VNG Magazine nummer 13, 9 september 2022

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Otto Jelsma

Alleen in Zuid-Holland dook de wolf nog niet op. In alle andere provincies is het dier inmiddels waargenomen en op de Veluwe en in Drenthe vestigden zich al roedels. De wolven verspreiden zich snel, maar gemeenten hebben ze nog niet voldoende op het netvlies. 
 

Wolf

De land- en tuinbouworganisatie LTO Noord dringt aan op ‘beheer’ van de wolf. Burgemeester en wethouders van Westerveld schrijven een brandbrief aan de provincie Drenthe na aanvallen van wolven op schapen, kalveren en pony’s. Zelfs de koe is niet meer veilig.
Dit is een zomaar een greep uit het nieuws van de afgelopen tijd. De geluiden van verontruste schapenhouders kunnen steevast rekenen op een reactie van wetenschappers en juristen die wijzen op de beschermde status van het dier, dat thuishoort in Nederland en nu, 150 jaar na hier te zijn uitgeroeid, uit eigen beweging is teruggekeerd.
De eerste Nederlandse wolf werd gespot in 2015, maar officieel is het dier sinds 2018 hier weer gevestigd en het aantal wolven neemt snel toe. Deze zomer telde BIJ12, de organisatie die namens de provincies de beleidsuitvoering van het wolvendossier verzorgt, er meer dan dertig: vier roedels met in totaal dertien welpen en elf zwervende wolven, op zoek naar een partner en een territorium.
Van de overheid wordt, binnen de wettelijke kaders, een reactie verwacht op de heftige emoties die een (mogelijke) aanval van wolven op kleinvee losmaakt. Het natuurbeleid is belegd bij de provincies en die hebben een Interprovinciaal Wolvenplan opgesteld, met kaders voor provinciaal beleid. Een aantal provincies heeft inmiddels ook zogenoemde Wolvencommissies ingesteld die de provinciebesturen adviseren. Ook zijn er verschillende gebiedsgerichte preventieplannen voor wolvenschade bij landbouwhuisdieren vastgesteld.
Provinciekoepel IPO werkt nu aan een actualisering van het Wolvenplan en laat zich daarbij adviseren door het Landelijk Overleg Wolf. Daarin zitten ook de gemeenten, vertegenwoordigd door Hans van der Hoeve, tot drie jaar geleden de burgemeester van Epe. Toen hij in 2019 werd gevraagd om namens de VNG-afdeling Gelderland in die provincie mee te praten, kon hij niet weigeren. Zijn achtergrond was perfect: bestuurlijke ervaring, afgestudeerd in Wageningen, ervaring bij het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Beschermde diersoort
En Van der Hoeve kende de overlast door wilde dieren uit de praktijk. In 2011 stapte de toenmalig burgemeester zelfs naar de rechter om toestemming te krijgen voor de afschot van wilde zwijnen in zijn dorp. Die kreeg hij, onder voorwaarden natuurlijk. ‘Het moest met een bepaald kaliber en op afstand van de bebouwing. In de praktijk konden we het dus alleen in de randen van het dorp doen. Een makkelijk besluit was het niet, want het liefst wil je dieren niet doden. Het zorgde ook voor commotie, begrijpelijk. Ik heb die tijd ook wel als spannend ervaren.’
Het afschieten van de wolf is niet aan de orde, het dier is aangewezen als strikt beschermde diersoort in internationale verdragen en de Europese Habitat­richtlijn, die in het kort neerkomen op een verbod om een wolf te verstoren, te verjagen of te doden. 
Dat is de werkelijkheid waarmee gemeenten te maken hebben als ze een wolf op bezoek krijgen, als passant of als vaste bewoners met een eigen territorium. 
Als oud-burgemeester zit Van der Hoeve nu in de luwte en daardoor ook in een betere positie om de burgemeesters van nu aan te spreken: onderschat het onderwerp niet, elke gemeente kan ermee te maken krijgen. Op de Veluwe en in Drenthe zijn ze inmiddels wel gewend aan hun aanwezigheid, maar in bijna alle provincies is inmiddels ook een wolf waargenomen. Alleen in Zuid-Holland staat de teller nog op nul. Van der Hoeves ervaring is dat gemeenten even wakker schrikken wanneer een zwervende wolf passeert en een paar schapen doodt, maar dat de aandacht even snel wegebt zodra het dier verder is getrokken. 
Provincies mogen dan verantwoordelijk zijn voor het natuurbeheer en de afhandeling van schadeclaims, gemeenten hebben ook met de wolf te maken. 
Zo kan er, bij een wolf die afwijkend gedrag vertoont, sprake zijn van een acuut veiligheidsprobleem en dan kan de burgemeester op basis van de Gemeentewet besluiten het dier door de politie te laten doden. Van der Hoeve: ‘Als een wild zwijn door de winkelstraat rent en bij de Albert Heijn naar binnen gaat, dan moet er iets gebeuren. Ook met een agressieve of hondsdolle wolf kan een acuut gevaarlijke situatie ontstaan.’

