VNG Magazine nummer 7, 24 april 2020

Auteur: Annemieke Diekman

Drill rap

Jonge jongens die al dan niet onder invloed van de laatste muziekrage drillrap met grote messen op zak lopen en die helaas soms ook gebruiken. Zeer zorgwekkend, vinden niet alleen Amsterdam en Rotterdam, waar het fenomeen zich het eerst manifesteerde, ook Ridderkerk maakt zich zorgen.

Het rapt lekker weg, de beat is goed, de teksten niet altijd even verstaanbaar, maar de beelden spreken voor zich. Zoek een willekeurige video op YouTube over drillrap en je ziet rappers duistere en gewelddadige teksten rappen, pistolen achter in hun jeans stoppen en openlijk met grote machetes zwaaien tegen een vaak duistere en naargeestige achtergrond. De muziekrage is afgelopen jaar overgewaaid uit Chicago en Londen en vindt snel z’n weg in Nederland. Over de invloed op Nederlandse kwetsbare jongeren en of de video’s ook daadwerkelijk aanzetten tot geweld, zijn de meningen verdeeld.

Geweldsvideo’s
Frank Weerman, bijzonder hoogleraar jeugdcriminologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en senior onderzoeker bij het NSCR (Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving), stelt dat hier nog weinig over bekend is. Het verband tussen drillrapp en geweldsincidenten moet nog goed onderzocht worden. ‘Op basis van eerder vergelijkbaar onderzoek kan wel geconcludeerd worden dat geweldsvideo’s een versterkend effect hebben op jongeren die daar gevoelig voor zijn.’
Hij waarschuwt ervoor niet het hele fenomeen in een kwaad daglicht te stellen. ‘Dat is niet effectief. Drillrap is een populaire muziekvorm, maar wordt door sommigen ook gebruikt om lokale vetes online uit te vechten en bedreigingen te uiten. Op die laatste groep rappers moet je zicht proberen te krijgen zodat je escalatie kan voorkomen. Drillrap zet wel een bepaald beeld neer, waar kwetsbare jongeren uit op kunnen maken dat het normaal is om met wapens rond te lopen. Je ziet dat online ook terug in foto’s waarin jongens zichzelf met wapens – al dan niet nep – drugs of stapels bankbiljetten omringen.’

Cijfers ontbreken
Landelijke cijfers over het groeiend aantal incidenten waarbij jonge jongens met messen zijn betrokken, zijn er nog niet. Van verschillende kanten verschijnen wel berichten dat het aantal incidenten stijgt. De nieuwe hoofdofficier van justitie van Den Haag repte onlangs zelfs over een verdubbeling in de afgelopen twee jaar, maar dat blijkt een ruwe schatting zonder onderbouwing.
Ook burgemeester Femke Halsema van Amsterdam heeft het in de pers over een verontrustende toename. Kortgeleden, op 14 april, was er nog een gewelddadige straatroof van drie jonge jongens van 12, 14 en 15 jaar op een leeftijdgenoot. Ook Amsterdam kan nog geen cijfers overleggen.
Gemiddeld gezien betreft het overigens maar een relatief klein percentage van de jeugd dat in de gewapende criminaliteit belandt, blijkt uit een vijfjarig onderzoek van WODC, het onderzoeksinstituut van het ministerie van Justitie en Veiligheid. De laatste cijfers dateren echter uit 2015. Daarin geeft 2,6 procent van de jongeren tussen 12 en 18 aan een wapen bij zich te dragen en 0,8 procent het ook daadwerkelijk weleens te gebruiken. De ernst van recente incidenten en de zeer jonge leeftijd van de huidige daders, maakt dat gemeenten het toch als zeer zorgelijk beschouwen.

Bijna fatale steekpartij
Voor Ridderkerk bestaat er weinig twijfel meer dat er in de gemeente jeugd met messen op zak loopt, na een recent gewelddadig incident op een middelbare school in de gemeente. Een jongen van dertien die met een groot mes een zestienjarige schoolgenoot neersteekt, is ‘echt niet normaal’ stelt burgemeester Anny Attema van Ridderkerk. ‘Het slachtoffer heeft het maar ternauwernood overleefd. Dat is ongehoord traumatisch voor alle betrokkenen.’
Attema signaleert dat een groeiend aantal jongeren in hoog tempo in de criminaliteit terechtkomt. De eerste signalen dateren van na de zomervakantie van 2019. Waar je voorheen zag dat sommige jongeren geleidelijk afzakten en verzeild raakten in de criminaliteit, lijkt dat volgens haar nu veranderd. ‘Vroeger ging het van verkeerde vriendjes, via op de uitkijk staan voor anderen naar zelf een winkelinbraak. Nu houdt deze groep zich binnen de kortste keren bezig met zwaardere misdaden tot gewelddadige overvallen aan toe, zoals die op een supermarkt afgelopen herfst.’
Daarbovenop heeft Ridderkerk sinds kort dus ook te maken met geweldpleging door heel jonge jongens, een enkel meisje misschien. Kinderen eigenlijk nog. ‘Hartverscheurend en verschrikkelijk’, noemt Attema het. ‘Des te triester dat het hier kinderen betreft die nog helemaal aan het begin van hun leven staan’. Deze laatste groep van zeer jonge jongens met messen is pas sinds kort zichtbaar binnen de gemeente. De ontwikkeling schrijft Attema mede toe aan drillrap. Die lijken van invloed te zijn op de toename van het gebruik van geweld bij deze zeer jonge groep daders. ‘Die video’s spelen zeker een rol. Die jongens zien het als stoer doen, maar kunnen de grote gevolgen niet overzien.’

