VNG Magazine nummer 7, 24 april 2020

Auteur: Leo Mudde | Beeld: Marco Vellinga

Kindercorrespondent Tako Rietveld neemt in zijn Handboek Jeugdparticipatie ouders, leraren, politici ‘en alle andere volwassenen die wel wat inspiratie kunnen gebruiken’ mee in de wereld van de jeugdparticipatie. Hoe doe je dat, kinderen laten meepraten, hoe betrek je ze bij wat er in hun leven – en hun toekomst – gebeurt?
 

Tako Rietveld

Tako Rietveld is een vaste waarde als spreker of organisator van workshops op bijeenkomsten waar professionals en bestuurders praten over de jeugd. En vooral, daar zorgt Rietveld dan wel voor, mét de jeugd. Op de Voor de Jeugd Dag bijvoorbeeld, een jaarlijks VNG-evenement in de Amsterdamse Westergasfabriek waar hij de aanwezige ambtenaren, wethouders en raadsleden confronteert met de opvattingen van kinderen. Zo wist in 2018 de toenmalige kinderburgemeester van Leeuwarden de nog maar net aangetreden VWS-minister Hugo de Jonge ter plekke over te halen een kinderminister en een kinderstaatssecretaris aan te stellen. VWS droeg het stokje in december vorig jaar over aan het ministerie van BZK. Een jaar lang lopen op dat departement nu twee kinderministers rond, van twaalf en vijftien jaar, die met tips en adviezen helpen het beleid beter en kindvriendelijker te maken. Met dank aan de kinderburgemeester.

Je had de leukste baan van de wereld, verslaggever bij het Jeugdjournaal. Waarom besloot je die op te zeggen?
‘Op steeds meer plekken zag ik de behoefte en noodzaak de stem van de jeugd te laten horen of een plek te geven. De unieke kennis en ervaring van het Jeugdjournaal wilde ik gaan delen en ervoor zorgen dat het vlammetje bij meer mensen gaat branden. Er is een enorme kloof tussen de werelden van de jeugd en de volwassenen. Om de communicatie tussen die twee op gang te brengen, zijn bruggenbouwers nodig, tolken. De Dalai Lama zei het al: children are our greatest untapped resource. We hebben goud in handen, maar we doen er niets mee. Daarnaast vind ik dat je presenteren bij het Jeugdjournaal niet tot je zestigste kunt blijven doen.’

Veertig van de vijftig kinderburgemeesters zijn niet meer dan lintjesknippers

Gemeenten doen wel vaak hun best de jeugd bij het beleid te betrekken. Met jeugdraden en kinderburgemeesters bijvoorbeeld.
‘Dat is ook goed, maar het gaat op veel plekken nog zo afschuwelijk mis. Te vaak worden kinderen nog ingezet als pr-middel: het staat zo leuk bij de intocht van Sinterklaas, een kinderburgemeester naast de echte burgemeester. Ik durf te stellen dat veertig van de vijftig kinderburgemeesters niet meer zijn dan lintjesknippers en Sinterklaasbinnenhalers. Maar als dat het enige is… Waar het om gaat, is dat de stem van de jeugd wordt gehoord in het beleid. Daar kun je een kinderburgemeester goed voor gebruiken, maar doe het dan ook.’

Kan je een voorbeeld geven?
‘Als een gemeente extra aandacht wil geven aan armoede onder kinderen, ga dan eens met je kinderburgemeester langs bij andere kinderen om te zien wat er aan de hand is, wat er nou écht speelt en wat kinderen ervan vinden. Dan maak je een extra inhoudelijk stap die verder gaat dan het leuke plaatje, dat is zo nodig. Ik weet van slechts één gemeente waar de kinderburgemeester tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst een eigen speech mocht houden. Ik zie nog te vaak kinderburgemeesters speeches houden die echt niet door hen zelf zijn geschreven. Dat is gewoon een tekst waarvan de organisatie heeft ingefluisterd: het zou goed zijn als je dit of dat even zegt. Als organisatie zou je moeten loslaten en tegen zo’n kind zeggen: wat vind jíj belangrijk om te vertellen? Daar moet je ze dan wel bij helpen en begeleiden. Zoals de oud-kinderburgemeester van Stichtse Vecht in mijn boek zegt: goede begeleiding kan veel zenuwen wegnemen.’

Als je jeugdparticipatie serieus wilt nemen, zou je daarvoor dan iemand speciaal moeten aanstellen? Ik heb nog nooit een vacature voor een adviseur van de kinderburgemeester gezien…
‘Een burgemeester heeft ook eigen adviseurs en een eigen organisatie, waarom de kinderburgemeester dan niet? Maar het is zo lastig, het komt nooit goed uit omdat andere zaken bij de gemeente dan voorrang krijgen. De begeleiding van de kinderburgemeester wordt er dan door iemand even bij gedaan. Als ze volwaardig worden betrokken, wordt het heel ongemakkelijk. En als ze de vinger op de zere plek leggen, wat kinderen heel goed kunnen, wat doe je dan? Zeg je dan: bedankt voor het meedenken, maar we gaan nu iets anders doen?’

