VNG Magazine nummer 5, 17 maart 2023

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Sigmax

Meer regie op het gebruik van data en ICT. Dat is de kern van de Interbestuurlijke Datastrategie waar gemeenten met andere overheden aan werken. Betere uitwisseling van gegeven moet de aanpak van maatschappelijke opgaven helpen, zegt gemeentesecretaris Henk Mensink.
 

Scanauto Utrecht

Net als in veel andere gemeenten, rijden er in Utrecht scanauto’s rond die met camera’s controleren of er voor geparkeerde auto’s wel wordt betaald. Als die camera’s tóch draaien, zou je dan die beelden niet ook voor andere doeleinden kunnen gebruiken? Bijvoorbeeld voor het controleren van ‘bijplaatsingen’, waarbij inwoners afval niet in, maar naast de vuilcontainer zetten? Met die op het oog eenvoudige vraag stapte de gemeente Utrecht naar de ‘Adviesfunctie Verantwoord datagebruik’.

Die concludeerde in oktober vorig jaar dat het gebruik van camerabeelden mag, maar onder voorwaarden. Voor het gebruik van camera’s om louter bijplaatsingen te signaleren biedt de Gemeentewet in principe geen wettelijke basis. Maar beelden die op een andere juridische basis worden verzameld – zoals het kentekenparkeren dus – mogen onder voorwaarden wél hergebruikt worden voor andere toepassingen, waaronder het controleren van bijplaatsingen. Zo moet de noodzaak duidelijk zijn, en de beelden geanonimiseerd.

De Adviesfunctie Verantwoord datagebruik is een pilot die voortkomt uit de Interbestuurlijke Datastrategie die rijk, VNG, provincies en waterschappen eind 2021 vaststelden. De strategie moet meer duidelijkheid geven over de kansen en mogelijkheden van het gebruik van data door overheden bij het aanpakken van maatschappelijke opgaven.

Knelpunten
Het belang van data voor overheden wordt steeds groter, maar bij de uitwisseling van gegevens doen zich nogal eens knelpunten voor. De Interbestuurlijke Datastrategie (IBDS) is bedoeld om de ontwikkelingen in goede banen te leiden, zegt Henk Mensink. De gemeentesecretaris van Oss is als lid van de VNG-taskforce Samen organiseren nauw betrokken bij de uitvoering van de overheidsbrede strategie. ‘Deze strategie is afhankelijk van een adequate ICT-architectuur. En daar werken gemeenten aan met het programma Common Ground.’

De aanpak van de interbestuurlijke strategie is meerledig. De informatie-uitwisseling tussen overheidsorganisaties moet beter.  Dat helpt de dienstverlening en zorgt ervoor dat rijk, gemeenten en provincies minder ICT-kosten maken. Ten tweede biedt de IBDS ook handvatten voor juridische en ethische vraagstukken, zoals de adviesfunctie die Utrecht adviseerde over de scanauto’s. Ten derde moet er een goede verhouding zijn tussen de markt en de overheid. Op die drie sporen zijn veel ontwikkelingen, waaronder de IBDS en Common Ground, waarin met name uitgediept wordt hoe die datadeling beter georganiseerd kan worden. De ervaringen uit de praktijk zijn hierin leidend.

Maatschappelijke opgaven
De maatschappelijke opgaven in Nederland raken steeds dieper met elkaar verstrengeld, ziet Mensink. Er zijn forse woningbouwambities, er is een verduurzamingsopgave en er moet klimaatadaptief gebouwd worden. Goed gebruik van data zorgt ervoor dat die taken beter en gerichter uitgevoerd kunnen worden, met forse kostenbesparingen als gevolg. Zo biedt de Landelijke Monitor Voortgang Woningbouw inzicht in de woningbouwopgave.

Nederlands onderzoek is er nog niet, maar uit Zweeds onderzoek blijkt een potentiële waarde van 6 procent van de overheidsuitgaven. Dat zijn niet louter overheidsbesparingen: een deel van die winst valt bij inwoners en bedrijven, die bijvoorbeeld vanwege een verbeterde dienstverlening door de overheid minder tijd kwijt zijn aan contact met de overheid.

De maatschappelijke winst kan dus groot zijn. Maar om die maatschappelijke taken in samenhang op te pakken, zijn niet alleen veel gegevens nodig, zegt Mensink, maar is ook betrouwbare gegevensuitwisseling van belang. ‘Elke overheidsorganisatie is nu zelf verantwoordelijk voor haar eigen bronbestanden. Dat is een belangrijke spelregel. Het Kadaster gaat bijvoorbeeld over vastgoed, de gemeente over onder meer de persoonsgegevens. Om een goed beeld te krijgen van de informatie die er is, moet je zorgen dat de informatiekanalen beter op elkaar zijn afgestemd. De bronbestanden moeten op orde zijn en de informatie-uitwisseling moet eenvoudig verlopen. Met de Interbestuurlijke Datastrategie en voor gemeenten Common Ground willen we dat voor elkaar krijgen.’

Goede bedoelingen
De overheden zien de potentie ook, maar omdat er te weinig onderlinge samenwerking is, blijven lokale initiatieven vaak hangen in goede bedoelingen, blijkt uit de IBDS. Experimenten lopen vertraging op, pilots worden dubbel uitgevoerd of worden bij succes te weinig opgeschaald. En bovendien ‘gaat er te veel mis’ als het gaat om rechtmatigheid, privacy en ethiek.

