VNG Magazine nummer 19, 4 december 2020

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Patrick van Uffelen
 
Lokale journalistiek is een basisvoorziening, zoals musea en theaters dat zijn, en zou daarom door gemeenten ook zo behandeld moeten worden, zegt Bort Koelewijn. Met een groep experts keek hij naar de toekomst van de lokale media.
 

RTV Lansingerland

De lokale journalistiek zit in zwaar weer, zegt Bort Koelewijn. Er is sprake van marktfalen: inwoners hebben wel behoefte aan nieuws uit de eigen gemeente, maar de bereidheid om daarvoor te betalen is fors afgenomen. Ook de advertentiemarkt staat lokaal onder druk. En dus noemt Koelewijn de lokale journalistiek bewust ‘een basisvoorziening’. 
Koelewijn, burgemeester van Kampen, was voorzitter van een expertcommissie die in opdracht van de VNG aanbevelingen deed die moeten leiden tot een meer rooskleurige toekomst van de lokale journalistiek. De VNG werkt vaker met dergelijke commissies. Deskundigen uit het veld hebben, onder leiding van Koelewijn, het advies opgesteld. Onder meer twee vertegenwoordigers van lokale omroepen spraken mee, net als de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) en drie wetenschappers.
Het is een ‘dringend beroep’ op gemeentebesturen geworden, zegt Koelewijn: blijf je vooral inzetten voor de lokale omroep en krant, want zonder goede journalistiek kan een gemeente niet functioneren. ‘Wij constateren dat goede lokale journalistiek essentieel is voor de lokale democratie én voor de sociale cohesie en daarmee voor de inwoners, maar dat de markt het laat afweten. Dan moet je het behandelen zoals je ook een theater of museum behandelt: als een voorziening van algemeen nut.’

Kritische ondergrens
De situatie bij omroepen en kranten vraagt om ondersteuning. Zeker in kleinere en middelgrote gemeenten wordt goede journalistiek ‘behoorlijk gemist’. ‘Journalisten komen daar vaak alleen nog als er iets bijzonders te melden is’, zegt Koelewijn. ‘Voor het gewone reilen en zeilen is nog nauwelijks aandacht. We raken aan een kritische ondergrens.’
De lokale media hebben meerdere functies, stelt de burgemeester. In een democratie hebben ze een controlerende rol, ook op gemeentelijk niveau en zijn ze een belangrijk kanaal voor de informatievoorziening van de ‘raad naar de straat’ en andersom. ‘Als bestuurders moeten wij ons ervan bewust zijn dat we door de samenleving worden gecontroleerd. Dat is goed voor gezonde bestuurlijke verhoudingen en voor de integriteit.’
Maar het gaat er ook om dat journalisten oppikken wat er in een gemeenschap speelt: dat is belangrijk voor de sociale cohesie. Koelewijn: ‘Inwoners zijn vaak best trots op hun eigen woonomgeving. Dat kan gevoed worden door in de media te laten zien welke leuke en minder leuke zaken er allemaal spelen.’

Journalisten komen vaak alleen nog als er iets bijzonders te melden is

Fake news
En dan is er nog het fenomeen desinformatie. ‘Vanwege fake news wordt het steeds belangrijker om juist te investeren in de kwaliteit van de journalistiek’, zegt Koelewijn. ‘Als journalist moet je goed bronnenonderzoek doen en aanspreekbaar zijn op wat je meldt. Daar is steeds dringender behoefte aan.’
De expertcommissie doet meerdere aanbevelingen. Allereerst een financiële: gemeenten zijn nu nog verplicht om gemeentelijke publicaties op papier kenbaar te maken. Veel gemeenten kopen daarvoor ruimte in de lokale krant. Vanaf 1 januari 2021 vervalt die verplichting en volstaat een publicatie online. Dat levert de gemeenten in totaal in principe een jaarlijkse besparing op van 12,2 miljoen euro. De lokale bladen zijn echter voor hun inkomsten voor een belangrijk deel afhankelijk van die gemeentelijke bijdrage, constateert Koelewijn.
Hij pleit er daarom voor om ook ná 1 januari de publicaties ook op papier te blijven aankopen. ‘Vanwege de coronacrisis hebben wij in Kampen ook al extra gemeentepagina’s ingekocht’, zegt Koelewijn, ‘en we zijn niet de enige gemeente die dat heeft gedaan.’ En ja, gemeenten zitten financieel in zwaar weer, ‘maar we hebben met elkaar ook een stelselverantwoordelijkheid’. Daarom pleit hij ervoor dat gemeentebesturen zich een beeld vormen van de omvang en de kwaliteit van de plaatselijke journalistiek, en een plan opstellen om de pers te steunen als dat nodig is. 

Sociale media
Een andere aanbeveling raakt de gemeentelijke organisatie, met name de afdelingen communicatie. Sociale media maken het voor gemeenten steeds gemakkelijker om de eigen boodschap de wereld in te brengen, zonder tussenkomst van journalisten. Ook dat bedreigt de lokale journalistiek. ‘We moeten ons er veel meer van bewust zijn dat we de media in staat moeten stellen hun werk te doen.’ Ook samenwerking tussen lokale omroepen is van belang, en het is aan gemeenten om dat te stimuleren. Zo kunnen gemeenten individueel of regionaal een mediafonds in het leven roepen om de journalistiek te steunen.
Het rapport van het expertteam van de VNG is één van twee stukken die in november verschenen over de staat van de lokale media. De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) kwam samen met de Raad voor Cultuur (RvC) met een rapport met vergelijkbare strekking. Waar de commissie-Koelewijn keek naar de rol van de gemeenten, wijzen de ROB en de RvC de rijksoverheid op haar rol. Ook hier een pleidooi voor meer samenwerking, afgedwongen door gemeenten en provincies. En vooral moet er meer geld naar de omroepen. Nu nog is er in totaal 10 miljoen euro rijksgeld beschikbaar, dat moet ruim 30 miljoen euro worden, of meer dan 2 euro per inwoner. Ook moet er een landelijk dekkend fonds komen om de lokale media te steunen.
De rapporten werden op dezelfde dag naar buiten gebracht, maar de opdrachten ertoe werden onafhankelijk van elkaar verstrekt, zegt Koelewijn. ‘Onze analyse is wel dezelfde.’