VNG Magazine nummer 7, 24 april 2020
Auteur: Ana Karadarevic | Beeld: Programmaraad
De hulp aan kwetsbare jongeren tussen de 16 en 27 jaar is een zaak van lange adem. Veel gemeenten werken in de één of andere vorm met een integrale aanpak voor deze jongeren. Dat is nuttig en nodig, zeggen betrokken wethouders uit Hengelo en Leiden. Zij verwachten meer steun van Den Haag.
Al langer ondernemen individuele gemeenten pogingen om te voorkomen dat kwetsbare jongeren uitvallen. Rotterdam, bijvoorbeeld, spant zich sinds 2006 in om ervoor te zorgen dat jongeren op z’n minst een startkwalificatie behalen.
Lange tijd bleef het bij individuele gemeenten. Maar het roer ging om in 2017. Toen vond de Jongvolwassenentop plaats in Utrecht, waar gemeenten, rijksoverheid en maatschappelijke partijen in zorg, onderwijs en bedrijfsleven gezamenlijk afspraken jongeren beter te ondersteunen.
Om deze jongeren op weg te helpen, is een integrale aanpak nodig, werd besloten tijdens de Jongvolwassenentop. Vervolgens hebben onder meer het Nederlands Jeugdinstituut, het Rijk en de gemeenten zo’n aanpak ontwikkeld. Deze aanpak richt zich op jongeren tussen de 16 en 27 jaar, omdat problemen van jongvolwassenen niet plots verdwijnen als ze eenmaal 18 zijn geworden. Gemeenten en andere partijen werken samen op de leefgebieden onderwijs, veiligheid, vrije tijd, werk en inkomen, wonen en zorg.
Om gemeenten te ondersteunen bij het invoeren van een integrale aanpak voor kwetsbare jongeren, heeft de VNG het Project 16-27 opgezet. Het doel is te laten zien dat er al veel kan om de integrale aanpak te realiseren. Een projectleider is aangesteld om de verbinding te maken tussen lokale en landelijke initiatieven én tussen gemeenten en andere betrokken partijen, zoals cliëntorganisaties en woningcorporaties. Onder de vlag van het Project 16-27 brengen inmiddels honderden gemeenten de integrale aanpak sinds november 2018 in verschillende vormen in de praktijk, door middel van regionale pilots.
Zo is er het actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren 2019-2021 van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, dat ervoor moet zorgen dat voor het eind van 2021 alle dak- en thuisloze jongeren de hulp en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Eén van de veertien pilotgemeenten in dit programma is Leiden. De gemeente doet mee aan de pilot om te voorkomen dat jongeren langer dan drie maanden zonder dak boven hun hoofd leven, zegt Marleen Damen (PvdA), wethouder gezondheid, jeugdzorg en welzijn in Leiden.
We denken dat een jongere ineens alles zelf kan zodra hij 18 is geworden, maar dat is natuurlijk niet zo
Een integrale aanpak is nodig omdat dakloze jongeren op meer terreinen problemen hebben. Damen: ‘Bij kwetsbare jongeren is er nooit een probleem op maar één leefgebied.’
De gemeente stuurt alle jongeren die op het punt staan 18 te worden een brief, met daarin antwoord op de vraag: wat betekent het nou dat je binnenkort 18 wordt? Op financieel gebied kan het flinke consequenties hebben dat een jongere ineens zelf verantwoordelijk is voor allerlei zaken. ‘We denken dat een jongere ineens alles zelf kan zodra hij 18 is geworden, maar dat is natuurlijk niet zo’, zegt Damen. ‘Daarom hebben we bijvoorbeeld een traject ontwikkeld waarbij jongeren leren zelfstandig te wonen.’
Het is de bedoeling dat de jongeren in kwestie na zo’n traject in beeld blijven en dat instanties hen in figuurlijke zin blijven vasthouden. Leiden maakt hierover afspraken in het inkoopbeleid van aanbieders in zorg en welzijn. Damen: ‘Om dit af te dwingen, werken we veel met langjarige contracten en strategische partnerschappen.’
