VNG Magazine nummer 19, 4 december 2020

Tekst: Saskia Klaassen | Beeld: Shutterstock

In 2022 moeten alle gemeenten specifiek beleid hebben over mensenhandel. De regio Oost-Brabant is een van de voorlopers. Wat kunnen anderen van deze regionale tafel leren? ‘Je bent er niet met een groep bestuurders die zes keer per jaar samenkomt.’
 

Mensenhandel

Regelmatig moet burgemeester Lex Roolvink van Grave andere gemeenten een spiegel voorhouden. ‘Denk niet dat mensenhandel bij jou niet voorkomt’, waarschuwt hij dan. ‘Wat we nu weten, is slechts het topje van de ijsberg.’ Met name de gemeenten die nooit met mensenhandel te maken hebben, ervaren niet altijd de urgentie, merkt Roolvink. ‘Ondertussen kunnen mensenhandelaren ongestoord hun gang blijven gaan en maken ze nieuwe slachtoffers.’

Roolvink is voorzitter van de regionale tafel mensenhandel in Oost-Brabant. Inmiddels zijn er landelijk tien van zulke tafels. Ze worden geleid door burgemeesters en moeten ervoor zorgen dat gemeenten bestuurlijk weerbaarder worden tegen mensenhandel. Zes keer per jaar komen alle relevante zorg- en veiligheidspartners samen om ontwikkelingen te bespreken. Welke landelijke trends zijn er? Maar vooral: wat speelt er op lokaal niveau en vraagt dit om regionale bemoeienis?
Eerder al bleek uit onderzoek van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld dat veel gemeenten geen zicht hebben op mensenhandel. Hoe kleiner de gemeente, hoe meer het zicht ontbreekt. Precies om die reden besloot de regio Oost-Brabant (die samenvalt met de Eenheid Oost-Brabant van de politie) de krachten te bundelen in een regionale tafel. Inmiddels is de regio vergevorderd met een aanpak tegen mensenhandel. In 2022 moeten alle gemeenten zo’n beleid hebben.

Tempo verschilt
Mensenhandel is het uitbuiten van een ander. Of het nu gaat om gedwongen prostitutie, om arbeidsuitbuiting, criminele uitbuiting of gedwongen orgaanverwijdering. Naar schatting zijn er jaarlijks tussen de 5.000 en 7.500 slachtoffers in Nederland. Een regionale aanpak is belangrijk, zegt ketenregisseur Lotte Niederer, werkzaam bij de gemeente Eindhoven, omdat anders een waterbedeffect dreigt. ‘Daders zouden slachtoffers kunnen uitbuiten in gemeenten die minder zicht hebben op de problematiek.’

Wat we nu weten, is slechts het topje van de ijsberg

Niederer is als ketenregisseur toegevoegd aan de regionale tafel om de 38 gemeenten te ondersteunen. Ze brengt partners uit het zorg- en veiligheidsdomein bij elkaar en moet straks, als het beleid er is, ervoor zorgen dat het niet bij ‘een stukje papier’ blijft. Bij dat beleid maakte de regionale tafel gebruik van het Kompas Mensenhandel van de VNG. Een fijn vertrekpunt, vindt de ketenregisseur, omdat hierin alle beschikbare informatie staat die gemeenten nodig hebben. ‘Landelijke richtlijnen, maar ook andere belangrijke zaken die landelijk zijn besproken of onderzocht. Het scheelt veel tijd dat we deze informatie niet zelf hoefden te achterhalen.’

Ketenregisseur
Het Kompas is een goede aanzet bij het maken van beleid, vindt ook burgemeester Roolvink. ‘Maar daarmee ben je er nog niet. Een ketenregisseur is vervolgens onmisbaar om de gemeenten mee te krijgen. Daarnaast hebben we een werkgroep Beleid en mensenhandel opgezet om te zorgen dat het beleid ook echt door iedereen wordt opgepakt.’
Het grootste gevaar is volgens Roolvink dat een aantal gemeenten achterblijft. ‘Ik wil voorkomen dat ik straks een coalition of the willing heb. Het is niet erg dat het tempo tussen gemeenten verschilt, maar uiteindelijk moet het beleid overal worden geïmplementeerd.’

Verschuiven
Bij de aanpak richt Oost-Brabant zich op alle vormen van mensenhandel. Speciale aandacht is er voor arbeidsuitbuiting, bijvoorbeeld in de land- en tuinbouwsector. Roolvink: ’Zeven dagen per week twaalf uur per dag werken voor een schamel loon, helaas komt het ook in deze regio voor.’