Transparant   
De ambities van de IBDS zijn groot. De bedoeling is dat overheden in 2025 een betere afweging kunnen maken als het gaat om het gebruik van data en het delen van die gegevens. Zo moet duidelijk zijn wie verantwoordelijk is voor de data en voor het oplossen van problemen. Als er data gedeeld worden, dan gebeurt dat volgens de strategie altijd transparant.

Er moet meer regie komen op hoe we de ICT-architectuur ontwerpen

Ook moet er meer dan nu gebruikgemaakt worden van ‘systeemfuncties’, zoals een zogeheten ‘federatief datastelsel’. In zo’n federatief stelsel zijn individuele overheden als bronhouder verantwoordelijk voor het lokale beheer van data, maar zijn er goede technische afspraken gemaakt over het gebruik van die gegevens door andere overheden. Dat klinkt complex, maar gemeenten werken al zo bij het beheer van de basisregistraties.

Spaghetti
Mensink vergelijkt de informatiesamenwerking en -uitwisseling nu met een bord spaghetti: slierten data die als één brij door elkaar gehusseld zijn. Door daar meer ordening in te brengen, wordt het bord een stuk overzichtelijker. ‘En we hebben veel minder spaghettislierten nodig.’

Mensink is helder: de overkoepelende datastrategie is broodnodig, net als landelijke spelregels over de uitwisseling. ‘Ik vind het van de gekke dat we in Nederland op 342 verschillende manieren bezig zijn met onze ICT. Daarmee verspillen we heel veel geld. Er moet echt meer regie komen op hoe we de ICT-architectuur ontwerpen en hoe we verbinding maken met alle toepassingen, zodat er veel meer eenheid ontstaat. De afgelopen jaren is gebleken dat we te weinig stappen maken omdat iedereen op eigen houtje bezig is.’

Ik vind het van de gekke dat we op 342 verschillende manieren bezig zijn met ICT

Bij wie zou die regie dan moeten liggen? ‘We zijn daar als gemeenten sterk mee bezig aan de hand van Common Ground’, zegt Mensink. ‘Maar het vraagt ander gedrag van ons. Allemaal hetzelfde doen, heeft veel meer impact dan in je eentje iets het best doen. Als we dit als gemeenten niet zelf kunnen, dan vind ik het helemaal niet erg als dit van bovenaf wordt opgelegd. De staatssecretaris voor Digitalisering zou hier een rol in kunnen spelen.’

Common Ground
De Interbestuurlijke Datastrategie kent overeenkomsten met het programma Common Ground. Ook daarin werken gemeenten samen aan ICT-toepassingen om de dienstverlening te verbeteren. En dat is hard nodig, zegt Mensink, die vanuit de Taskforce Samen organiseren als voorzitter van de Begeleidingsgroep bij Common Ground is betrokken. ‘Onze ICT vertegenwoordigt een miljardenwaarde. Als we naar een nieuw systeem moeten waarvoor investeringen nodig zijn, dan doen we dat graag Common Ground-proof. Dat hoeft niet in één keer; daar kun je naartoe groeien. Het is best lastig dat elke organisatie haar eigen koers vaart. Met Common Ground proberen we daar meer eenheid in te brengen.’

De principes van Common Ground bieden daartoe veel mogelijkheden. Het programma krijgt een stevige make-over na een kritisch rapport van PBLQ, dat vorig jaar verscheen. Weliswaar werd er vanuit de visie van Common Ground een beweging op gang gebracht, maar een eenduidig beeld van hoe die visie in de praktijk tot uitvoer gebracht moest worden, ontbrak. Daardoor liepen de verwachtingen van Common Ground uiteen, aldus PBLQ.

‘Met de programmatische aanpak stimuleren we het aansluiten van gemeenten, en zorgen we voor de vertaling van de visie naar praktische toepassingen’,  legt Mensink uit. ‘Common Ground wordt door veel mensen als redelijk mysterieus ervaren. We maken het nu een stuk concreter. De VNG, de gemeenten en de leveranciers slaan de handen ineen.’

Waar Common Ground voornamelijk inzoomt op de technische aspecten, kijkt de IBDS nadrukkelijk ook naar de juridische, politieke en ethische kant van het toenemend gebruik van digitale toepassingen. Immers, niet alles wat daadwerkelijk technisch kán, is wenselijk of mogelijk. Het adviesorgaan dat Utrecht adviseerde over het hergebruik van de camerabeelden van scanauto’s is daar een voorbeeld van. ‘Ik krijg weleens de vraag om het uit te leggen alsof het wiskunde is,’ zegt Mensink. ‘Maar dit is geen wiskunde, dit is mensenwerk.’

Ethische commissie
De datastrategie geeft geen antwoord op ethische vragen op casusniveau; dat vergt immers ook een politieke afweging die in elke gemeente anders beoordeeld kan worden. Wel geeft de strategie handvatten voor die afweging. ‘Ik pleit niet voor eenheidsworst, dat is de dood in de pot. Hier in Oss werken we met uitgangspunten die we vooraf vaststellen,’ legt Mensink uit. ‘Daarin spreken we ook af hoe de gemeenteraad betrokken blijft. In sommige andere gemeenten heeft de raad een ethische commissie ingesteld.’

Op de ledenvergadering van de VNG, afgelopen december in Utrecht, stelden de gemeenten de vernieuwde Principes voor de digitale samenleving vast. Deze principes geven gemeenten ook houvast. Zo dient de inzet van technologie bij te dragen aan publieke waarde en aan de aanpak van maatschappelijke opgaven. Ook moet het doel van de inzet van techniek transparant zijn. Mensink: ‘Inwoners moeten weten wat er gebeurt als je scanauto’s laat rijden.’