Die jongens zien het als stoer doen, maar kunnen de grote gevolgen niet overzien

Aanpak lastig
‘Wij hebben deze groep van zeer jonge jongens met messen nog niet goed in kaart kunnen brengen’, vervolgt Attema, ‘maar er komen allerlei signalen binnen vanaf de straat, van wijkagenten, jongerenwerkers en scholen.’
Ridderkerk heeft eerder al successen geboekt met de aanpak van jeugdcriminaliteit. Zo is de groep jongeren die overlast gaf onder invloed van alcohol en/of drugs in kaart gebracht. Daarbij is goed gekeken wie de groepsleider was en wie degenen waren die zich lieten meeslepen, hoe het netwerk in elkaar zat, wie bijvoorbeeld de drugs leverden. Die groep heeft de gemeente met behulp van politie, justitie en verschillende organisaties zoals Bureau Halt en Jeugdzorg uit elkaar kunnen halen.
Naar de tweede groep van jeugd die snel criminaliseert, loopt nu een onderzoek. Voor de derde groep van heel jonge jongens wordt hard gewerkt aan een plan van aanpak. Wat speelt zich nu precies af? ‘Om dat boven tafel te krijgen, is ook hier samenwerking heel belangrijk’, zegt Attema. ‘Het lukt nog niet goed om deze groep in beeld te krijgen, het is een gesloten circuit gevoed door angst. Kinderen bewapenen zich met messen, omdat ze bang zijn dat ze anders zelf slachtoffer worden. En ouders en andere mensen in hun omgeving houden hun mond uit angst voor represailles.’ Zij doet dan ook een oproep aan ouders van die jongens zich te melden en er niet zelf mee te blijven zitten.

Richt je als gemeente vooral op onlinegedrag

Messenverbod
Dat ingrijpen zou simpeler worden als er een landelijk verbod op het dragen van messen buitenshuis komt voor minderjarigen. Daarom heeft burgemeester Attema samen met haar collega Foort van Oosten van Nissewaard een brandbrief geschreven aan minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid. Daarin doen ze het verzoek om met onmiddellijke ingang een messenverbod voor minderjarigen af te kondigen. De wetgeving hieromtrent is nu onduidelijk.
Drillrap is ook doorgedrongen in gemeenten in het oosten van het land, waaronder Arnhem, Nijmegen en Doetinchem. Op internet zijn ook diverse drillraps van jongeren uit deze steden te vinden. In een artikel in de Gelderlander reageren burgemeesters Ahmed Marcouch van Arnhem en Mark Boumans van Doetinchem op het fenomeen. ‘Jongerenwerkers vertellen mij dat er een verband lijkt tussen rapcultuur en shanken’, zegt Marcouch. Shanken is straattaal voor iemand neersteken. Hij vreest een onderlinge wapenwedloop. Uit angst voor meelopen of omdat jongeren het stoer vinden. Mark Boumans heeft in zijn gemeente te maken met jongeren die beelden van zichzelf met wapens op social media zetten, onder meer door de beruchte jeugdgroep The Oost Face. ‘Helaas kennen wij ook het fenomeen drillrap’, zegt Boumans. ‘Door een goede samenwerking met de politie en met het jongerenwerk hebben wij wel een redelijk beeld van de jongeren die hier gevoelig voor zijn.’
Jongerenwerk gaat volgens hem regelmatig in gesprek met deze jongeren over de boodschap in de rap en de uitingen in de video’s. ‘Een deel ziet het vooral als stoer doen, maar een ander lijkt wel open te staan voor de boodschap in de video’s.’ Daarom zit de gemeente er met haar partners bovenop. ‘Tot nu toe heeft drillrap hier gelukkig nog niet geleid tot incidenten.’
Voor gemeenten is het heel belangrijk om in gesprek te blijven of te komen met deze groepen, zegt hoogleraar Weerman nog eens. ‘Richt je als gemeente vooral op onlinegedrag en uitingen. Vroeger was veel meer zichtbaar op straat wat er gebeurde, nu heeft zich dat voor een belangrijk deel verplaatst naar online. En wissel ervaringen en opgedane kennis uit met andere gemeenten. Er valt altijd van elkaar te leren.’