De burgemeester wijst op een aspergekweker in de Peel die tegen de lamp liep bij een inspectie.  ‘Probleem is dat deze slachtoffers zichzelf niet altijd als zodanig zien. In het land van herkomst zijn de omstandigheden vaak zo erbarmelijk dat ze zich niet realiseren dat ze worden uitgebuit.’

Ook ambtenaren moeten de signalen kunnen herkennen

De regionale tafel bespreekt geen casuïstiek, benadrukt ketenregisseur Lotte Niederer. Maar uiteraard zijn er gebieden waar de regionale tafel extra op let. Ze noemt het prostitutieplein in Eindhoven, de azc’s in Budel, Overloon en Grave en de vele distributiecentra in de regio. Wat ze ook ziet, is dat het probleem zich kan verschuiven van regio naar regio. ‘Een arbeidsbureau in Limburg huisvest Oost-Europese arbeiders in West-Brabant en stelt ze tewerk in Oost-Brabant. Ook daarom is samenwerking met andere regio’s belangrijk.’

Burgemeesters spelen als voorzitters van de regionale tafel een cruciale rol, stelt Roolvink. ‘Zij kunnen deuren openen en partijen motiveren.’  Bovendien zijn zij degenen die over openbare orde en veiligheid gaan. Zijn eigen gemeente Grave bijvoorbeeld heeft geen vergunde prostitutie, maar Roolvink ondernam wel actie tegen de illegale prostitutie. Zo kan hij meer instrumenten inzetten om mensenhandel bestuurlijk de pas af te snijden, zoals controle van de basisregistratie, vergunningen intrekken voor prostitutie, panden sluiten, het toepassen van de Wet Bibob.

Alertheid
Maar alertheid op bestuurlijk niveau is niet voldoende, benadrukt hij. ‘Ook ambtenaren moeten de signalen kunnen herkennen. Denk aan een situatie aan de gemeentebalie waarbij dezelfde man steeds met nieuwe dames verschijnt om ze in te schrijven. Waarbij deze vrouwen geen Nederlands spreken en hij de paspoorten beheert.  Of een bouwcontrole waarbij een kamer wordt ontdekt met drie stapelbedden. Wat is hier aan de hand? Alles draait om awareness, daar moeten we de ambtenaren op trainen. En ze moeten weten waar ze deze signalen kunnen melden.’

In principe heeft iedere gemeente een aandachtsfunctionaris mensenhandel, vult Lotte Niederer aan.  ‘Maar er ligt zo veel op het bordje van gemeenten, dat deze ambtenaren zich niet volledig op dit probleem kunnen richten.’ De ketenregisseur zorgt dat zij regelmatig worden bijgepraat over dit thema en wijst hen de weg naar andere instanties. ‘Ook straks, als het beleid vastligt, kunnen ze bij mij terecht voor vragen.

Energie
Alhoewel Oost-Brabant samen met Rotterdam en Alkmaar bij de aanpak van mensenhandel een voorloper is, relativeert Roolvink de rol van regionale tafels. ‘Je bent er niet met een groep bestuurders die zes keer per jaar samenkomt. Het blijft energie kosten om de noodzaak van een gemeentelijke aanpak aan te tonen, op alle niveaus.’

Zelfs in Den Haag wordt de urgentie niet altijd gevoeld. ‘Zo wilden we heel graag met de drie regio’s een pilot draaien om de mensenhandel beter in kaart te brengen. Uiteindelijk is het gelukt, maar het duurde zo lang voordat de ministeries van  SZW, VWS en J&V besloten dit te ondersteunen. Kom op, dacht ik vaak. Dit is de kans om het probleem bij de bron aan te pakken. Waar wachten we nog op?’

Longread ‘Onzichtbaar’

VNG en CoMensha ontwikkelden samen de longread Onzichtbaar. Mensenhandel in Nederland, een verzameling ervaringsverhalen van zowel slachtoffers als professionals.

Kompas Mensenhandel

Elke gemeente moet in 2022 een duidelijke en geborgde aanpak van mensenhandel hebben. Om ze daarbij te helpen, ontwikkelde de VNG het Kompas Mensenhandel. Een digitaal instrument dat uitgebreid antwoord geeft op de vragen wat, hoe en met wie. Het kompas kan ook als een volledige training worden doorlopen. Gebruikers kunnen aantekeningen maken in het programma, hoofdstukken en kaarten downloaden en specifieke onderdelen eenvoudig met collega’s delen.