Gender is onderdeel van het complex van oorzaken dat bijdraagt aan het ontstaan en voortduren van huiselijk geweld en kindermishandeling (HGKM). Wil je effectief handelen bij deze problematiek, dan werk je aan het wegnemen of beïnvloeden van de oorzaken: dat betekent dat je ook aandacht aan gender moet besteden. In de praktijk blijkt dat niet voor elke professional even gemakkelijk.
De betekenis van gendersensitiviteit
Onder gendersensitiviteit verstaan we aandacht besteden aan opvattingen, rolpatronen, verwachtingen die we als samenleving verbinden aan man- en vrouw-zijn en ongelijkheden in macht en afhankelijkheid die daaruit voortvloeien. Maar ook kijken naar het effect daarvan op individuen, op de manier waarop ze naar zichzelf kijken, op relaties en op hoe partners naar elkaar kijken.
Gendersensitiviteit betekent je bewust zijn van de druk die de maatschappij (o.a. ook door de invloed van sociale media) en sociale netwerken (kunnen) leggen op partners en hun onderlinge relaties. En tot slot aandacht hebben voor de relatie van dat alles met conflicten en geweld in afhankelijkheidsrelaties
Hulpmiddelen
In samenwerking met Regioplan maakte het programma Geweld hoort nergens thuis (GHNT) 3 hulpmiddelen om gendersensitief te werken bij het eerder in beeld krijgen van huiselijk geweld en kindermishandeling, het te stoppen en structureel op te lossen.
- De handreiking voor casuïstiekbespreking (pdf, 493 kB) in het kader van opleiding, training, intervisie of themabijeenkomsten. Deze handreiking is bedoeld voor alle professionals die een rol spelen in de aanpak van HGKM.
- Aandachtspunten voor gendersensitivitei (pdf, 281 kB) bij de uitvoering van gemeentelijke taken. Als gemeente hebt je verschillende rollen binnen de aanpak van HGKM. Hoe stuur je vanuit die rollen op gendersensitiviteit?
- De publicatie Gendersensitief systeemgericht werken (pdf, 187 kB). Bij systeemgericht werken staan de relatiedynamiek tussen de leden van het (gezins-)systeem, onderliggende patronen en risicofactoren die daarbij een rol spelen centraal. Opvattingen over man- en vrouwzijn (gender) en daaruit voortvloeiende ongelijkheden maken onderdeel uit van de patronen en risicofactoren waar een systeemgerichte aanpak mee aan de slag hoort te gaan.
Niet los van elkaar
De 3 hulpmiddelen hebben direct met elkaar te maken en zijn het meest effectief als ze ook in combinatie met elkaar worden gebruikt. Iedereen heeft gender vooroordelen en rolverwachtingen. We zijn immers een product van de samenleving. Maar in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling is het belangrijk dat we deze vooroordelen, aannames en verwachtingen herkennen en uitdagen.
In opdracht van het programma GHNT – in samenwerking met de VNG en de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen – worden 5 regio’s (Gelderland-Zuid, Groningen, Haaglanden, West-Brabant en Zuid-Holland-Zuid) ondersteund bij de ontwikkeling van een regionale aanpak van seksueel geweld. Er is weinig tot geen zicht op de aard en omvang van seksueel geweld en informatie over de slachtoffers en plegers op regionaal (en lokaal) niveau. Dit bemoeilijkt het opstellen van een effectieve regionale aanpak en de keuzes om in te zetten op de juiste interventies.
Zicht op aard en omvang van seksueel geweld in de regio
Regioplan is gevraagd om voor deze pilotregio’s een instrument te ontwikkelen dat, op basis van bestaande data, zicht geeft op de aard en omvang van seksueel geweld in de regio. Hiervoor zijn zowel landelijke als regionale databronnen geraadpleegd. De inzichten uit deze verschillende databronnen zijn samengebracht in één instrument per regio.
Hoewel in het ontwikkeltraject is gebleken dat (over sommige indicatoren) nog weinig informatie beschikbaar is, is met de instrumentontwikkeling een eerste stap gezet in het bijeen brengen van regionale informatie. De instrumenten bevatten informatie over:
- de prevalentie van seksueel geweld (bijvoorbeeld aantal meldingen)
- kenmerken van het geweld (bijvoorbeeld vorm, setting)
- kenmerken van slachtoffers (bijvoorbeeld sekse, leeftijd, seksuele oriëntatie)
- kenmerken van plegers (bijvoorbeeld sekse, leeftijd)
De instrumenten kunnen door de regio’s ingezet worden voor het aanscherpen van de regionale aanpak. Zo kunnen de cijfers over de aard en omvang richting geven voor de speerpunten in de aanpak en in te zetten interventies, maar ook ingezet worden voor monitoring, evaluatie en sturing. Daarnaast kan het instrument bijdragen aan het agenderen van de urgentie van de problematiek.
Intieme terreur is een ernstige vorm van partnergeweld die gekenmerkt wordt door een patroon van controle en dwang. Dit kan zich uiten in het isoleren, vernederen en intimideren van de partner tot ernstig fysiek en seksueel geweld. Ook kan het gaan om controle van de financiën en dreigementen.
Factsheet
In de Factsheet Intieme terreur (pdf, 203 kB) leest u wat u hierover moet weten, wat u moet doen of juist niet, wat de kenmerken zijn en welke rode vlaggen kunnen duiden op escalatie van geweld of zelfs een fatale afloop.