Zo’n afrastering plaatsen mag niet zomaar en overal. Het moet passen in het bestemmingsplan

Maatschappelijke onrust
De burgemeester heeft ook een rol om op te treden bij maatschappelijke onrust als gevolg van de aanwezigheid van een wolf, of bij wolvenaanvallen op landbouwhuisdieren. ‘Stel, een zwervende wolf pakt een aantal nachten achter elkaar een schaap, in de buurt van het dorp of aan de rand van de stad. Daar worden mensen onrustig van en dan heeft de burgemeester de taak om maatschappelijke onrust zo goed mogelijk te voorkomen.’
De vraag is, hoe je dat doet als er op sociale media verkeerde informatie over het gedrag en het gevaar van wolven wordt verspreid. ‘Dan kunnen wij als Wolvencommissie contact met zo’n burgemeester opnemen en bijvoorbeeld adviseren om een informatiebijeenkomst te houden. Dat is al een paar keer gebeurd, daar is bij inwoners en schapenhouders veel belangstelling voor en het werkt goed. Vaak zijn daar deskundigen bij die iets vertellen over het natuurlijk gedrag van de wolf, en vertegenwoordigers van de land- en tuinbouworganisatie die kunnen vertellen welke maatregelen mogelijk zijn.’

Afrastering
En ten slotte heeft de gemeente een rol in het kader van de ruimtelijke ordening, bij het verlenen van een vergunning of ontheffing voor de aanleg van wolfwerende afrasteringen. ‘Zo’n afrastering plaatsen mag niet zomaar en overal. Het moet passen in het bestemmingsplan. Dan is er ook nog verschil tussen vaste en verplaatsbare afrasteringen. Gemeenten zitten niet overal op dezelfde lijn. Soms zijn ze toegestaan, soms is een vergunning of vrijstelling nodig. 
Kortom, de wolf verdient de aandacht van gemeenten die de nationale en internationale wetgeving niet altijd op het netvlies hebben. Dat de wolf niet verjaagd of vervolgd mag worden, dat weet inmiddels iedereen wel. Maar dat boeren ook verplicht zijn hun vee te beschermen tegen wilde dieren, is minder bekend. 
In het Interprovinciaal Wolvenplan staat een ‘escalatieladder’ die aangeeft hoe omgegaan moet worden met mogelijke probleemsituaties met wolven in hun interacties met mens, hond of vee. 
Van der Hoeve: ‘Maar dan nog heb je te maken met vragen als: wanneer is iets een probleemwolf, en hoe verhoudt het doden zich tot het in stand houden van de totale populatie? De Nederlandse wolven zijn onderdeel van de Midden-Europese populatie en die mag niet in haar voortbestaan worden bedreigd. Maar het bizarre is dat er geen internationale afspraken zijn over wat nou een gunstige staat van instandhouding is en wat dat voor Nederland betekent. Dat maakt het ingewikkeld.’

Wie is...

Hans van der Hoeve was van december 2010 tot september 2019 burgemeester van Epe. Daarvoor zat hij acht jaar voor de VVD in de gemeenteraad van Wageningen. Hij vertegenwoordigt de VNG in het Landelijk Overleg Wolf.