Welke fout maken gemeenten vaak?
‘Veel gemeenten die beginnen met een adviesraad of een jeugdraad, vragen daarvoor een groep 7 of 8 van een basisschool. Dat is gemakkelijk te organiseren, ze zitten toch al bij elkaar. Maar als je die kinderen gaat vragen wat zij er zelf van vinden, dan zeggen ze: vijf van ons zijn enthousiast, de rest zit er een beetje bij omdat het een opdracht is. Dat is niet wat je als organisatie wilt. Je wilt niet met een groep kinderen zitten van wie er 25 zeggen dat het een leuk uitje is en ze nu fijn niet hoeven te rekenen. Dan kun je beter met die vijf die wél gemotiveerd zijn, inhoudelijk aan de slag gaan.’ 

Niet doen dus, een jeugdraad?
‘Het is in ieder geval niet de oplossing. Gemeenten halen kinderen vaak naar het gemeentehuis om daar te vergaderen of met de wethouder te praten. Dat is voor hen heel erg spannend. Draai het nou om, ga naar de kinderen toe en begeef je op hun terrein, bij de sportclub of in de speeltuin. Dan ontstaat een heel andere dynamiek en krijg je een ander gesprek. Kinderen zijn ongelofelijk betrokken en nieuwsgierig, zeker in de basisschoolleeftijd. Vervolgens komen ze er op de middelbare school achter dat ze niks te vertellen hebben, dat ze niet mee mogen praten in de politiek, dat er niet naar ze geluisterd wordt. Dan haken ze af en ben je ze kwijt. En als ze achttien zijn, moeten ze er weer bij de haren bij worden getrokken.’

Geef ze dan vanaf hun zestiende stemrecht, hoor je vaak…
‘Dat zou leuk zijn, maar zestien of achttien maakt niet veel uit. Zeg dan dat iemand vanaf z’n twaalfde mag stemmen, als hij of zij dat wil. Dat is makkelijk te organiseren, ze hebben allemaal een identiteitsbewijs. Ik zou dat fantastisch vinden. En dan zou een stem van kinderen ook zwaarder moeten meetellen dan van een volwassenen. Hoe meer toekomst iemand heeft, hoe zwaarder zijn stem moet wegen, dat is toch niet onlogisch? Als dat wereldwijd zou gebeuren, moet je eens zien wat er dan gebeurt met het milieu en het klimaat.’

Elk besluit gaat over de toekomst, dus over de kinderen

Het lijkt alsof kinderen wel steeds serieuzer worden genomen. Kijk naar de golf van publiciteit rond jongeren als kinderrechtenactivist Malala Yousafzai, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede in 2014, en klimaatactivist Greta Thunberg, door Time magazine vorig jaar uitgeroepen tot Person of the Year.
‘Er is zeker iets aan het kantelen. De boodschap van Thunberg is: het gaat over mijn toekomst, dus jullie moeten naar mij luisteren. Dat geldt ook voor gemeenten. Elk besluit gaat over de toekomst, dus over de kinderen. Ik merk dat in de ambtenarij en de diplomatieke wereld die boodschap echt wel is geland. Ik vind het ook hartstikke goed, een meisje van zestien of zeventien kan die boodschap veel beter en harder overbrengen dan ik. De vraag is altijd: hoe oprecht is ze, hoe écht is ze. Hoe hou je het zo puur mogelijk en voorkom je dat allerlei organisaties met jouw verhaal aan de haal gaan? Dat is de valkuil bij gemeenten. Daar zit vaak een managementteam dat zegt: die kinderburgemeester kan dat wel willen maar dat kost tijd, en geld, moet dat nou? Dan heb je een soort superambtenaar nodig die deuren opent, die niet in de hiërarchie zit en bij de wethouder naar binnen kan stappen zonder eerst langs een baas te moeten.
‘Ja, je organisatie verandert als je de stem van jongeren echt serieus neemt. Dat is niet altijd leuk en soms doet het pijn.’

Wie is... Tako Rietveld

Laat als eerste Kindercorrespondent ter wereld de stem van de jeugd op zo veel mogelijk plekken horen. Eerder werkte hij als verslaggever en presentator bij het NOS Jeugdjournaal en schreef hij het boek Kinderen hebben nieuws.

kindercorrespondent.nl

Handboek Jeugdparticipatie

Het Handboek Jeugdparticipatie geeft antwoord op de vraag: hoe betrek je kinderen op een goede manier bij alles wat er in hun leven gebeurt? Thuis, op school en in de politiek. Het boek is te bestellen via de website jeugdparticipatie.nl en kost 24,95 euro.