Intieme terreur wordt vaak niet herkend. Doel van de factsheet is om aan een breed publiek van professionals in het domein van zorg en veiligheid, maar ook bijvoorbeeld onderwijs en sportverenigingen toe te lichten wat intieme terreur is. De publicatie is ontwikkeld in opdracht van het programma Geweld hoort nergens thuis.
Het lukt ouders in Nederland de afgelopen jaren steeds vaker om kindermishandeling thuis te stoppen, dankzij verbeteringen in professionele hulp en ondersteuning. Maar om de cirkel van geweld te doorbreken is allereerst nodig dat we veilig kunnen praten over onveiligheid.
Dat geldt ook voor kinderen. Praten over thuis, zonder te oordelen, maakt mogelijk dat kinderen en ouders die kampen met frustraties, onmacht, spanningen en/of onveiligheid in huis de juiste steun of hulp krijgen om samen het geweld structureel te stoppen. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan.
Handvatten voor scholen en gemeenten
De gids Ieder kind geïnformeerd (pdf, 1,4 MB) geeft handvatten voor scholen en gemeenten om op scholen het gesprek met kinderen hierover mogelijk te maken, en is gemaakt op basis van ervaringen van slachtoffers uit het verleden en wetenschappelijke inzichten. De gids is gemaakt in opdracht van het programma Geweld hoort nergens thuis. Zie ook:
Uitwisseling voorafgaand aan de inspiratiesessie met de klankbordregio’s (pdf, 2 MB)
Dankzij Sneller Thuis hebben instellingen voor vrouwenopvang tools in handen om de verblijfduur van cliënten in de opvang te verkorten.
Vrouwenopvang-instelling Moviera startte het experiment en realiseerde hiermee een verkorting van de verblijfsduur met 6 weken. Sneller Thuis werd vervolgens via een verkorte werkwijze onder begeleiding van Moviera uitgerold bij 5 andere instellingen voor vrouwenopvang. De tools omvatten een handreiking, een checklist doorstroom, een praatplaat en een online platform en zijn opgenomen in de kennisbank van Valente.
Sneller Thuis was een praktijkexperiment vanuit het programma Geweld hoort nergens thuis (GHNT).
Verschillende gemeenten schatten de inzet van ervaringsdeskundigen al op waarde, maar zijn soms nog zoekende hoe dit vorm te geven, zeker bij de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het blijkt vaak nog een onontgonnen terrein. Gemeenten weten niet altijd hoe de samenwerking aan te gaan en waar ze ervaringsdeskundigheid kunnen vinden.
De herziene versie van de Handreiking Samen deskundig (pdf, 1,7 MB) bespreekt en belicht de samenwerking tussen gemeenten en ervaringsdeskundigen van huiselijk geweld en/of kindermishandeling.
Inspiratie en handvatten
De handreiking laat de mogelijkheden voor samenwerking tussen gemeenten en ervaringsdeskundigen zien, en geeft achtergrondinformatie over de specifieke elementen die kenmerkend zijn voor huiselijk geweld en kindermishandeling zoals afhankelijkheid, ongelijke machtsverhoudingen, schaamte en geheimhouding.
Het doel van deze handreiking is tweeledig:
- Gemeenten enthousiast maken en inspireren om (vaker) samen te werken met ervaringsdeskundigen bij de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling en organisaties in hun gemeente/regio stimuleren om ervaringsdeskundigen in te zetten in de uitvoering.
- Gemeenten concrete handvatten bieden voor het vormgeven van deze samenwerking.
Bouwstenen voor het plegeraanbod
Uit de quickscan Focus op ‘de pleger’ – deel van het geheel (pdf, 356 kB) zijn een aantal succesfactoren naar voren gekomen. Deze succesfactoren vormen de basis voor bouwstenen voor het plegeraanbod in het vrijwillig kader huiselijk geweld en kindermishandeling voor (centrum)gemeenten en GHNT-regio's.
Deze bouwstenen faciliteren regio’s en gemeenten om dit (tot nu toe nog onderbelichte) deel van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling vorm en inhoud te geven. Daarnaast bieden de bouwstenen inzicht in wat er in Nederland aan aanbod is te vinden op het gebied van plegeraanpak.
Vrijwillige interventies
De bouwstenen verwoorden vanuit plegerperspectief de succesfactoren en goede voorbeelden. Ze zijn bedoeld ter vergroting van de beschikbaarheid van een geïntegreerd aanbod voor (vermoedelijke) plegers van huiselijk geweld en kindermishandeling die niet (of nog niet of nadat ze) strafrechtelijk zijn vervolgd voor hun acties.
Daarmee ligt de focus op vrijwillige interventies voor plegers met aandacht voor overlap- of overgangsgebieden tussen vrijwillig en straf en omgekeerd. De bouwstenen sluiten aan bij het Kwaliteitskader Werken aan veiligheid voor lokale (wijk)teams en gemeenten dat de VNG eind 2019 heeft vastgesteld.
Systeemgerichte blik
De problematiek van plegers wordt in deze bouwstenen geplaatst in het bredere kader van de relaties, relatiedynamiek en patronen tussen alle betrokkenen in het cliëntsysteem. Alle factoren die leiden tot het ontstaan en voortduren van het geweld hebben aandacht nodig.
Het gaat in de bouwstenen om een zeer diverse groep van volwassen mannen en vrouwen (vaak ook vaders en moeders, adolescenten en volwassen kinderen) en (ex) partners. Onze eigen vaak te smalle opvattingen van wie en wat een pleger is, kan er toe bijdragen dat we schadelijk gedrag (de onveiligheid) over het hoofd zien. Een systeemgerichte blik voor alle plegers levert een bijdrage aan het stoppen van geweld en aan duurzame veiligheid.