Toekomstplan
Een andere project betreft het toekomstplan. Dit helpt professionals, jongeren en gemeenten ‘om toekomstgericht en integraal te werken aan de begeleiding van jongeren naar zelfstandigheid’, door aan te sluiten bij de motivatie en leefwereld van een jongere. Eén van de deelnemende gemeenten aan dit project is Hengelo. Wethouder Mariska ten Heuw (SP) heeft participatie en werk en inkomen in haar portefeuille. Wat haar opvalt: de groep jongeren waarop zij zich richt, is heel divers. ‘Sommigen leven van een uitkering, of krijgen permanent zorg, denk aan Wajongers. Anderen zitten nog op school of werken.’
En dan is er een deel van de jongeren dat thuis zit, niet werkt én geen uitkering krijgt. ‘Soms wonen zij samen met een partner, maar als de relatie eindigt zijn zij des te kwetsbaarder.’
Hoe divers de groep ook is, de jongeren hebben met elkaar gemeen dat ze niet uit zichzelf om hulp komen vragen bij de gemeente. ‘Het is ontzettend arbeidsintensief om kwetsbare jongeren op te sporen’, zegt Ten Heuw. Maar het is wel nodig, stelt ze, om preventief te kunnen investeren in jongeren.
Het is ontzettend arbeidsintensief om kwetsbare jongeren op te sporen
Perspectiefjaar
Hengelo probeert jongeren te begeleiden zodat ze de weg vinden naar de arbeidsmarkt. Hiertoe zet de gemeente life coaches in voor een zogeheten perspectiefjaar. Life coaches kijken samen met werklozen van 23 jaar en ouder wat er nodig is om weer vooruit te kunnen. De gemeente werkt in deze driejarige pilot samen met het ROC van Twente, het Leerwerkloket Twente, de provincie Overijssel en maatschappelijk betrokken ondernemers.
Hengelo trekt hier zelf geld voor uit, omdat de gemeente gelooft dat het nodig is om jongeren aan het werk te krijgen. Ten Heuw: ‘Niet elke gemeente kan zoiets doen. Veel gemeenten hebben moeten bezuinigen de afgelopen jaren.’ Geld is niet het enige obstakel voor gemeenten die een integrale aanpak willen hanteren. Het kan al lastig zijn om vast te stellen welke jongeren geen startkwalificatie hebben. Volgens Ten Heuw is hiervoor een eenduidige registratiemethode voor alle gemeenten nodig. Die is er niet.
Een ander obstakel benoemt wethouder Damen van Leiden: ‘Het is voor gemeenten moeilijk om sturing te geven aan de vele organisaties die nodig zijn om de integrale aanpak mogelijk te maken.’
In het Interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) naar jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt staat het advies om gemeenten de regierol te geven. De VNG is hiervan een groot voorstander en ziet het liefst dat dit wettelijk wordt vastgelegd.
Groot knelpunt
Uit dat IBO, dat in april 2019 is verschenen, blijkt dat ongeveer 300.000 jongeren tussen de 16 en 27 jaar een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Vaak spelen er ook andere moeilijkheden, zoals schulden of problemen thuis. De onderzoekers adviseren om de gemeente integraal wettelijk verantwoordelijk te maken voor het begeleiden van jongeren naar school of arbeidsmarkt.
In een reactie op het onderzoek liet het kabinet weten nader te bekijken ‘hoe verduidelijking in de wet kan helpen bij het expliciteren van de regierol’.
Hierop zei de VNG dat het kabinet geen langetermijnvisie met concrete oplossingen heeft. Om de regierol inhoudelijk waar te kunnen maken, is het voor gemeenten belangrijk om te weten wat deze rol concreet inhoudt en dat de regiefunctie bovendien wettelijk wordt vastgelegd. Volgens de VNG is een groot knelpunt bovendien dat het kabinet geen extra geld beschikbaar stelt voor het invullen van de regierol wettelijk vastleggen
Maar Rutte-3 lijkt de kwestie door te schuiven naar het volgende kabinet. De volgende Tweede Kamerverkiezingen vinden immers in maart 2021 al plaats.
Als het aan wethouder Ten Heuw ligt, gaat het volgende kabinet de regierol wettelijk vastleggen. ‘Iedereen is het er wel over eens dat het moet veranderen.’ Verheugd stelt ze vast dat de regio Twente, waarin veel wordt samengewerkt om jongeren te begeleiden naar de arbeidsmarkt, al veel processen op elkaar heeft afgestemd. ‘Alles wat het IBO adviseert, doen we in Twente al.’