouders in Nederland de afgelopen jaren steeds vaker om kindermishandeling thuis te stoppen, dankzij verbeteringen in professionele hulp en ondersteuning. Maar om de cirkel van geweld te doorbreken is allereerst nodig dat we veilig kunnen praten over onveiligheid.
Dat geldt ook voor kinderen. Praten over thuis, zonder te oordelen, maakt mogelijk dat kinderen en ouders die kampen met frustraties, onmacht, spanningen en/of onveiligheid in huis de juiste steun of hulp krijgen om samen het geweld structureel te stoppen. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan.
Handvatten voor scholen en gemeenten
De gids Ieder kind geïnformeerd (pdf, 1,4 MB) geeft handvatten voor scholen en gemeenten om op scholen het gesprek met kinderen hierover mogelijk te maken, en is gemaakt op basis van ervaringen van slachtoffers uit het verleden en wetenschappelijke inzichten. De gids is gemaakt in opdracht van het programma Geweld hoort nergens thuis. Zie ook:
Uitwisseling voorafgaand aan de inspiratiesessie met de klankbordregio’s (pdf, 2 MB)
Dankzij Sneller Thuis hebben instellingen voor vrouwenopvang tools in handen om de verblijfduur van cliënten in de opvang te verkorten.
Vrouwenopvang-instelling Moviera startte het experiment en realiseerde hiermee een verkorting van de verblijfsduur met 6 weken. Sneller Thuis werd vervolgens via een verkorte werkwijze onder begeleiding van Moviera uitgerold bij 5 andere instellingen voor vrouwenopvang. De tools omvatten een handreiking, een checklist doorstroom, een praatplaat en een online platform en zijn opgenomen in de kennisbank van Valente.
Sneller Thuis was een praktijkexperiment vanuit het programma Geweld hoort nergens thuis (GHNT).
Verschillende gemeenten schatten de inzet van ervaringsdeskundigen al op waarde, maar zijn soms nog zoekende hoe dit vorm te geven, zeker bij de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het blijkt vaak nog een onontgonnen terrein. Gemeenten weten niet altijd hoe de samenwerking aan te gaan en waar ze ervaringsdeskundigheid kunnen vinden.
De herziene versie van de Handreiking Samen deskundig (pdf, 1,7 MB) bespreekt en belicht de samenwerking tussen gemeenten en ervaringsdeskundigen van huiselijk geweld en/of kindermishandeling.
Inspiratie en handvatten
De handreiking laat de mogelijkheden voor samenwerking tussen gemeenten en ervaringsdeskundigen zien, en geeft achtergrondinformatie over de specifieke elementen die kenmerkend zijn voor huiselijk geweld en kindermishandeling zoals afhankelijkheid, ongelijke machtsverhoudingen, schaamte en geheimhouding.
Het doel van deze handreiking is tweeledig:
- Gemeenten enthousiast maken en inspireren om (vaker) samen te werken met ervaringsdeskundigen bij de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling en organisaties in hun gemeente/regio stimuleren om ervaringsdeskundigen in te zetten in de uitvoering.
- Gemeenten concrete handvatten bieden voor het vormgeven van deze samenwerking.
Bouwstenen voor het plegeraanbod
Uit de quickscan Focus op ‘de pleger’ – deel van het geheel (pdf, 356 kB) zijn een aantal succesfactoren naar voren gekomen. Deze succesfactoren vormen de basis voor bouwstenen voor het plegeraanbod in het vrijwillig kader huiselijk geweld en kindermishandeling voor (centrum)gemeenten en GHNT-regio's.
Deze bouwstenen faciliteren regio’s en gemeenten om dit (tot nu toe nog onderbelichte) deel van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling vorm en inhoud te geven. Daarnaast bieden de bouwstenen inzicht in wat er in Nederland aan aanbod is te vinden op het gebied van plegeraanpak.
Vrijwillige interventies
De bouwstenen verwoorden vanuit plegerperspectief de succesfactoren en goede voorbeelden. Ze zijn bedoeld ter vergroting van de beschikbaarheid van een geïntegreerd aanbod voor (vermoedelijke) plegers van huiselijk geweld en kindermishandeling die niet (of nog niet of nadat ze) strafrechtelijk zijn vervolgd voor hun acties.
Daarmee ligt de focus op vrijwillige interventies voor plegers met aandacht voor overlap- of overgangsgebieden tussen vrijwillig en straf en omgekeerd. De bouwstenen sluiten aan bij het Kwaliteitskader Werken aan veiligheid voor lokale (wijk)teams en gemeenten dat de VNG eind 2019 heeft vastgesteld.
Systeemgerichte blik
De problematiek van plegers wordt in deze bouwstenen geplaatst in het bredere kader van de relaties, relatiedynamiek en patronen tussen alle betrokkenen in het cliëntsysteem. Alle factoren die leiden tot het ontstaan en voortduren van het geweld hebben aandacht nodig.
Het gaat in de bouwstenen om een zeer diverse groep van volwassen mannen en vrouwen (vaak ook vaders en moeders, adolescenten en volwassen kinderen) en (ex) partners. Onze eigen vaak te smalle opvattingen van wie en wat een pleger is, kan er toe bijdragen dat we schadelijk gedrag (de onveiligheid) over het hoofd zien. Een systeemgerichte blik voor alle plegers levert een bijdrage aan het stoppen van geweld en aan duurzame veiligheid.